Het risico van veiligheid
De trend naar veilige havens zet door. Beleggers die het risico niet meer willen of kunnen dragen, vluchten naar staatsobligaties van sterke landen, dividendaandelen of laagvolatiele aandelen. De massale zoektocht naar een veilig rendement resulteert vaak in een hoger risico.
Door de onzekerheid over de macro-economische omgeving kiezen meer en meer institutionele beleggers voor veiligheid. Pensioenfondsen en verzekeraars krijgen elke maand premies binnen die zij moeten beleggen. Voordat de problemen in een uithoek van de Amerikaanse hypotheekmarkt ontaardde in een mondiale bankencrisis en uitmondde in een schuldencrisis met een eurocrisis tot gevolg, keken zij vooral naar het verwachte rendement, nu hebben zij vrijwel enkel oog voor de onderliggende risico’s. Een ontwikkeling die Europese beleggers nadrukkelijk van dichtbij meemaken.
Fondsbeheerders die in Europese staatsobligaties moeten beleggen, kopen steeds vaker schuldpapieren van de sterkste landen. Die kunnen nu vrijwel voor niets lenen. Duitsland betaalt op haar schatkistpapieren couponrentes van pak en weg 0,03 procent. De Nederlandse overheid is met nominaal 0,3 procent voor zijn tweejaarsobligaties ogenschijnlijk een stuk duurder uit, maar dat is nog steeds beduidend lager dan de inflatie. Die bedraagt momenteel op jaarbasis 2,6 procent. De opbrengst is dus na aftrek van inflatie negatief en bijgevolg is in reële termen het rendement negatief.
Dividendaandelen
Beleggers waren eind jaren negentig nauwelijks geïnteresseerd in dividendaandelen. Nadat in maart 2000 echter de internetzeepbel uiteenspatte, wonnen zij aan populariteit. En hoewel marktwaarnemers nog steeds geloven in de kansen van dividendaandelen, behoren financiële waarden niet langer tot de hoeksteen van dividendstrategieën. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de seriële crisis waarbij aandelen van financiële instellingen het hard te verduren hebben.
Omdat het dividend een belangrijke bron van inkomen kan zijn, ontwikkelen steeds meer beleggers een voorkeur voor dit soort aandelen. De reden hiervoor is begrijpelijk. De aaneengeschakelde financiële crisis lokte scherpe koersdalingen uit en zorgde voor nerveuze markt. Bovendien zijn de vooruitzichten voor de rentes op spaarrekeningen en staatsobligaties niet erg aantrekkelijk. Met als gevolg dat bedrijven die een aantrekkelijk dividend uitkeren bij beleggers nadrukkelijker in beeld komen.
Volatiliteitseffect
Tot maart 2000 werden beleggers jarenlang beloond voor het kopen van volatiele aandelen. Totdat het internetsprookje abrupt eindigde, boden forse koersdalingen veelal mooie koopkansen. Die tijd is nu echt voorbij. Beleggers zijn door de aaneengeschakelde financiële crisis huiverig geworden. Zij snakken naar rendement en naar rust.
Ook bij professionele fondsbeheerders verschuift al enige tijd de aandacht naar laagvolatiele aandelen. De laatste jaren zijn verschillende studies gepubliceerd waaruit blijkt dat een laag risico niet per definitie een synoniem is voor een laag rendement. Het volatiliteitseffect is een taaie afwijking van de traditionele financiële theorie en toont aan dat laagvolatiele aandelen zeer wel in staat zijn om een hoog rendement bijeen te sprokkelen.
Schijnveiligheid
De vlucht naar veiligheid biedt beleggers een vals gevoel van veiligheid. Obligatiebeleggers die nu schuldbewijzen van de Duitse of de Nederlandse overheid kopen, ontvangen nauwelijks rente en de opportunisten onder hen die de staatspapieren voor de vervaldag verkopen, lopen een groot risico. De rente staat historisch laag en hoewel de trend nog steeds daalt, is de kans op een stijging groter dan een daling. Zodra de rentevoeten echter stijgen, worden zij geconfronteerd met koersverliezen op hun obligatieportefeuilles, zeker als elders betere beleggingskansen te vinden zijn. De opportunisten trekken dan snel hun geld terug, waardoor de vraag naar obligaties helemaal wegvalt met nog grotere koersdalingen tot gevolg.
Beleggers die nu een veilig heenkomen zoeken in deposito’s en staatsleningen worden geconfronteerd met extreem lage rentestanden. Velen zien in aandelen met een aantrekkelijk dividend een valabel alternatief. Door de beursprestaties van de afgelopen jaren zijn zij relatief duur. Beleggers moeten ernstig rekening mee houden dat de opbrengst in de komende jaren ondermaats zal zijn. Dat geldt ook voor laagvolatiele aandelen. Het volatiliteitseffect is op zich de meest simpele, de meest lucratieve anomalie uit de traditionele financiële theorie. Het kopen van laagvolatiele vermogenstitels kan niettemin resulteren in een verhoogd risico. Niet alleen speelt de onderlinge correlatie hierbij een rol, vaak komen de aandelen uit soortgelijke sectoren, trouwens ook een punt van zorg bij dividendstrategieën. Bovendien is de overlap tussen beide strategieën erg groot. Dividendaandelen zijn vaak ook laagvolatiel en hoogvolatiele aandelen betalen veelal geen dividend.
Hoger risico
Beleggers die het risico niet meer aankunnen, zoeken veiligere oorden op. Voor obligatiebeleggers zijn dat schuldbewijzen van de sterkste landen. Omdat centrale bankiers de rente al langere tijd laag houden, bieden staatsobligaties nauwelijks nog rendement. Dit duwt menig belegger richting aandelen. Fondsbeheerders die in aandelen moeten of zij die het zich kunnen veroorloven, beleggen in toenemende mate in dividendaandelen, ook al fluctueert bij tijd en wijlen de waarde van de beleggingen sterk. Die volatiliteit is het gevolg van de tergende schuldencrisis en het antwoord daarop van centrale bankiers en de politiek. Of zij kiezen resoluut voor laagvolatiele aandelen.
De voortdurende schuldencrisis in de eurozone is verreweg de grootste bedreiging voor de mondiale economie. Zolang het probleem niet van de baan is, zullen beleggers dagen kennen van absoluut geen en juist wel risico. Dit aan/uit-patroon zal zich voortzetten totdat bekend is hoe de eurocrisis zal eindigen of totdat de mondiale economie meer zekerheid biedt, waarna door de verkoopdruk van de opportunisten de koersen van veilig gewaande beleggingen fors omlaag kunnen gaan.
Ofwel hoe een zoektocht naar veilig rendement in een hoger risico resulteert. Laat u dus niet onderdompelen door een vals gevoel van veiligheid.
Door de onzekerheid over de macro-economische omgeving kiezen meer en meer institutionele beleggers voor veiligheid. Pensioenfondsen en verzekeraars krijgen elke maand premies binnen die zij moeten beleggen. Voordat de problemen in een uithoek van de Amerikaanse hypotheekmarkt ontaardde in een mondiale bankencrisis en uitmondde in een schuldencrisis met een eurocrisis tot gevolg, keken zij vooral naar het verwachte rendement, nu hebben zij vrijwel enkel oog voor de onderliggende risico’s. Een ontwikkeling die Europese beleggers nadrukkelijk van dichtbij meemaken.
Fondsbeheerders die in Europese staatsobligaties moeten beleggen, kopen steeds vaker schuldpapieren van de sterkste landen. Die kunnen nu vrijwel voor niets lenen. Duitsland betaalt op haar schatkistpapieren couponrentes van pak en weg 0,03 procent. De Nederlandse overheid is met nominaal 0,3 procent voor zijn tweejaarsobligaties ogenschijnlijk een stuk duurder uit, maar dat is nog steeds beduidend lager dan de inflatie. Die bedraagt momenteel op jaarbasis 2,6 procent. De opbrengst is dus na aftrek van inflatie negatief en bijgevolg is in reële termen het rendement negatief.
Dividendaandelen
Beleggers waren eind jaren negentig nauwelijks geïnteresseerd in dividendaandelen. Nadat in maart 2000 echter de internetzeepbel uiteenspatte, wonnen zij aan populariteit. En hoewel marktwaarnemers nog steeds geloven in de kansen van dividendaandelen, behoren financiële waarden niet langer tot de hoeksteen van dividendstrategieën. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de seriële crisis waarbij aandelen van financiële instellingen het hard te verduren hebben.
Omdat het dividend een belangrijke bron van inkomen kan zijn, ontwikkelen steeds meer beleggers een voorkeur voor dit soort aandelen. De reden hiervoor is begrijpelijk. De aaneengeschakelde financiële crisis lokte scherpe koersdalingen uit en zorgde voor nerveuze markt. Bovendien zijn de vooruitzichten voor de rentes op spaarrekeningen en staatsobligaties niet erg aantrekkelijk. Met als gevolg dat bedrijven die een aantrekkelijk dividend uitkeren bij beleggers nadrukkelijker in beeld komen.
Volatiliteitseffect
Tot maart 2000 werden beleggers jarenlang beloond voor het kopen van volatiele aandelen. Totdat het internetsprookje abrupt eindigde, boden forse koersdalingen veelal mooie koopkansen. Die tijd is nu echt voorbij. Beleggers zijn door de aaneengeschakelde financiële crisis huiverig geworden. Zij snakken naar rendement en naar rust.
Ook bij professionele fondsbeheerders verschuift al enige tijd de aandacht naar laagvolatiele aandelen. De laatste jaren zijn verschillende studies gepubliceerd waaruit blijkt dat een laag risico niet per definitie een synoniem is voor een laag rendement. Het volatiliteitseffect is een taaie afwijking van de traditionele financiële theorie en toont aan dat laagvolatiele aandelen zeer wel in staat zijn om een hoog rendement bijeen te sprokkelen.
Schijnveiligheid
De vlucht naar veiligheid biedt beleggers een vals gevoel van veiligheid. Obligatiebeleggers die nu schuldbewijzen van de Duitse of de Nederlandse overheid kopen, ontvangen nauwelijks rente en de opportunisten onder hen die de staatspapieren voor de vervaldag verkopen, lopen een groot risico. De rente staat historisch laag en hoewel de trend nog steeds daalt, is de kans op een stijging groter dan een daling. Zodra de rentevoeten echter stijgen, worden zij geconfronteerd met koersverliezen op hun obligatieportefeuilles, zeker als elders betere beleggingskansen te vinden zijn. De opportunisten trekken dan snel hun geld terug, waardoor de vraag naar obligaties helemaal wegvalt met nog grotere koersdalingen tot gevolg.
Beleggers die nu een veilig heenkomen zoeken in deposito’s en staatsleningen worden geconfronteerd met extreem lage rentestanden. Velen zien in aandelen met een aantrekkelijk dividend een valabel alternatief. Door de beursprestaties van de afgelopen jaren zijn zij relatief duur. Beleggers moeten ernstig rekening mee houden dat de opbrengst in de komende jaren ondermaats zal zijn. Dat geldt ook voor laagvolatiele aandelen. Het volatiliteitseffect is op zich de meest simpele, de meest lucratieve anomalie uit de traditionele financiële theorie. Het kopen van laagvolatiele vermogenstitels kan niettemin resulteren in een verhoogd risico. Niet alleen speelt de onderlinge correlatie hierbij een rol, vaak komen de aandelen uit soortgelijke sectoren, trouwens ook een punt van zorg bij dividendstrategieën. Bovendien is de overlap tussen beide strategieën erg groot. Dividendaandelen zijn vaak ook laagvolatiel en hoogvolatiele aandelen betalen veelal geen dividend.
Hoger risico
Beleggers die het risico niet meer aankunnen, zoeken veiligere oorden op. Voor obligatiebeleggers zijn dat schuldbewijzen van de sterkste landen. Omdat centrale bankiers de rente al langere tijd laag houden, bieden staatsobligaties nauwelijks nog rendement. Dit duwt menig belegger richting aandelen. Fondsbeheerders die in aandelen moeten of zij die het zich kunnen veroorloven, beleggen in toenemende mate in dividendaandelen, ook al fluctueert bij tijd en wijlen de waarde van de beleggingen sterk. Die volatiliteit is het gevolg van de tergende schuldencrisis en het antwoord daarop van centrale bankiers en de politiek. Of zij kiezen resoluut voor laagvolatiele aandelen.
De voortdurende schuldencrisis in de eurozone is verreweg de grootste bedreiging voor de mondiale economie. Zolang het probleem niet van de baan is, zullen beleggers dagen kennen van absoluut geen en juist wel risico. Dit aan/uit-patroon zal zich voortzetten totdat bekend is hoe de eurocrisis zal eindigen of totdat de mondiale economie meer zekerheid biedt, waarna door de verkoopdruk van de opportunisten de koersen van veilig gewaande beleggingen fors omlaag kunnen gaan.
Ofwel hoe een zoektocht naar veilig rendement in een hoger risico resulteert. Laat u dus niet onderdompelen door een vals gevoel van veiligheid.