Updates

Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Allianz

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Novartis

Advies
houden
Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden

Een leidraad voor het interpreteren van economische cijfers

advertorial
Sinds de Europese lidstaten en de VS in maart hun nationale economieën op slot gooiden om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, hebben de financiële commentatoren die wij volgen enkel nog oog voor economische cijfers die het effect van de lockdowns meten. De meeste cijfers waren duizelingwekkend, waaronder enorme dalingen en ongekend krachtige oplevingen. Veel analisten waarschuwen dat het bruto binnenlands product (bbp, een maatstaf van de overheid voor de economische output) voor het tweede kwartaal dramatisch slecht zou kunnen uitvallen. Voor het derde kwartaal verwachten ze echter weer een stijging doordat veel economieën dan weer op gang zullen worden gebracht. Doordat deze duizelingwekkende cijfers en extreme schommelingen angst kunnen inboezemen, dachten we dat beleggers gebaat zouden zijn bij een korte toelichting over wat de diverse economische gegevens nu precies meten en waar de cijfers voor staan.

De belangrijkste maandelijkse indicatoren in de meeste landen zijn de detailhandelsomzet en de industriële productie. Eerstgenoemde meet hoeveel geld mensen in winkels en op internet uitgeven. Sommige landen rekenen daar ook restaurants onder, terwijl andere horecadiensten buiten beschouwing laten. Sommige landen vermelden de hoeveelheid verkochte goederen om te corrigeren voor inflatie en prijsverlagingen, terwijl andere landen de waarde van de verkochte goederen weergeven. Sommige landen vermelden beide. In veel landen hanteren winkels iets vroegtijdigere, zij het minder omvattende, omzetindicatoren. Zo baseert het British Retailer Consortium in het Verenigd Koninkrijk zich op een kleinere steekproef van bedrijven dan het Office for National Statistics, en publiceert het de cijfers pakweg een week eerder dan het officiële overheidsorgaan. Barclaycard heeft zijn eigen indicator, die de detailhandelsomzet in kaart brengt op basis van bankpastransacties. Andere winkels meten de bezoekersaantallen, ofwel het winkelend publiek. De industriële productie staat doorgaans voor de hoeveelheid goederen die wordt geproduceerd door de zware industrie. Hieronder vallen behalve de output van industriële bedrijven ook nutsdiensten en mijnbouw. Veel landen, zoals Duitsland, publiceren daarnaast ook fabrieksorders, die door veel commentatoren als een voorlopende indicator van industriële productie worden beschouwd. Over het algemeen monden orders uit in productie.

Een ander populair maandelijks rapport onder de vakjournalisten en nieuwscommentatoren die wij volgen is de inkoopmanagersindex (PMI). Dit is een index die nagaat hoeveel bedrijven groei doormaken. Een cijfer boven de 50 betekent dat meer dan de helft van de bevraagde bedrijven hun activiteiten hebben zien toenemen, hetgeen de enquêteurs (met name IHS Markit en America’s Institute for Supply Management) interpreteren als een indicatie voor economische groei. Landen hebben doorgaans drie PMI’s: productie, diensten en een ‘samengestelde’ index waarin beide zijn opgenomen (sommige andere hanteren daarnaast ook indicatoren voor de bouwsector). Elke PMI is een index die diverse categorieën combineert, waaronder nieuwe orders, werkgelegenheid en aan leveranciers betaalde prijzen. Van deze categorieën zijn nieuwe orders naar onze mening het meest toekomstgericht – vergelijkbaar met fabrieksorders. De samengestelde PMI daarentegen meet enkel output, waardoor deze hooguit parallel loopt aan de andere twee. Onze ervaring is dat PMI’s populair zijn omdat ze de vroegste maandelijkse indicator vormen. De voorlopige flash-raming, die IHS Markit uitvoert voor talloze grote economieën, verschijnt wanneer de maand ongeveer drie weken onderweg is. De definitieve productie-PMI verschijnt doorgaans op de eerste werkdag van de volgende maand, twee dagen later gevolgd door de diensten- en samengestelde PMI’s. Hoewel we de indicatoren nuttig vinden, meten ze niet hoe sterk een bepaald land is gegroeid – alleen hoe wijdverspreid de groei was.

Een andere categorie cijfers die recentelijk in de belangstelling staat van deskundigen betreft hoogfrequente of real-time indicatoren, die dagelijkse of wekelijkse ontwikkelingen laten zien. Velen vinden dit een betere manier om de snel veranderende economische impact van COVID-19 te beoordelen. Tot de indicatoren behoren cijfers over het verkeer, de commerciële luchtvaart, creditcard-aankopen, online reserveringen voor restaurants, enzovoorts. Deze zijn niet alleen handig, maar worden tegenwoordig ook op grote schaal in kaart gebracht, en wij denken dat ze beleggers goed van pas komen om een inschatting te maken van het marktsentiment en de brede economische verwachtingen.

De meeste bronnen presenteren hun belangrijkste cijfers als mutaties – de procentuele toe- of afname ten opzichte van een referentieperiode. Er zijn vier verslagleggingsmethoden – maand op maand, kwartaal op kwartaal, jaar op jaar, en op jaarbasis. Maand op maand betreft de procentuele verandering tussen de verslagmaand en de voorgaande maand. Dit omvat veelal ook wat statistici aanduiden als een seizoensaanpassing, die corrigeert voor weersomstandigheden en vakanties. Zo wordt gewaarborgd dat perioden die door de tijd van het jaar veroorzaakte pieken of dalen laten zien – zoals de kerstinkopen in december – geen vertekend beeld geven van de resultaten. De meeste cijferpublicaties over de detailhandelsomzet en de industriële productie maken gebruik van seizoensaanpassingen. Kwartaal op kwartaal – de procentuele verandering tussen het verslagkwartaal en het voorgaande kwartaal – omvat eveneens seizoensaanpassingen. Dit type wordt veel gebruikt voor het bbp. Jaar op jaar betreft de procentuele verandering tussen de verslagmaand of het verslagkwartaal en dezelfde periode een jaar eerder. Deze verslagleggingsmethode wordt gebruikt in gevallen waar geen sprake is van seizoensaanpassingen. De methode laat doorgaans minder maandelijkse schommelingen zien, wat sommige commentatoren als een voordeel beschouwen omdat de trends hierdoor beter zichtbaar worden. Naar onze mening leidt het er tevens toe dat er te veel achteruit wordt gekeken, hetgeen recente ontwikkelingen aan het zicht kan onttrekken. Tot slot zijn er mutaties op jaarbasis – de groei over een volledig jaar als de kwartaal-op-kwartaalgroei (of maand-op-maandgroei) de hele tijd zou aanhouden. De VS en Japan publiceren hun bbp op deze manier, terwijl de meeste Europese landen en het VK kwartaal op kwartaal en jaar op jaar hanteren. Zorg ervoor dat u vergelijkbare mutaties hanteert bij het beoordelen van cijfers uit verschillende bronnen. Het combineren van het Amerikaanse bbp op jaarbasis met bbp-kwartaalcijfers uit de eurozone zou u namelijk op een dwaalspoor kunnen zetten.

We zetten hier enkele factoren op een rijtje die beleggers de komende maanden in het achterhoofd zouden moeten houden. Grote schommelingen, waaronder dalingen, houden mogelijk aan. Wij verwachten zonder meer dat de kwartaalcijfers over de periode april – juni beroerd zullen zijn, misschien zelfs het slechtste kwartaal ooit wat bbp-cijfers betreft. Zo verwachten veel analisten die wij volgen dat het Amerikaanse bbp op jaarbasis met meer dan 25% zal dalen. Maar we moeten niet uit het oog verliezen dat dit cijfers op jaarbasis zijn. Een daling in deze orde van grootte is weliswaar enorm, maar betekent niet dat de output van de Verenigde Staten een kwart kleiner uitvalt. We verwachten ook een spectaculair herstel naarmate economieën weer op gang worden gebracht. We zien dit nu al in de cijfers over onder meer het vliegverkeer en de detailhandelsomzet. Vooral die forse opveringen worden sterk beïnvloed door de gehanteerde berekeningsmethode. Dit komt waarschijnlijk doordat een periode waarin de economie op volle toeren draait wordt vergeleken met een situatie waarin de economie volledig stillag, zoals bijvoorbeeld in april. Het betekent niet dat de wereldeconomie bloeit en groeit; het betekent dat zich een herstel aftekent nadat we ontzettend ver waren weggezakt. Sommige deskundigen zien de omvang van de daling en het feit dat we zoals gezegd van ver komen als een reden om somber gestemd te zijn over de toekomst – of over de markten. Maar dit zijn slechts gegevens uit het verleden die geen indicatie vormen voor toekomstige economische cijfers. Ze zeggen evenmin iets over aandelen, die naar ons idee veelal vooruitblikken op de economische omstandigheden in de komende 3 à 30 maanden. Uiteindelijk hangt dat – en de toekomstige economische cijfers – in hoge mate af van het tempo waarin de economieën worden opgestart.

 

Fisher Investments Nederland is de handelsnaam die wordt gebruikt door de vestiging van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in Nederland (“Fisher Investments Nederland”). Fisher Investments Nederland is geregistreerd in het handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel met het ondernemingsnummer 75045486. Als de Nederlandse tak van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl, staat Fisher Investments Nederland onder het toezicht van de Commission de Surveillance du Secteur Financier (“CSSF”) en is geregistreerd bij de Nederlandse Autoriteit Financiële markten.

 

Dit document bevat de algemene visie van Fisher Investments Nederland en Fisher Investments Europe en dient niet te worden beschouwd als persoonlijk beleggings- of belastingadvies of als een afspiegeling van de prestaties van cliënten. Er wordt niet gegarandeerd dat Fisher Investments Nederland of Fisher Investments Europe deze visie zullen handhaven. Deze kan immers veranderen op grond van nieuwe informatie, analyses of heroverweging. Niets in dit document is als aanbeveling of prognose van marktomstandigheden bedoeld. Het is eerder bedoeld om een standpunt weer te geven. De huidige en toekomstige markten kunnen sterk afwijken van de hier geschetste markten. Bovendien worden geen garanties gegeven met betrekking tot de nauwkeurigheid van eventuele aannames gemaakt in illustraties in dit document. Beleggen op de financiële markten brengt een risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor toekomstige rendementen en geven daar geen betrouwbare indicatie van. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.