Buy British: vijf kooptips

Volgens de ramingen van het Internationaal Monetair Fonds groeit in 2014 de economie in Groot-Brittannië andermaal harder dan de Duitse of de Franse economie.

Net als veel landen heeft de Britse economie de afgelopen jaren te lijden gehad onder de schuldencrisis en daarnaast was de tweede grootste economie van de Europese Unie ook niet immuun tegen de problemen in de eurozone. In Groot-Brittannië steeg de werkloosheid veel sneller dan in Frankrijk en Duitsland waar zij de facto daalde, maar de laatste maanden is de situatie op de arbeidsmarkt duidelijk verbeterd.

Waar begin deze maand nog de Europese Centrale Bank verrassend snel de basisrente verlaagde om de economieën van de eurozone een duw in de rug te geven en het gevaar van deflatie af te wenden, vrezen sommige marktwaarnemers dat de Britse centrale bank de historisch lage rente eerder vroeg dan laat zal optrekken.

Al laat de export te wensen over, het onderliggende economisch plaatje ziet er voor Groot-Brittannië rooskleurig uit. De daling van de export wordt ruimschoots gecompenseerd door de toename van bedrijfsinvesteringen en de opleving van de bouwsector. De verdere verbetering van het ondernemersvertrouwen suggereert dat de bedrijven zullen blijven investeren en de relatief lage koers van het pond maakt het waarschijnlijk dat ook de omzet van Britse exporteurs zal aantrekken.

Over naar de beurs

Op de wind van gisteren kun je vandaag niet zeilen. Als je naar de grafiek van de FTSE 100 kijkt, dan zie je dat de aandelenkoersen in Londen behoorlijk omhoog zijn gevlogen. Beleggers hebben duidelijk al een groot voorschot genomen op de economische opleving in Groot-Brittannië.

De vraag van één miljoen: heeft de FTSE 100 voldoende wind in de rug om de zware weerstandszone te doorbreken? De waarderingen zijn behoorlijk opgelopen. De honderd grootste beursgenoteerde bedrijven, noteren tegen 20 keer de winst van de afgelopen twaalf maanden. Dat is fors meer dan de 9,3 van september 2011, maar ook een stuk minder dan de 78,6 in augustus 2009. Ook qua dividendrendement vallen de waarderingen mee. Het ligt nu net onder de vier procent versus een historisch gemiddelde van 3,1 procent.

Het blijft echter zaak om alert te blijven voor een structurele trendwijziging van de S&P 500. De Britse hoofdindex gedraagt zich meer als andere Europese indices als een Amerikaanse index. Wereldwijd kijken beleggers naar Wall Street voor richtinggevend nieuws, de Britten echter volgen de ontwikkelingen op de voet. In de afgelopen 24 maanden was de correlatie tussen de S&P 500 en de FTSE 100 een verbazingwekkende 89 procent, die van de Duitse DAX of de AEX 80 procent.

Het heeft er alle schijn van dat het beursfeest gesponsord wordt door de Federal Reserve. Als de Amerikaanse centrale bank haar obligatie-opkoopprogramma’s afbouwt, dan bestaat er een reële kans dat Wall Street koers zet naar het zuiden.

Hoewel aan elk feest een eind komt, lijkt het erop dat de hausse op Wall Street nog niet voorbij is. December is van oudsher de beste maand van het jaar, waarbij in de laatste handelsweken van het jaar de aandelenportefeuilles nog worden opgepoetst met de grootste stijgers. Window dressing is een techniek waar ook Britse fondsbeheerders zich graag van bedienen.

Een en ander laat uitschijnen dat de FTSE 100 op korte termijn de weerstandszone kan doorbreken. Indien je verwacht dat Foetsie weldra uitbreekt, dan kun je je oog beter laten vallen op hoogvolatiele aandelen die sterk meedeinen met de brede koersontwikkeling. Denk hierbij aan fondsen als automobielbedrijf GKN, luchtvaartmaatschappij International Consolidated Airlines, Lloyds Banking, levensverzekeraar Prudential en vermogensbeheerders Schroders. Dit zijn de aandelen uit de Foetsie met vrij hoge bèta’s en als de beursrally doorzet, is de kans groot dat zij ook verder stijgen. @ Ivan Snurer

Volgens de ramingen van het Internationaal Monetair Fonds groeit in 2014 de economie in Groot-Brittannië andermaal harder dan de Duitse of de Franse economie.

Net als veel landen heeft de Britse economie de afgelopen jaren te lijden gehad onder de schuldencrisis en daarnaast was de tweede grootste economie van de Europese Unie ook niet immuun tegen de problemen in de eurozone. In Groot-Brittannië steeg de werkloosheid veel sneller dan in Frankrijk en Duitsland waar zij de facto daalde, maar de laatste maanden is de situatie op de arbeidsmarkt duidelijk verbeterd.

Waar begin deze maand nog de Europese Centrale Bank verrassend snel de basisrente verlaagde om de economieën van de eurozone een duw in de rug te geven en het gevaar van deflatie af te wenden, vrezen sommige marktwaarnemers dat de Britse centrale bank de historisch lage rente eerder vroeg dan laat zal optrekken.

Al laat de export te wensen over, het onderliggende economisch plaatje ziet er voor Groot-Brittannië rooskleurig uit. De daling van de export wordt ruimschoots gecompenseerd door de toename van bedrijfsinvesteringen en de opleving van de bouwsector. De verdere verbetering van het ondernemersvertrouwen suggereert dat de bedrijven zullen blijven investeren en de relatief lage koers van het pond maakt het waarschijnlijk dat ook de omzet van Britse exporteurs zal aantrekken.

Over naar de beurs

Op de wind van gisteren kun je vandaag niet zeilen. Als je naar de grafiek van de FTSE 100 kijkt, dan zie je dat de aandelenkoersen in Londen behoorlijk omhoog zijn gevlogen. Beleggers hebben duidelijk al een groot voorschot genomen op de economische opleving in Groot-Brittannië.

De vraag van één miljoen: heeft de FTSE 100 voldoende wind in de rug om de zware weerstandszone te doorbreken? De waarderingen zijn behoorlijk opgelopen. De honderd grootste beursgenoteerde bedrijven, noteren tegen 20 keer de winst van de afgelopen twaalf maanden. Dat is fors meer dan de 9,3 van september 2011, maar ook een stuk minder dan de 78,6 in augustus 2009. Ook qua dividendrendement vallen de waarderingen mee. Het ligt nu net onder de vier procent versus een historisch gemiddelde van 3,1 procent.

Het blijft echter zaak om alert te blijven voor een structurele trendwijziging van de S&P 500. De Britse hoofdindex gedraagt zich meer als andere Europese indices als een Amerikaanse index. Wereldwijd kijken beleggers naar Wall Street voor richtinggevend nieuws, de Britten echter volgen de ontwikkelingen op de voet. In de afgelopen 24 maanden was de correlatie tussen de S&P 500 en de FTSE 100 een verbazingwekkende 89 procent, die van de Duitse DAX of de AEX 80 procent.

Het heeft er alle schijn van dat het beursfeest gesponsord wordt door de Federal Reserve. Als de Amerikaanse centrale bank haar obligatie-opkoopprogramma’s afbouwt, dan bestaat er een reële kans dat Wall Street koers zet naar het zuiden.

Hoewel aan elk feest een eind komt, lijkt het erop dat de hausse op Wall Street nog niet voorbij is. December is van oudsher de beste maand van het jaar, waarbij in de laatste handelsweken van het jaar de aandelenportefeuilles nog worden opgepoetst met de grootste stijgers. Window dressing is een techniek waar ook Britse fondsbeheerders zich graag van bedienen.

Een en ander laat uitschijnen dat de FTSE 100 op korte termijn de weerstandszone kan doorbreken. Indien je verwacht dat Foetsie weldra uitbreekt, dan kun je je oog beter laten vallen op hoogvolatiele aandelen die sterk meedeinen met de brede koersontwikkeling. Denk hierbij aan fondsen als automobielbedrijf GKN, luchtvaartmaatschappij International Consolidated Airlines, Lloyds Banking, levensverzekeraar Prudential en vermogensbeheerders Schroders. Dit zijn de aandelen uit de Foetsie met vrij hoge bèta’s en als de beursrally doorzet, is de kans groot dat zij ook verder stijgen. @ Ivan Snurer