Deze drie bedrijfsobligaties weerstaan de financiële onrust
Onlangs daalde de rente op dertigjarige Amerikaans staatsschuld in drie weken tijd van 2,6% naar 1,8%. Dat is een substantiële daling. Het geeft aan dat de financiële markten in verwarring verkeren. Zo’n periode van financiële opschudding schept dan de behoefte aan een veilige haven om te schuilen tegen de financiële onrust. Die veiligheid wordt vooral gevonden in de VS, waar zowel de dollar als de staatsschuld dienst doen als financiële toevluchtsoorden. Dat geldt in mindere mate ook voor de Zwitserse frank en de staatsschuld van zowel Duitsland als Nederland.
Effect op bedrijfsobligaties
In dit artikel staat de vraag centraal hoe de bedrijfsobligaties uit de Koerswijzer zich onder de huidige onrust houden. Maar eerst de basis. De rente-opbouw van bedrijfsobligaties bestaat uit twee prijzen. De eerste is het renteniveau van het rentepapier dat de benchmark vormt, zoals de rente op Duitse staatsschuld. Dit is het risicovrije deel van de rentehoogte. Het verstrekken van een lening aan een bedrijf kent immers een groter risico dan een lening aan een staat, die bijna nooit failliet gaat. Daarom komt bovenop het risicovrije deel van de rente nog een vergoeding voor het debiteurenrisico dat is gekoppeld aan het bedrijf dat de obligatie uitgeeft.
De huidige tendens van rentedaling van Duitse en Nederlandse staatsschuld leidt dus tot een lager risicovrij deel in de marktrente op bedrijfsobligaties. Voor de marktrente van de bedrijfsobligaties is het dan van belang hoe de financiële markten het effect van de marktonrust op het bedrijfsrisicogedeelte zien. Een hogere inschatting van dit risico kan de daling van het risicovrije deel (deels) compenseren. Eventueel kan de marktrente op de bedrijfsobligatie dan toch stijgen, en de koers dus dalen. Overigens is niet alleen het debiteurenrisico van belang. Ook het karakter van de obligatie, de koersgevoeligheid voor marktrenteveranderingen, speelt een rol.
Gevoeligheid voor renteverandering
Niet elke obligatie reageert op dezelfde manier op een verandering van het renteklimaat. Leningen die (nog) een korte looptijd kennen zijn in de regel minder gevoelig voor renteveranderingen dan leningen met een resterende lange looptijd. Dat komt omdat de korte leningen spoedig worden afgelost zodat met nieuwe leningen kan worden geanticipeerd op de nieuwe situatie in de financiële markten. Met een lange lening zit een belegger als het ware ‘gevangen’ in de oude voorwaarden.
Ook het couponniveau van een obligatie is relevant voor de gevoeligheid voor renteverandering. Bij een rente die hoog boven het bestaande marktniveau ligt, is de hoogte van de rente-uitkering een koersstabiliserende factor. De obligatie blijft immers aantrekkelijk. Een obligatie met een hoge coupon is daardoor minder gevoelig voor ontwikkelingen in het marktrenteniveau.
Aantrekkelijke ontwikkeling bedrijfsobligaties
De bedrijfsobligaties in onze Koerswijzer vertonen allemaal een aantrekkelijke rendementsontwikkeling in 2019. De Rabobank Certificaten zijn door hun coupon-uitkering een obligatie, maar zij behoren feitelijk tot het eigen vermogen van de bank en zijn eeuwigdurend. De ASR- en de NN Group-obligaties kunnen in 2024 vervroegd afgelost worden. Maar ook zij behoren deels tot het eigen vermogen en zullen daarom vermoedelijk in 2024 blijven bestaan. Hun coupon is weliswaar met 5% en 4,375% in de huidige markten redelijk hoog, maar voor het verkrijgen van eigen vermogen is dat goedkoop.
Rendementen Koerswijzer-obligaties
Per saldo zijn de jaarrendementen van de drie bedrijfsobligaties uit de Koerswijzer uitstekend. Hun koersen zijn blijven stijgen. Midden juli 2019 stonden de certificaten op €117,56 en midden augustus was dat €121,07 (zie tabel). Voor de ASR-obligatie was dit respectievelijk €108,68 en €114,37 en voor de NN Group-obligatie €105,31 en €110,55. Dat levert jaarrendementen op van respectievelijk 16,0%, 13,7% en 12,4% (inclusief coupon).
De drie obligaties hebben dus niet geleden door de financiële onrust. Wel is door de koersstijging het effectieve rendement, een kenmerk van toekomstig rendement, van de ASR- en de NN Group-obligatie met ruim 100 basispunten gedaald. Maar dat is onvoldoende reden om de geldende koopadviezen te herzien. We handhaven dan ook alle drie de obligaties in de Koerswijzer.
De auteur heeft een positie in Rabobank Certificaten.
Rendement bedrijfsobligaties over 2019, afgerond (tot en met 16 augustus 2019) | ||||||
Naam | ISIN-code | kredietstatus | slotkoers | slotkoers | jaarrende- | effectief ren- |
2018 (in €) | 16 aug. (in €) | ment (in %) | dement (in %) | |||
Rabo Certificaat 6,5% | XS1002121454 | 107,85 | 121,07 | 16,0 | 5,4 | |
ASR 5%, 30-9-’49 | XS1115800655 | investm. grade (BBB-) | 103,35 | 114,37 | 13,7 | 2,0 |
NN Group 4,375%, 29-6-’49 | XS1076781589 | investm. grade (BBB-) | 100,80 | 110,55 | 12,4 | 2,1 |