Snurer blikt vooruit: de klok tikt
De S&P 500 kruipt gestaag richting het niveau van 2.134,72 punten, de all time high van 20 mei 2015. Het is een kwestie van tijd voordat de richtinggevende index zijn hoogterecord eruit zal nemen, ware het niet dat de klok tikt en de stier oud begint te worden. De huidige bullmarkt vierde op 6 maart 2016 haar zevende verjaardag zonder dat de S&P 500 tussentijds een correctie van 20 procent liet optekenen.
De winstrecessie van Amerikaanse bedrijven en de sombere berichtgeving over de mondiale economie wegen bij tijd en wijle zwaar op het gemoed van beleggers
Over correcties gesproken, de laatste tijd vertoont de index wel tekenen van topvorming, of moeten we zeggen vermoeidheid. De winstrecessie van Amerikaanse bedrijven en de sombere berichtgeving over de mondiale economie wegen bij tijd en wijle zwaar op het gemoed van beleggers. Te meer daar aandelen op Wall Street in historisch perspectief niet goedkoop zijn, maar in vergelijking met de lage couponrente van obligaties ook niet echt duur. Wat hoopvol stemt is de koersontwikkeling van consumentenaandelen; in zekere zin zijn zij de sterkhouders van Wall Street. De sectorindex van verbruiksgoederen won vorig jaar 6,6% en laat ook dit jaar al een stijging zien van 4,8%, terwijl de S&P 500 telkens min of meer ter plaatse trappelde.
Ook in Europa zetten consumentenaandelen in 2015 en in 2016 hun beste voet voor. De sectorindex steeg vorig jaar twee keer zo veel als de STOXX Europe 600 en zit dit jaar op nullijn terwijl de brede Europese index tegen een verlies aankijkt van een 6%. En net als op Wall Street steekt op de Europese aandelenmarkten de index van verbruiksgoederen boven de andere sectorindices uit. Echter in tegenstelling tot de S&P 500 heeft de STOXX Europe 600 nog een lange weg te gaan vooraleer zij de all time high van 15 april 2015 kan breken. Europese aandelen moeten daarvoor eerst een afstand van 72,12 punten overbruggen. Dat komt neer op een stijging van 21%.
Op de Europese aandelenmarkten is niet alleen de afstand tot de all time high groter dan op Wall Street, ook de muur van zorgen is bij ons hoger. Al de problemen waarmee beleggers in de Verenigde Staten worstelen, die baren ook de Europese belegger zorgen, maar op de een of andere manier geraken wij verzeild van de ene eurocrisis in de andere die telkens weer op een pijnlijke wijze de problemen van de Europese Unie openbaart, denk aan de Griekse schuldencrisis, de vluchtelingencrisis, het referendum over Oekraïne, et cetera. De problemen hangen niet samen, maar ze tonen wel aan dat lidstaten van de Europese Unie moeite hebben met het solidariteitsprincipe en gesteld zijn op hun soevereiniteit.
Het Verenigd Koninkrijk zelfs in die mate dat het op 23 juni de bevolking zal raadplegen of die vóór of tegen een lidmaatschap van de Europese Unie is. Als de Britten daadwerkelijk voor een exit kiezen, dan heeft dat niet alleen gevolgen voor het financiële landschap in Europa, maar ook voor de Britse industrie, voor bedrijven (lees: aandelen) die gericht zijn op de binnenlandse economie. Het grote probleem van de Europese Unie is niet zozeer Brexit, een eventueel uittreden van de Britten, maar een uitholling van het Akkoord van Schengen. De herinvoering van de permanente grenscontroles belemmert het vrije verkeer van personen en goederen én het kost handenvol geld. Handelsbarrières gaan ten koste van het bruto binnenlands product en daarmee de economische groei en die is in Europa al zorgwekkend laag.
Ook gratis toegankelijk: Tien aandelen zonder prijskaartje