Updates

Aandelen Nederland

Adyen

Advies
houden
Aandelen Nederland

Besi

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ASMI

Advies
houden
Aandelen Nederland

Allfunds

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Randstad

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
kopen
Aandelen Nederland

JDE Peet's

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Netflix

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

TomTom

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

LVMH

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

JPMorgan Chase

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Alfen

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Rio Tinto

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

BHP

Advies
houden
Aandelen Nederland

Vastned Retail

Advies
houden
Aandelen Nederland

Unibail-Rodamco Westfield

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

ING

Advies
houden
Aandelen Nederland

Air France-KLM

Advies
kopen
Aandelen Nederland

BAM

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Heijmans

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Flow Traders

Advies
houden
Aandelen Nederland

Sligro

Advies
kopen
Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen

Fisher Investments Nederland beargumenteert waarom de olieprijzen geen invloed hebben op aandelen

advertorial

Wanneer de olieprijzen scherp stijgen, wordt volgens Fisher Investments Nederland in de financiële media vaak betoogd dat aandelen in de problemen gaan komen. Consumenten zouden dan namelijk minder te besteden hebben en bedrijven zien hun kosten oplopen. En wanneer de olieprijzen zakken, wordt er in de media juist vaak vooruitgelopen op mooie tijden voor aandelen. Maar uit onderzoek van Fisher Investments Nederland naar de marktgeschiedenis blijkt dat er geen aantoonbaar causaal verband bestaat tussen de olieprijzen en aandelen. Aandelen kunnen samen met de olieprijzen stijgen of dalen – en hebben dat ook gedaan – of zich juist scherp in tegenovergestelde richting bewegen, zoals we hieronder laten zien.

We hebben de afgelopen twintig jaar onder de loep genomen en dat heeft een aantal interessante voorbeelden opgeleverd voor de gangbare aanname dat olieprijzen en aandelen een sterk negatieve correlatie vertonen (dus dat ze doorgaans in tegengestelde richting bewegen). Zo gleden wereldwijde aandelen tijdens de financiële crisis van 2007-2009 in juni 2007 af in een berenmarkt (een lange, door fundamentele factoren veroorzaakte marktdaling van 20% of meer), terwijl de olieprijzen opliepen.[i] Toen de olieprijs in juli 2008 piekte op USD 145,65 per vat – bijna drie keer zo hoog als de USD 49,95 in januari 2007 – hadden wereldwijde aandelen een daling van -26,3% te verwerken gekregen.[ii] Voor een ander voorbeeld gaan we terug naar de eeuwwisseling. Fisher Investments Nederland merkte op dat de olieprijzen toen ruimschoots verdubbelden: van USD 16,51 per vat in november 2001 naar USD 34,94 in maart 2003. In dezelfde periode was de berenmarkt ruimschoots onderweg, die losbrak met het knappen van de tech-zeepbel en voor aandelen eindigde met een verlies van 41,3%.[iii] Dit vermeende causale verband tussen aandelen en olie leek ook recenter nog op te spelen, toen de olieprijzen van USD 77,24 per vat in december 2021 de lucht in schoten naar USD 133,18 in maart 2022, terwijl aandelen over dezelfde periode 9,3% inleverden.[iv] Tegelijkertijd is een daling van de olieprijzen ook vaak gepaard gegaan met stijgende aandelenkoersen: Tussen juni 2014 en december 2015 kelderde de olieprijs van USD 115,19 per vat naar USD 35,26, terwijl aandelen 21,1% plusten.[v]

Maar deze voorbeelden bewijzen niet dat er daadwerkelijk een negatieve correlatie bestaat. In eigen onderzoek naar de marktgeschiedenis heeft Fisher Investments Nederland ook veel voorbeelden gevonden van perioden waarin de olieprijzen en aandelen in dezelfde richting bewogen. Beide kelderden in de tweede helft van de financiële crisis van 2007-2009: De olieprijzen daalden namelijk van USD 145,65 per vat in juli 2008 naar USD 33,73 in december 2008. Aandelen verloren in dezelfde tijd 26,5% – en bleven dalen tot een dieptepunt in maart 2009. [vi] Aan het begin van de coronapandemie in 2020 raakten aandelen en olie tegelijk in een duikvlucht terecht toen er over de hele wereld lockdowns werden ingesteld: Aandelen kregen een berenmarkt te verwerken en daalden tussen februari en maart 33,8%. Ondertussen kelderde ook de olieprijs tussen januari en april van USD 70,25 per vat naar USD 9,12 per vat.[vii] Op andere momenten stegen de olieprijzen en aandelenkoersen tegelijkertijd, zo ontdekte Fisher Investments Nederland. Halverwege het eerste decennium van deze eeuw verdrievoudigden de olieprijzen ruimschoots, van USD 23,23 per vat naar USD 78,26. Deze stijging liep gelijk met de wereldwijde stierenmarkt die medio 2007 eindigde.[viii] Beide markten krabbelden ook tegelijk op na de financiële crisis: olie veerde op van USD 33,73 in december 2008 naar USD 128,14 per vat in maart 2012, terwijl er op de wereldwijde aandelenmarkten een stierenmarkt werd ingeluid die tot maart 2009 zou gaan duren.[ix]

Fisher Investments Nederland ziet deze afwisselende perioden van sterke positieve en negatieve correlatie als signaal dat olie en aandelen over de langere termijn geen duidelijke samenhang vertonen. We willen dit iets inzichtelijker maken met de correlatie-coëfficiënt tussen de MSCI World-index en de prijs voor ruwe Brent-olie – deze bedraagt 0,31.[x] Onder een correlatie van 1,0 wordt verstaan dat beide variabelen altijd dezelfde richting op bewegen, terwijl een correlatie van -1,0 betekent dat ze altijd precies de tegenovergestelde richting op gaan. De correlatie-coëfficiënt van 0,31 impliceert dat de twee vaker wél in dezelfde richting bewegen dan niet, maar de waarde is wat ons betreft niet groot genoeg om als bewijs te dienen voor een causaal verband.[xi] Daarmee concluderen we dan ook dat de olieprijzen niet bepalend zijn voor de richting waarin de aandelenkoersen zich ontwikkelen.

Volgens onderzoek van Fisher Investments Nederland naar de vraagaanjagers voor olie en aandelen, is het gebrek aan samenhang allesbehalve verrassend. Denk maar eens na: Vóór 2007 stegen de aandelenkoersen en olieprijzen in een groeiende wereldeconomie – wat de winstcijfers en de vraag naar olie hoger stuwde.[xii] Maar in 2007 gleed de wereld af in een financiële crisis en stopten banken met leningen verstrekken. We denken dat de gevolgen voor de bedrijfswinsten op de efficiënte wijze werden ingeprijsd door de aandelenmarkten. Later, toen een recessie en de kans op een kelderende olievraag zich duidelijker aftekenden, zakte de olieprijs in.[xiii] Hetzelfde geldt naar onze mening voor 2020, toen het coronavirus de hele wereld in zijn greep kreeg en de wereldeconomie tot stilstand kwam door lockdowns die overheden hadden opgelegd. Terwijl de aandelenkoersen en de olieprijzen kelderden, geloven we dat de economische impact al snel was ingeprijsd op de aandelenmarkten en deze daardoor herstelden voordat de vraag naar olie weer opkrabbelde.[xiv] Een ander voorbeeld is 2022. Na de Russische inval in Oekraïne schoten de prijzen de hoogte in door zorgen om de olievoorraden.[xv] Maar Fisher Investments Nederland is van mening dat deze bezorgdheid schadelijker was dan de daadwerkelijke verstoringen. We ontdekten namelijk dat de getroffen landen maatregelen namen en zich aanpasten – de olieprijzen piekten in maart, om de rest van het jaar een veel rustiger verloop te laten zien.[xvi] Voor aandelen was de bezorgdheid over de olievoorraden een van de vele zorgen – waaronder de inflatie en de stijgende rente – die in juni op het sentiment en de rendementen wogen.[xvii]

Hoewel de olieprijzen slechts een beperkte correlatie vertonen met de wereldwijde markten, hebben ze wel een buitenproportionele impact op de energiesector. Uit onderzoek van Fisher Investments Nederland blijkt dat de omzet- en winstcijfers van energiebedrijven meer afhankelijk zijn van de olieprijs dan van de geproduceerde volumes – wat betekent dat stijgende prijzen gunstiger zijn voor de winst dan de omvang van de olieproductie. Dat gezegd hebbende maakt deze sector slechts 4,6% van de marktkapitalisatie uit van de MSCI World-index.[xviii] Trends in de olieprijzen zijn dus wel degelijk voelbaar, maar ze zijn wat Fisher Investments Nederland betreft zeker geen doorslaggevende factor op de wereldwijde markten.

Volg ons op social media voor de laatste marktontwikkelingen en updates van Fisher Investments Nederland:

Fisher Investments Nederland is de handelsnaam die wordt gebruikt door de vestiging van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in Nederland (“Fisher Investments Nederland”). Fisher Investments Luxembourg, Sàrl is een in Luxemburg geregistreerde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (ondernemingsnummer: B228486) wat ook handelt onder de naam Fisher Investments Europe (“”Fisher Investments Europe””). Fisher Investments Europe staat onder toezicht van de CSSF. Statutaire zetel Fisher Investments Europe: K2 Building, Forte 1, Third Floor, 2a rue Albert Borschette, L-1246 Luxembourg. Fisher Investments Europe besteedt sommige aspecten van het dagelijkse beleggingsadvies, portefeuillebeheer en portefeuillehandelingen uit aan gelieerde ondernemingen.

Dit document bevat de algemene visie van Fisher Investments Europe en dient niet te worden beschouwd als persoonlijk beleggings- of belastingadvies of een afspiegeling van de prestaties van cliënten. Er wordt niet gegarandeerd dat Fisher Investments Europe deze visie zal handhaven. Deze kan immers veranderen op grond van nieuwe informatie, analyses of heroverweging. Niets in dit document is als aanbeveling of prognose van marktomstandigheden bedoeld. Het is eerder bedoeld om een standpunt weer te geven. De huidige en toekomstige markten kunnen sterk afwijken van de hier geschetste scenario’s. Bovendien worden geen garanties gegeven met betrekking tot de nauwkeurigheid van eventuele aannames gemaakt in illustraties in dit document.

[i] Bron: FactSet, per 1-6-2023. Gebaseerd op het rendement van de MSCI World Index met nettodividenden en de spotprijzen van ruwe Brent-olie, respectievelijk 15-6-2007 t/m 9-3-2009 en 12-1-2007 t/m 4-7-2008.

[ii] Ibid. Spotprijzen van ruwe Brent-olie en rendement van de MSCI World Index met nettodividenden, 15-6-2007 t/m 4-7-2008.

[iii] Ibid. Spotprijzen van ruwe Brent-olie en rendement van de MSCI World Index met nettodividenden, 15-11-2001 t/m 10-3-2003.

[iv] Ibid. Spotprijzen van ruwe Brent-olie en rendement van de MSCI World Index met nettodividenden, 31-12-2021 t/m 8-3-2022.

[v] Ibid. Spotprijzen van ruwe Brent-olie en rendement van de MSCI World Index met nettodividenden, 19-6-2014 t/m 22-12-2015.

[vi] Ibid. Spotprijzen van ruwe Brent-olie en rendement van de MSCI World Index met nettodividenden, 4-7-2008 t/m 26-12-2008. Data voor de financiële crisis zijn gebaseerd op het rendement van de MSCI World-index met nettodividenden, 15-6-2007 t/m 9-3-2009.

[vii] Ibid. Rendement van de MSCI World-index met nettodividenden, 19-2-2020 t/m 23-3-2020 en spotprijzen van ruwe Brent-olie, 6-1-2020 t/m 21-4-2020.

[viii] Ibid. Spotprijzen van ruwe Brent-olie, 9-4-2003 t/m 9-8-2006 en rendement van de MSCI World Index met nettodividenden, 12-3-2003 t/m 15-6-2007. Een stierenmarkt is een lange periode waarin de aandelenkoersen een algemene stijging laten zien.

[ix] Ibid. Spotprijzen van ruwe Brent-olie en rendement van de MSCI World Index met nettodividenden, respectievelijk 26-12-2008 t/m 13-3-2012 en 9-3-2009 t/m 20-2-2020.

[x] Ibid. Koersrendement van de MSCI World-index in lokale valuta’s en spotprijzen van ruwe Brent-olie, wekelijks, 13-6-2003 t/m 9-6-2023. De correlatie-coëfficiënt wordt berekend in lokale valuta’s om te voorkomen dat het beeld vertekend wordt door wisselkoersen. Wisselkoersschommelingen tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.

[xi] Ibid.

[xii] Bron: FactSet en de Wereldbank, per 1-6-2023. Gebaseerd op het rendement van de MSCI World-index met netto-dividenden, de spotprijzen van ruwe Brent-olie en het mondiale bruto binnenlands product (bbp, een door de overheid berekende raming van de economische productie), 12-3-2003 t/m 15-6-2007.

[xiii] Bron: FactSet, per 1-6-2023. Gebaseerd op de spotprijzen van ruwe Brentolie, 4-7-2008 t/m 12-3-2009. Een recessie wordt doorgaans gedefinieerd als een algemene daling van de economische productie.

[xiv] Ibid. Gebaseerd op het rendement van de MSCI World Index met nettodividenden en de spotprijzen van Brent-olie, respectievelijk 19-2-2020 t/m 23-3-2020 en 6-1-2020 t/m 21-4-2020.

[xv] Ibid. Gebaseerd op de spotprijs van ruwe Brent-olie, 24-2-2022 t/m 8-3-2022.

[xvi] Ibid. Gebaseerd op de spotprijzen van ruwe Brentolie, 8-3-2022 t/m 31-5-2023.

[xvii] Ibid. Gebaseerd op het rendement van de MSCI World-index met nettodividenden, 4-1-2022 t/m 16-6-2022.

[xviii] Ibid. De energiesector als percentage van de MSCI World-index, op basis van marktkapitalisatie (een maatstaf voor de omvang van de onderneming, berekend door het aantal uitstaande aandelen te vermenigvuldigen met de huidige aandelenprijs).