Nabeurs: van groei naar waarde

Het huidige cijferseizoen ontpopt zich tot een spannende periode voor beleggers. Bedrijven worden soms keihard afgerekend op zwakke groeicijfers, zo bleek deze week bij Facebook en daarvoor al bij Wessanen.

Er zijn meer overeenkomsten tussen het Amerikaanse internetbedrijf en de Nederlandse fabrikant van organische voeding dan je zou denken. Op de beurs hadden beide ondernemingen een flinke waardering. Facebook werd verhandeld voor 28 maal de verwachte winst en voor Wessanen was dat zelfs 33. Beide aandelen hebben bovendien een flinke koersstijging achter de rug. Tot vlak voor de cijferpresentatie was de koers van de twee aandelen in vijf jaar tijd met circa 500% opgelopen. En in beide gevallen ging er circa 20% van de koers af toen bij de cijferpresentatie bleek dat de groeivooruitzichten minder mooi zijn dan beleggers hadden ingecalculeerd.

Waarde versus groei

Wessanen en Facebook staan overigens niet op zich. Ook Netflix ging afgelopen week hard onderuit na de cijferpublicatie en hetzelfde geldt voor Twitter. Het zou zomaar kunnen dat over een aantal jaren het huidige cijferseizoen de omslag blijkt te zijn geweest naar een periode waarin waardebeleggen weer lucratiever werd dan groeibeleggen.

Het vorige omslagpunt in die cyclus is alweer ruim tien jaar geleden. Het gemiddelde rendement van de S&P Growth Index – waarin bedrijven uit de S&P 500 Index zijn opgenomen met goede groeivooruitzichten – komt over de periode sinds juli 2008 uit op gemiddeld 10,8%. Iemand die in juli 2008 $1000 in de groei-index had belegd, heeft dit bedrag sindsdien zien groeien naar ruim $2.700. Voor de S&P Value Index – met daarin laag gewaardeerde aandelen – bedraagt het gemiddelde rendement slechts 6,0%. Een investering van €1000 had minder dan €1800 opgeleverd.

Klappen voor waardesectoren

Het is te eenvoudig om het recente succes van groeiaandelen toe te schijven aan de opmars van technologiereuzen zoals Apple, Amazon, Alphabet en later ook Facebook. Dankzij koersstijgingen van honderden procenten was dit kwartet onlangs goed voor bijna 15% van de totale waarde van de S&P500. Minstens zo belangrijk zijn de tegenvallers waarmee traditionele waarde-sectoren in het afgelopen decennium kampten. Financials werden bijvoorbeeld buitenproportioneel hard getroffen door de kredietcrisis, die in het najaar van 2008 een hoogtepunt bereikte. Hierdoor daalde de S&P Value Index binnen enkele maanden met meer dan 50%, tegenover minder dan 40% voor de Growth Index. Een andere tegenvaller was een daling van de olieprijs met bijna 70% in 2014 en 2015. Daardoor maakten energiebedrijven een heel lastige periode door.

Stokje overnemen

Kijkend naar financiële ratio’s, is de keuze makkelijk gemaakt. Voor de S&P500 Growth Index betalen beleggers momenteel bijna 20 maal de verwachte winst. Bij de waarde-index ligt die waardering onder de 14. Bovendien ligt het dividendrendement van waardeaandelen met 2,7% bijna dubbel zo hoog als dat van groeiaandelen. Ten slotte is de tegenwind voor financials en de energiesector grotendeels gaan liggen. Partijen in de financiële sector hebben de balansen hersteld, terwijl de energiesector profiteert van een olieprijs die de laatste tijd uit het dal klimt.

Groeiaandelen hebben in de afgelopen periode hun waarde zonder meer bewezen. De tijd lijkt rijp voor waardeaandelen om de komende tijd dit stokje over te nemen. Beleggers doen er goed aan om hun posities in groeiaandelen eens goed tegen het licht te houden en om selectief op zoek te gaan naar kansen in sectoren zoals energie, nutsbedrijven en basismaterialen.