Beleggingstrends voor de komende tien jaar
Het is aanlokkelijk om de belangrijkste beleggingstrends voor de komende tien jaar in kaart te brengen via het doortrekken van de grote lijnen uit het afgelopen decennium. Dan komt echter al meteen naar voren hoe groot het gevaar is van extrapoleren, want de kredietcrisis, die in 2008 een hoogtepunt bereikte, zorgde ervoor dat er een dikke streep getrokken moest worden door alle vooruitblikken van een jaar eerder.
‘Tien jaar is een heel lange tijd in de beleggingswereld’, benadrukt Lukas Daalder, chief investment officer van Robeco Investment Solutions: ‘Op de lange termijn zijn er twee verklarende factoren voor het rendement: inflatie en groei. In de voorgaande jaren lagen zowel de inflatie als de economische groei lager dan de niveaus die in de decennia daarvoor gebruikelijk waren.
Wat betreft de toekomstverwachtingen, kan de economische wereld nu verdeeld worden in twee kampen. De eerste groep waarschuwt dat we er rekening mee moeten houden dat de toekomstige rendementen een stuk lager liggen dan we gewend zijn. De verhouding tussen het aantal werkenden en niet-werkenden verschuift steeds verder, door de combinatie van een zeer lage bevolkingsgroei en vergrijzing in de ontwikkelde wereld en veel Aziatische landen. Volgens veel economen is dit de doorslaggevende factor die de economische groei onder druk zet.
‘Zelf behoor ik tot het tweede kamp, dat van mening is dat de huidige periode de afwijking van de trend is, in plaats van de vijftig jaar ervoor. Als je kijkt naar de technologische vooruitgang op gebieden zoals kunstmatige intelligentie, big data, automatisering en robotisering, is de kans heel groot dat de productiviteitsgroei terugkeert naar het niveau dat tot een aantal jaar terug gebruikelijk was. In dat geval kan de economische groei ook bij een gelijkblijvende beroepsbevolking weer aantrekken.’
Verslaafd aan stimulatie
Nick Clay, investment manager bij Newton Investment Management, zit in het eerste kamp: ‘Door de lagere werkloosheid lijkt het wat beter te gaan, maar het economisch herstel in de Verenigde Staten en in Europa is helemaal te danken aan het zeer ruime beleid van centrale banken. Toen de Amerikaanse rente geleidelijk met driekwart procent werd verlaagd, zagen autofabrikanten meteen de afzet stagneren en bij banken nam de kredietgroei af. Ondanks zorgwekkende signalen uit het bedrijfsleven en een wereldwijde schuldenlast die 50% groter is dan voor de financiële crisis, zijn de aandelenmarkten in de afgelopen zeven kwartalen alleen maar gestegen. De financiële wereld is verslaafd geraakt aan de stimulerende maatregelen en de beleggingshorizon van veel partijen wordt steeds korter.’
Frances Hudson, global thematic strategist bij Standard Life Investments, houdt er eveneens rekening mee dat demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en afvlakkende bevolkingsgroei het komende decennium een rem zetten op de economische groei. Beleggers moeten goed hun best doen om bedrijven te vinden die er desondanks in slagen om de winst structureel op te voeren. Wie wil weten in welke marktsegmenten grote veranderingen gaan plaatsvinden, moet volgens haar op zoek gaan naar verbindingen tussen bedrijfstakken die op het eerste oog niet heel veel met elkaar te maken hebben. Daarbij staat de technologiesector meestal centraal: ‘Als je bijvoorbeeld kijkt naar het raakvlak tussen technologie en transport, springen de opkomst van de elektrische auto’s en zelfrijdende wagens eruit.
‘Andere snijvlakken waar ik de ontwikkelingen de komende tijd heel hard zie gaan, zijn die tussen de technologiesector en healthcare of farmacie. In het eerstgenoemde segment zie je onder meer dat het mogelijk wordt om via 3D-printing botdelen of wervels helemaal op maat te maken. En in de farmaciesector zal de verschuiving van medicijnen op chemische basis naar gepersonaliseerde biotechmiddelen in een stroomversnelling raken.’
Verwacht niet te veel
Hoewel al deze technologische ontwikkelingen tot de verbeelding spreken, waarschuwen de economen dat mensen niet teleurgesteld moeten zijn als we in 2027 nog niet allemaal in elektrische, zelfrijdende auto’s zitten en met nieuwe digitale valuta’s betalen. ‘In een heel groot gedeelte van de wereld moet de infrastructuur voor elektrische wagens zoals snellaadstations nog helemaal worden aangelegd’, benadrukt Hudson: ‘Daar komt bij dat het heel lastig is om zelfrijdende auto’s zo te maken dat ze op een veilige manier de weg kunnen delen met bestuurders van vlees en bloed, die soms heel irrationele beslissingen nemen. Een andere vertragende factor is de regelgeving. Er moeten duidelijke afspraken komen over waar de verantwoordelijkheid ligt bij een ongeval. Is dat bij degene die in de auto zit, bij de fabrikant van de wagen of bij het bedrijf dat de software heeft gemaakt? In andere marktsegmenten kost het regelgevers heel veel moeite om alle ontwikkelingen bij te houden. Kijk bijvoorbeeld naar de groeiende populariteit van digitale valuta’s zoals de Bitcoin, en naar de opkomst van de blockchain-technologie die daarachter schuil gaat. Het gaat heel veel moeite kosten om hiervoor goede regels en richtlijnen op te stellen, onder meer omdat de technologie grensoverschrijdend is en er dus allerlei afspraken tussen landen onderling gemaakt moeten worden.’
Koffie en broodjes
Ook Daalder voorspelt dat het straatbeeld over tien jaar nog niet gedomineerd wordt door elektrische auto’s die zichzelf besturen: ‘Maar veel ontwikkelingen zijn dan wel al een stuk verder en beleggers zijn dan beter in staat om te anticiperen op de gevolgen hiervan. Grote benzinestations verdienen al meer met de verkoop van koffie, broodjes en snacks dan met de afzet van brandstof, maar het wordt interessant om te zien wat de energiebedrijven gaan doen als steeds minder mensen benzine tanken omdat ze hun elektrische auto thuis opladen. Een andere sector waar mogelijk veel verandert is de verzekeringsbranche. Welke impact heeft het als er straks veel minder ongelukken plaatsvinden door de opmars van zelfrijdende auto’s?’ Het is overigens nog maar de vraag of beleggers er rouwig om moeten zijn als allerlei technologische ontwikkelingen over tien jaar hun belofte nog niet helemaal hebben ingelost. ‘Als plotseling hele beroepsgroepen zonder baan komen te zitten, neemt de sociale onzekerheid flink toe. Dat zag je bijvoorbeeld tijdens de industriële revolutie. Hoewel de productiviteit over een brede linie verbeterde, was het voor veel mensen die hun werk verloren een heel pijnlijk proces. De afgelopen jaren hebben we al gezien welke impact groeiende onvrede kan hebben op de politiek, en indirect ook op financiële markten.’
Ook volgens Hudson moeten beleggers rekening houden met oplopende volatiliteit: ‘Misschien krijgt over tien jaar technologie de schuld van allerlei zaken die nu in de schoenen geschoven worden van migranten. Behalve uit politieke hoek, kan een nieuwe schok voor financiële markten ook van een andere kant komen. Het kan een vulkaanuitbarsting zijn die het vliegverkeer jarenlang platlegt, of extreem weer als gevolg van klimaatverandering.’
Hoewel het klimaat op de financiële markten nu nog rustig is en de volatiliteitsindex eerder dit jaar schommelde rond het laagste niveau ooit, moeten beleggers er rekening mee houden dat het risico van marktschokken toeneemt. ‘Ik wil investeerders dan ook aanraden om heel erg op te passen met markten waar de liquiditeit snel kan opdrogen, zoals bijvoorbeeld ETF’s in grote delen van de obligatiemarkt’, zegt Clay. ‘Daarnaast is het heel belangrijk dat beleggers goed snappen dat hun mooie rendementen op vastrentende markten van de afgelopen decennia voor een heel groot deel te danken zijn geweest aan de geleidelijke daling van de rente. Die rugwind valt weg nu de rente in de VS en Europa ongeveer het nulpunt heeft bereikt. Toekomstige rendementen zullen dan ook lager liggen dan beleggers gewend zijn en dividend wordt als inkomstenbron alleen maar belangrijker. Onder deze omstandigheden is het een goede strategie om op zoek te gaan naar bedrijven met een hoge payout-ratio. In het verleden was die indicator een van de beste voorspellers van de winstgroei in de komende tien jaar.’