2017 was het jaar van de ETF
ETF’s beleven een ‘boom’ als nooit te voren. Het afgelopen jaar stroomde (tot en met november) ruim $600 mrd extra naar ETF’s, een nieuw jaarrecord. Ter vergelijking: over dezelfde periode stroomde er naar actieve- en indexfondsen tezamen ruim $1,2 bln. ETF’s groeiden dus in absolute bedragen met ongeveer de helft van de actieve- en indexfondsen. Dat is een hele prestatie, omdat het totaal belegde vermogen in ETF’s nog beduidend kleiner is dan dat van actieve- en indexfondsen.
De argumenten voor de populariteit van ETF’s zijn bekend: transparantie, lage kosten en grote verhandelbaarheid. We bekijken deze groei vanuit drie dimensies: beleggingscategorieën, fondshuizen en land van oprichting. De groei doet zich overal voor, maar het gaat niet op alle plekken even hard.
Beleggingscategorieën
In de ETF-markt kregen aandelen-ETF’s vorig jaar in absolute bedragen de meeste instroom. In onderstaande tabel is te zien dat er vorig jaar $426 mrd bij kwam (+19,2%). Deze groei is gemakkelijk verklaarbaar, gezien de goede prestaties die de aandelen in 2017 hebben laten zien. Die zijn wereldwijd gestegen, en beleggers hebben met deze trend meegedaan door vooral in ETF’s te beleggen. Actieve- en indexfondsen profiteerden veel minder van de goede ontwikkelingen op de aandelenmarkten. Hier bleef de groei namelijk steken op een kleine procent (zie ook het artikel ‘Amerikaanse fondshuizen domineren de markt’ in de vorige editie van Beleggers Belangen).
Tabel 1: vermogensgroei per beleggingscategorie
Beleggingscategorie | AUM-mutatie YTD ($)* | AUM-groei in % | Marktaandeel (%) | # fondsen |
Mixfondsen | 959 | 16,4% | 0,2% | 97 |
Alternatives | 8.137 | 8,1% | 2,6% | 1.217 |
Grondstoffen | 10.060 | 4,9% | 1,0% | 555 |
Convertibles | 1.233 | 45,2% | 0,1% | 5 |
Aandelen | 426.245 | 19,2% | 74,1% | 3.615 |
Obligaties | 155.166 | 27,2% | 21,5% | 859 |
Belastingefficiënt | 4.664 | 27,1% | 0,6% | 40 |
Divers | 723 | 39,6% | 0,2% | 175 |
Niet-geclassificeerd | 332 | 33,9% | 0,0% | 175 |
Money Market | 892 | 14,5% | -0,3% | 29 |
Index | 583.896 | 19,5% | 95,4% | 6.257 |
Nonindex | 24.514 | 50,8% | 4,6% | 510 |
Strategic beta, rendementgedreven | 60.071 | 14,9% | 11,2% | 918 |
Strategic beta, risicogedrevven | 4.407 | 4,0% | 3,3% | 113 |
Strategic beta, anders | 7.028 | 13,1% | 2,0% | 317 |
Marktkapitalisatie of nonindex | 536.904 | 21,2% | 83,5% | 4.660 |
*geschat in miljoenen dollars, bron Morningstar |
||||
AUM= Assets Under Management = beheerd vermogen |
Hoe groot de instroom in aandelen-ETF’s ook is geweest, eigenlijk hebben obligatie-ETF’s een nóg opmerkelijker prestatie neergezet. De groei is daar met 27,2% namelijk relatief groter geweest dan de 19,2% van de aandelen-ETF’s. Dat is vooral bijzonder omdat obligaties op zich het vorig jaar niet goed hebben gedaan. 2017 heeft duidelijk gemaakt dat veel obligatiebeleggers hun individuele obligaties hebben omgeruild voor obligatie-ETF’s (en obligatie-indexfondsen).
Het wordt obligatiebeleggers tegenwoordig niet meer zo gemakkelijk gemaakt. Zo wordt bij obligatie-emissies steeds vaker een hoge minimale inleg vereist. Ook de liquiditeit van veel obligaties is niet groot meer, omdat zakenbanken zich door strengere regels terugtrekken als handelaar. Obligatie-ETF’s lossen in dit klimaat twee problemen op: ze bieden goedkope spreiding en ze zijn beter verhandelbaar dan individuele obligaties.
Convertible-ETFs groeien sterk
Relatief gezien is de groei in convertible-ETF’s in 2017 overigens nog indrukwekkender dan die van obligatie-ETF’s. Ze noteerden een toename van 45,2%, tegenover een daling van een kleine 2% voor actieve- en indexfondsen in convertibles.
Ook alternatieve ETF’s, die geen ‘normaal’ naar marktkapitalisatie gewogen indices volgen, groeiden flink. De groei in actieve ETF’s, was hier relatief het grootst (meer dan 50%), hoewel het marktaandeel van dergelijke minder transparante ETF’s met nog geen 5% nog steeds erg klein is.
Verder is er groei geweest in multi-asset-ETF’s (die spreiden over aandelen en obligaties). Voor kleinere beleggers lossen dergelijke ETF’s meteen het assetallocatieprobleem op. Ze hoeven immer niet meer na te denken over de spreiding over de verschillende beleggingscategorieën.
Tot slot is er groei geweest in strategic of alternative beta-ETF’s. Dit zijn ETF’s die wel een index volgen, maar niet standaard een marktkapitalisatiegewogen index. Deze ETF’s gaan uit van indices die wegen op basis van andere factoren, zoals de waardering of beweeglijkheid van de onderliggende indexonderdelen. Opvallend is echter dat de groei in deze ETF’s ten opzichte van 2015 en 2016 is afgenomen.
De groei in de gewone ‘plain vanilla’ ETF’s is in 2017 flink groter geweest. De grote groeiers waren vorig jaar ETF’s als de iShares Core S&P 500 ETF (IVV), de iShares Core MSCI EAFE ETF (IEFA) en de Vanguard FTSE Developed Markets ETF (VEA). Bij deze ETF’s spreken blijkbaar de grote spreiding en lage kosten – beduidend lager dan bij de duurdere strategic beta-ETF’s – beleggers enorm aan.
Fondshuizen
Drie Amerikaanse fondshuizen, iShares, Vanguard en State Street, hebben nu 70% van de ETF-markt in handen, en weten die positie ook verder uit te breiden. Hoe groter de ETF’s, hoger lager de kosten en hoe meer ze beleggers aantrekken. Toch wordt de top van het klassement hier niet zo gedomineerd door Amerikaanse huizen als bij de actieve en indexfondsen. Ook diverse Japanse en Europese fondshuizen staan hoog in het klassement.
Opvallend is de groei bij het Amerikaanse Charles Schwab, met ruim $24 mrd extra vermogen (zie onderstaande tabel). Schwab speelt met succes in op de wens van veel Amerikaanse beleggingsadviseurs om totale assetallocatie-oplossingen voor hun cliënten te bieden. De ETF’s zijn dan de basis voor een totaalplaatje. De assetallocatie wordt met behulp van automatische algoritmen aangepast op basis van het risicoprofiel en de beleggingshorizon van de klant. Het zogeheten robo-advising laat zich kennelijk goed combineren met ETF’s. Dat verklaart in het algemeen een deel van de groei van ETF’s.
Tabel 2: Klassement fondshuizen op basis van beheerd vermogen
Fondshuis | Rank nu | YTD-mutatie* | AUM totaal** | Marktaandeel (%) | Rank 2016 | # fondsen |
iShares | 1 | 235.847 | 1.753 | 37,60 | 1 | 810 |
Vanguard | 2 | 135.984 | 887 | 19,03 | 2 | 134 |
State Street | 3 | 19.913 | 639 | 13,70 | 3 | 243 |
PowerShares | 4 | 9.190 | 140 | 3,00 | 4 | 159 |
Nomura | 5 | 19.627 | 120 | 2,57 | 5 | 52 |
Charles Schwab | 6 | 24.292 | 96 | 2,05 | 7 | 22 |
db Xtrackers | 7 | 11.256 | 83 | 1,77 | 6 | 187 |
Lyxor | 8 | 14.845 | 76 | 1,64 | 8 | 212 |
UBS | 9 | 11.539 | 57 | 1,23 | 11 | 251 |
First Trust | 10 | 8.597 | 57 | 1,22 | 9 | 140 |
Nikko AM | 11 | 11.410 | 56 | 1,21 | 12 | 29 |
Daiwa | 12 | 9.934 | 53 | 1,14 | 13 | 39 |
WisdomTree | 13 | 1.435 | 48 | 1,03 | 10 | 115 |
Amundi | 14 | 11.501 | 45 | 0,96 | 18 | 116 |
Guggenheim | 15 | 3.291 | 39 | 0,84 | 14 | 79 |
BMO | 16 | 7.380 | 37 | 0,78 | 17 | 102 |
Van Eck | 17 | 2.618 | 34 | 0,73 | 15 | 64 |
ProShares | 18 | 2.363 | 30 | 0,64 | 16 | 134 |
PIMCO | 19 | 4.478 | 24 | 0,51 | 20 | 25 |
Think ETFs | 65 | (190) | 1,8 | 0,04 | 57 | 14 |
* in miljoenen dollars | ||||||
** in miljarden dollars | ||||||
YTD= Year to date | ||||||
AUM= Assets Under Management = beheerd vermogen | ||||||
Bron: Morningstar |
Schwab is tezamen met de andere drie reuzen verantwoordelijk voor bijna 80% van de groei in de ETF-markt van 2017. Blijkbaar geldt ‘the winners take it all’. Kleinere huizen leggen zich noodgedwongen toe op gespecialiseerde ETF’s, zoals strategic beta en speciale sectoren – kruimels die de grote jongens laten liggen. Opvallend is dat Nederland hoegenaamd geen rol speelt in de ETF-industrie. Think ETF’S is eigenlijk de enige aanbieder, en deze kreeg volgens Morningstar in 2017 ook nog eens te maken met netto-uitstroom.
Land van oprichting
De ETF-industrie is verreweg het best ontwikkeld in de VS. Het land kent de grootste aanbieders en de grootste instroom. Bovendien beleggen Amerikanen relatief gezien meer passief dan Europeanen. Ten opzichte van actieve- en indexfondsen speelt Japan nu een veel grotere rol: diverse grote aanbieders met relatief veel groei. Opvallend aan het klassement van landen van oprichting (zie onderstaande tabel) is verder dat Ierland een veel dominantere rol speelt dan Luxemburg. Het laatste land is weer veel actiever bij actieve- en indexfondsen.
Tabel 3: Land van oprichting
Land van oprichting | Rank nu | YTD-mutatie* | AUM-totaal** | Marktaandeel % | Rank 2016 | Total |
VS | 1 | 423.596 | 3.370 | 72,3% | 1 | 2.120 |
Ierland | 2 | 58.377 | 425 | 9,1% | 2 | 716 |
Japan | 3 | 48.995 | 268 | 5,8% | 3 | 184 |
Luxemburg | 4 | 25.636 | 137 | 2,9% | 4 | 504 |
Canada | 5 | 18.720 | 113 | 2,4% | 5 | 565 |
Frankrijk | 6 | 15.087 | 98 | 2,1% | 6 | 245 |
Duitsland | 7 | 6.190 | 75 | 1,6% | 7 | 323 |
Zuid-Korea | 8 | 2.861 | 29 | 0,6% | 10 | 321 |
Zwitserland | 9 | 795 | 28 | 0,6% | 9 | 146 |
Hong Kong | 10 | (4.791) | 25 | 0,5% | 8 | 115 |
Nederland | 20 | (190) | 2 | 0,0% | 19 | 39 |
* in miljoenen dollars | ||||||
** in miljarden dollars | ||||||
YTD= Year to date | ||||||
AUM= Assets Under Management = Beheerd vermogen | ||||||
Bron: Morningstar |
Opnieuw valt de beschamende rol op die Nederland speelt als fondsaanbieder: plaats 20 op een lijst van in totaal 34 landen in de wereld waarin ETF’s worden opgericht. Die matige prestatie zien we ook bij actieve fondsen, en dat zou eigenlijk eens nader onderzocht moeten worden. Nederland zou immers goed geëquipeerd moeten zijn om een groot fondsenland te worden: groot belegd vermogen, veel handelsverdragen met de rest van de wereld en een goed opleidingsniveau van de beroepsbevolking.
Verwachtingen voor 2018
ETF’s zijn wat betreft in- en uitstroom gevoeliger voor de algemene beursontwikkelingen dan actieve fondsen. Beleggers kunnen immers met ETF’s snel in- en uitstappen. Wat betreft de ‘asset flows’ zal dus veel afhangen van wat de verschillende beleggingscategorieën gaan doen. Niettemin zal de groei in ETF’s – relatief, ten opzichte van actieve- en indexfondsen – doorgaan.
Of strategic beta-ETF’s weer hun sterke groei van voor 2017 oppakken hangt mede af van de tariefstructuur. De kosten zullen omlaag moeten om beleggers ervoor te interesseren. Wat betreft de strategic beta-ETF zien we verder een ontwikkeling naar multifactorbeleggen in plaats van inzetten op één strategische factor.
Ook zullen er, net als de laatste jaren, weer diverse niche-ETF’s ontwikkeld worden. Dit jaar zullen die waarschijnlijk cryptocurrencies en diverse schaarse grondstoffen als basis hebben. Of ze allemaal overleven, hangt af van de bestendigheid van de achterliggende hypes.
Tot slot zal er ook meer aandacht komen voor duurzaamheid. Dat was tot voor kort vooral het domein van actieve- en indexfondsen. Ook ETF-aanbieders voelen echter de druk van beleggers om duurzamer te acteren.