Updates

Aandelen Nederland

Arcadis

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Vopak

Advies
houden
Aandelen Nederland

KPN

Advies
houden
Aandelen Nederland

Philips

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Sanofi

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Signify

Advies
houden
Aandelen Nederland

Besi

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Unilever

Advies
houden
Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
houden
Aandelen Nederland

Allfunds

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Fagron

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Netflix

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Just Eat Takeaway

Advies
houden
Aandelen Nederland

Sligro Food Group

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

LVMH

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Iberdrola

Advies
houden
Aandelen Nederland

TomTom

Advies
houden

Vrees voor recessie in eurozone lijkt ongegrond

advertorial

De cijfers over de Europese economie waren de afgelopen maanden zwak. Van vier Europese landen is het bruto binnenlands product (bbp – een overheidsschatting van de nationale economische output) gedaald in het derde kwartaal van 2018: Duitsland, Italië, Zweden en Zwitserland.[i] Van een aantal eurolanden is de industriële productie eind vorig jaar teruggevallen.[ii] De inkoopmanagersindexen (“purchasing managers’ indexes” of PMI’s zijn enquêtes die een schatting geven van het percentage bedrijven dat binnen een maand een stijging van de activiteiten verwacht) van de eurozone zijn in heel 2018 gedaald en waren ook in december voor velen teleurstellend.[iii] Bij het bestuderen van de financiële media zijn we talloze artikelen tegengekomen die ervoor waarschuwen dat deze zwakke cijfers de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn zijn, ofwel een waarschuwing vormen dat er gevaar dreigt voor de Europese economie in het algemeen en voor de eurozone in het bijzonder. Wij vinden dit echter een voorbarige conclusie. Zoals we hieronder laten zien, blijkt uit ons onderzoek dat de recente zwakke cijfers werden veroorzaakt door tijdelijke factoren en geen voorbode zijn van een dreigende recessie in Europa.De zwakke cijfers van de laatste tijd zijn volgens ons vooral toe te schrijven aan de onlangs ingevoerde EU-emissienormen voor auto’s. Deze regels, die op 1 september van kracht werden, lijken tot een vertraging in de productie te hebben geleid. Volgens schattingen van Volkswagen bijvoorbeeld zouden deze normen leiden tot een onderbreking van de productie van 200.000 tot 250.000 auto’s  in de tweede helft van 2018.[iv] In de periode van juni tot november 2018 is de Duitse autoproductie op maandbasis in vijf van de zes maanden gedaald.[v] Italiaanse autofabrikanten kampen waarschijnlijk met soortgelijke problemen, waardoor ook hun productie onder druk is komen te staan. De Italiaanse productie van transportmiddelen, waaronder auto’s, is in drie van de afgelopen vijf maanden teruggevallen.[vi]

De productievertraging vond zijn weerslag in de autoverkopen, wat waarschijnlijk heeft bijgedragen aan de groeivertraging in de eurozone. Economen hebben lang geleden al geconstateerd dat consumenten in de regel anticiperen op algemeen verwachte kosten als gevolg van strakkere regels en heffingen door eerder te kopen, d.w.z. vóór de invoering van die regels en heffingen. Het lijkt erop dat dit het geval is geweest in Europa tijdens het derde kwartaal en het begin van het vierde kwartaal. Figuur 1 laat zien dat het aantal registraties van nieuwe personenauto’s in Duitsland en Italië aan het eind van de zomer omhoogschoot en pas in september en daarna is gaan dalen. In december steeg het aantal registraties van auto’s in Italië licht, terwijl Duitsland ook in de laatste maand van het jaar een daling liet zien. Zweden maakt geen deel uit van de eurozone, maar het aantal registraties van auto’s vormt een illustratie van deze trend. De Deze laten een nog extremer beeld zien doordat de strengere emissienormen samenvielen met een nieuwe heffing op niet-elektrische voertuigen, om de overgang naar voertuigen met een lagere emissie te bevorderen.

Figuur 1: Aantal registraties van nieuwe auto’s wijst erop dat de terugval in het 3e kw. van tijdelijke aard was

Bron: FactSet, per 19/1/2019. Aantal registraties van nieuwe personenauto’s, januari 2014 – december 2018.

De daling van de industriële productie in Frankrijk, die ook de krantenkoppen haalde, lijkt een andere oorzaak te hebben: de protesten van de gele hesjes, die eind 2018 volgens de media in diverse delen van het land de industriële productie en de doorvoer verstoorden. De protesten begonnen in november, toen de Franse industriële productie terugviel met -1,3% op maandbasis.[vii] Hoewel de productiecijfers over december op het moment van schrijven nog niet beschikbaar waren, weten we wel dat de samengestelde PMI (diensten en productie) in Frankrijk is gedaald van 54,2 naar 48,7, hetgeen wijst op een lichte krimp.[viii] (Cijfers boven de 50 duiden op economische groei.) Dit had ook een negatieve impact op de samengestelde PMI van de hele eurozone, die in die maand terugviel naar 51,1, wat erop wijst dat minder bedrijven zijn gegroeid. Naar onze mening is de impact van de protesten echter, net als de problemen in de auto-industrie, van tijdelijke aard.

Bovendien zijn niet alle recente cijfers over de eurozone negatief. Behalve in Frankrijk bleven de PMI’s van de grootste economieën boven de groeigrens. Ook de detailhandelsomzet van de eurozone (exclusief motorvoertuigen) steeg tijdens het vierde kwartaal, waarbij de maanden oktober en november een groei van 0,6% op maandbasis lieten zien.[ix] Wat betreft de handel kende het kwartaal een sterke start, hoewel we alleen over de cijfers van oktober beschikken. De export steeg met 11,4% j-o-j en de import met 14,8%, wat wijst op een sterke binnenlandse vraag.[x] Hoewel de industrie volop in het nieuws stond, is het niet de belangrijkste sector van de ontwikkelde Europese economieën. Die eer valt te beurt aan de dienstensector, waarvan de detailhandelsomzet en de PMI’s een positiever beeld schetsen.

Zo hield het Duitse bbp over het algemeen goed stand, ondanks de – waarschijnlijk tijdelijk – zwakke productiecijfers. Het Duitse bureau voor de statistiek gaf in zijn persbericht bij de bbp-schattingen over heel 2018 aan dat het bbp in het vierde kwartaal niet lijkt te zijn gedaald, waardoor het land nipt aan een recessie ontsnapte (volgens een veelgebruikte definitie is dat het geval na twee opeenvolgende kwartalen met een bbp-krimp op kwartaalbasis). Hoewel uit de analyse van de cijfers blijkt dat dat niet het geval was, is het niet ongebruikelijk dat een regio zo groot als de eurozone zwakke plekken kent, ook als de samengevoegde cijfers laten zien dat de economie van de regio nog steeds groeit.

Wij denken dat de groei in de eurozone de komende tijd zal aanhouden. De afgelopen maanden zijn de Leading Economic Indexes (LEI’s) van The Conference Board in Duitsland en Frankrijk gedaald, terwijl de LEI van de eurozone als geheel nog steeds positief is. Dit wijst erop dat de groei in de regio aanhoudt, ondanks de zwakke cijfers van bepaalde landen. De LEI bestaat uit verschillende, hoofdzakelijk voorlopende indicatoren waarmee wordt getracht de economische groei te voorspellen. Hoewel de LEI van de eurozone pas sinds kort bestaat, begon geen van beide recessies uit die periode op een moment waarop de LEI hoog was en een stijgende trend liet zien. In beide gevallen daalde de LEI voordat de recessie begon.[xi]

Bovendien lijkt de eurozone over een flink economisch potentieel te beschikken. In de hele regio laat de rentecurve – een grafiek die de rente van diverse looptijden weergeeft om het verschil tussen de korte en lange rente te laten zien – nog steeds een positieve helling zien. Banken trekken geld aan tegen korte rente en lenen uit tegen lange rente. Het verschil vertegenwoordigt hun potentiële winst op de eerstvolgende te verstrekken lening. Wanneer de rentecurve een positieve helling vertoont, is het verstrekken van een lening in de regel winstgevend. Dit stimuleert de kredietverlening, zodat er meer kapitaal naar het bedrijfsleven stroomt voor toekomstige investeringen en groei. De kredietverlening van banken uit de eurozone aan niet-financiële bedrijven is in november met 4,0% j-o-j gestegen en laat al geruime tijd een stijgende lijn zien.[xii]

Het totaalbeeld dat de cijfers oproepen is dat een bepaald segment van de economie van de eurozone problemen ondervindt door reglementaire factoren, maar dat gelet op de positieve economische indicatoren de groei in de regio als geheel waarschijnlijk zal aanhouden. Naar onze mening wijst dit erop dat het schijnbaar algemeen lage verwachtingspatroon overtroffen zal worden door de economische realiteit, zodat aandelen uit de eurozone voor een positieve verrassing kunnen zorgen.

 

Fisher Investments Nederland is het Nederlandse bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited. Fisher Investments Nederland is ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel onder nummer 57731446. Als Nederlands bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited staat Fisher Investments Nederland onder toezicht van de Britse toezichthouder FCA en, op basis van kennisgeving, van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Fisher Investments Europe Limited is geautoriseerd en gereguleerd door de Britse toezichthouder Financial Conduct Authority (FCA-nummer 191609). Het is geregistreerd in Engeland (ondernemingsnummer 3850593). Fisher Investments Europe Limited heeft als maatschappelijke zetel: 2nd Floor, 6-10 Whitfield Street, London, W1T 2RE, Verenigd Koninkrijk. 

Fisher Investments Europe Limited besteedt het portefeuillebeheer uit aan zijn moedermaatschappij, Fisher Asset Management, LLC, dat opereert onder de naam Fisher Investments, gevestigd is in de VS en onder toezicht van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission staat. 

Beleggen op de beurs brengt het risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie of betrouwbare indicatie van toekomstig rendement. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.

 

[i] Bron: Eurostat, per 25/1/2019. Reële bbp-groei in Duitsland, Italië, Zweden en Zwitserland in het 3e kw. van 2018.

[ii] Bron: Eurostat, per 25/1/2019. Totale industriële productie in november 2018 in Duitsland, Italië en Frankrijk.

[iii] Bron: IHS Markit, per 25/1/2019. Samengestelde PMI van de eurozone, januari – december 2018.

[iv] “VW Says 250,000 Cars Could Be Delayed by New Testing Rules,” Andreas Cremer en Jan Schwartz, Reuters, 8/6/2018.

[v] Bron: FactSet, per 18/1/2019.

[vi] Ibid.

[vii] Ibid.

[viii] Bron: IHS Markit, per 16/1/2019.

[ix] Bron: FactSet, per 14/1/2019.

[x] Ibid.

[xi] Bron: The Conference Board, per 18/1/2019.

[xii] Bron: ECB, per 18/1/2019. Totale leningen aan niet-financiële bedrijven, aangepast voor verkopen van leningen, effectisering en notional cash pooling, november 2018.