Chinese bedrijven tussen twee vuren
Het aandeel van China in de wereldeconomie is in het afgelopen decennium toegenomen van 13,7 naar 18,7%. Door de relatief snelle groei van de Chinese economie is het een kwestie van tijd voordat de grens van 20% wordt doorbroken. Wat betreft totale beurswaarde hebben bedrijven uit China die horde zelfs al genomen. Dankzij een koersstijging van ruim 40% vorig jaar kwam dit bedrag eind vorig jaar uit op $16,7 bln. Alleen Amerikaanse bedrijven hebben een grotere totale beurswaarde: $41,6 bln.
Intussen weegt China nog maar voor minder dan 5% mee in de MSCI AC World Index. En in de portefeuille van veel Nederlandse particuliere beleggers zal dat percentage zelfs nóg lager liggen. Alleen al de uitdijende middenklasse in het land maakt het echter de moeite waard om meer geld in Chinese aandelen te beleggen. Beleggers moeten echter goed nadenken hoe ze dat doen. Een conflict tussen China en de VS betekent mogelijk een hindernis.
Van handelsoorlog naar beursoorlog
De afgelopen jaren had de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump bij vlagen een grote invloed op het beurssentiment. Hoewel zijn opvolger Joe Biden minder de confrontatie met China zoekt dan zijn voorganger, hangt één maatregel als een zwaard van Damocles boven de aandelen van een aantal prominente Chinese bedrijven. Toezichthouder PCAOB maakte de afgelopen maanden namelijk werk van een wet die tijdens het Trump-bewind is opgesteld.
Die Holding Foreign Companies Accountable Act (HFCAA) schrijft voor dat buitenlandse bedrijven hun boeken moeten openstellen voor Amerikaanse accountantscontroles. Ondernemingen die dat niet doen, lopen het risico dat hun aandelen vanaf 2024 niet meer verhandeld mogen worden op Amerikaanse beurzen.
De geschiedenis leert dat dit geen loze dreigementen zijn. In mei werd de notering van China Telecom, China Mobile en China Unicom aan de NYSE beëindigd. De telecombedrijven zouden banden hebben met het Chinese leger, en Amerikanen mogen er daarom als gevolg van nieuwe regelgeving geen geld in steken.
Hoog spel
Je zou denken dat de Chinese overheid maatregelen neemt om de deur naar Wall Street open te houden. Buitenlands kapitaal is immers een belangrijke voedingsbron van de groeimotor van bedrijven uit dat land. In plaats daarvan worden echter de regels voor ondernemingen met een (dubbel)notering in de Verenigde Staten aangescherpt. Een recent voorbeeld is de wijze waarop Tencent gedwongen werd om afstand te doen van bepaalde muzieklicenties.
Harvard-professor Jesse Fried speculeerde er onlangs op dat dit een tactiek is om beursfondsen onder aantrekkelijke voorwaarden naar de thuismarkt te laten verkassen. Qihoo 360 is een goed voorbeeld van hoe die strategie werkt. Na een koersdaling van circa 50% in 2015 bracht een groep investeerders onder leiding van topman Zhou Hongyi een bod uit. De firma verdween voor $9,3 mrd van de Amerikaanse beurs en kreeg kort daarop een notering aan de beurs van Shanghai. Door een flinke koersstijging liep de bedrijfswaarde op tot meer dan $55 mrd twee jaar later.
Aanhoudende koersdruk of instapmoment
Dit spelletje kan China niet spelen met alle 248 bedrijven uit het land met een Amerikaanse notering. Een voormalig PCAOB-onderhandelaar vertelt in zakenblad Barrons dat de kans groot is dat beide landen uiteindelijk een compromis bereiken. Dat kan echter nog lange tijd duren. En in de tussentijd houdt de koersdruk aan door dubbele onzekerheid, die over de HFCAA en die over de Chinese maatregelen.
Mogelijk blijkt over enkele maanden of jaren dat de huidige dip een heel goed instapmoment zou zijn geweest voor dominante Chinese bedrijven als Tencent, Baidu en Alibaba. In de tussentijd kan de lokale beurs, waar de A-shares worden verhandeld, een alternatief zijn voor beleggers. Er zijn verschillende ETF’s die het koersverloop van de Chinese A-Shares volgen.
Goede, actief beheerde fondsen kunnen in deze door particuliere beleggers gedomineerde markt overigens vaak goed presteren. Allianz China A Shares (ISIN LU1997245417) en Robeco Chinese A-Share Equities (ISIN: LU1664415285) zijn voorbeelden van fondsen die de afgelopen drie jaar de index (gemiddeld rendement 18,5%) met acht procentpunten per jaar of meer voorbleven.