‘Grote mogelijkheden voor nutssector’
Duurzame energie staat op de drempel van een gouden eeuw, stelt Bank of America Merrill Lynch (BofAML). De bank geeft vier argumenten voor deze stelling. De belangrijkste is dat overheden meer werk willen maken van CO2-reductie. Dat leidt tot aanpassingen in het energiebeleid en tot extra investeringen in duurzame energie. Volgens BofAML kunnen die investeringen over de periode 2020-2030 oplopen tot in totaal €450-600 mrd. Het rendement op investeringen in duurzame energie stijgt door technologische vooruitgang en meer efficiënte bouw en ontwikkeling van wind- en zonne-energieprojecten.
Tegelijkertijd dalen de financieringslasten van de nutsbedrijven, de ontwikkelaars van deze zeer kapitaalintensieve projecten. Nutsbedrijven met een BBB-credit rating kunnen nu een procentpunt goedkoper lenen dan een jaar geleden, en zelfs drie procentpunt goedkoper dan drie jaar geleden. De vierde en laatste positieve trend voor duurzame energie is de groeiende vraag naar duurzame beleggingen van institutionele en particuliere beleggers. Zo zijn onder meer pensioenfondsen geïnteresseerd in opgeleverde duurzame energieprojecten vanwege de lange stroom van vastgelegde en dus veilige inkomsten. De nutsbedrijven die deze projecten ontwikkelen, zijn bereid deze geheel of gedeeltelijk te verkopen om weer nieuwe projecten te kunnen starten.
Koopwaardig
Duurzaam beleggen is bovendien de snelst groeiende ‘smart beta’-strategie onder ETF-beleggers. Smart beta is een verzamelnaam van ETF’s die indices volgen die niet zijn samengesteld op basis van andere criteria dan beurswaarde. Denk aan indices waarin aandelen gerangschikt zijn op lage beweeglijkheid of een lage waardering. Of op basis van duurzaamheidscriteria. Over de afgelopen vijf jaar lag de gemiddelde groei van het beheerd vermogen van duurzame ETF’s op meer dan 55% per jaar, berekende BofAML.
Het probleem is het aanbod van echt duurzame beleggingen minder hard stijgt dan de vraag ernaar. In het universum van nutsbedrijven dat BofAML volgt zijn er slechts twee die meer dan 90% van de operationele winst behalen met duurzame energieprojecten: het Deense Orsted en het Portugese EDPR. Beide aandelen zijn koopwaardig, aldus de bank.
Maar ook andere nutsbedrijven profiteren van de groei van duurzame energie. Bijvoorbeeld het Duitse RWE, dat transformeert van een van de meest vervuilende stroomproducenten tot een nutsbedrijf dat meer dan 60% van de operationele winst uit duurzame energie haalt. Ook RWE is koopwaardig, net als het Italiaanse Enel en het Britse SSE. Deze beide bedrijven voeren de investeringen in duurzame energie op.