Snurer blikt vooruit: Nu nog sciencefiction, over 10 jaar… doodgewoon
Het lijkt wel of software-ingenieurs de samenleving opnieuw willen configureren. Niet alleen vallen steeds meer arbeidsplaatsen ten prooi aan robotisering, informatici dromen ervan om het menselijke brein uit te breiden met externe hersenen. Het is nu al via invoerapparaten (toetsenborden) mogelijk om een computer aan het menselijke brein te koppelen, maar het is een kwestie van tijd (tien jaar?) tot onze kennis van het menselijke brein ver genoeg gevorderd is en er directe breinkoppelingen tot stand kunnen worden gebracht.
Biologische chip
Eigenlijk is het geen sciencefiction meer: er bestaan al apparaten die u aan uw hersenen kunt aansluiten. De rechtstreekse verbinding tussen machine en het menselijke brein is echter bedoeld ter ondersteuning van basale hersenfuncties. De directe breinkoppeling dient hier om met gedachten een computer aan te sturen of zoals bij de ziekte van Parkinson de hersenen te stimuleren. In dit soort gevallen moet u de rechtstreekse verbinding zien als een prothese die de uitval van capaciteiten opvangt. Maar in de context van inhoudelijke informatie als uitbreiding van capaciteit is nog een zeer lange weg te gaan. Het blijft wachten op de wetware, zeg maar de biologische geheugenchip of een andere tussenvorm van hard- en software, om de directe breinkoppeling tot stand te brengen.
Supercomputer
Computers zijn machines die in staat zijn om per seconde miljoenen kleine berekeningen uit te voeren, maar tot nog toe kunnen zij niet tippen aan het menselijke brein. In 2013 lukte het Japanse wetenschappers om met een supercomputer één procent van het menselijke brein te simuleren, maar onze hersenen zijn in staat om 100.000.000 instructies per seconde uit te voeren. Als u een simpele berekening maakt dan is de snelste computer twee keer sneller dan het menselijke brein, maar onze hersenen zijn veel sneller en efficiënter dan een doorsnee computer. Dat komt door de manier waarop wij informatie verwerken. Die achterstand wordt niettemin almaar kleiner door de vooruitgang in artificiële intelligentie en de verdere ontwikkeling van conventionele processoren.
Mens versus machine
Op dit moment is het brein van een peuter nog altijd sneller dan een traditionele computer, maar de rekenkracht is tegenwoordig al zo groot dat robots zich kunnen ontpoppen als de nieuwe concurrentie van beleggingsadviseurs. Dit komt mede door de opkomst en stijgende populariteit van trackers en smartbèta’s. Voor velen is internetbeleggen al doodgewoon en als in de toekomst praten met een computer de normaalste zaak van de wereld is, wordt beleggen via robotadviseurs kinderlijk eenvoudig.
Belangen
Maar bent u wel gebaat bij robots als beleggingsadviseur? Wiens belang dienen zij? De financieel adviseur van vlees en bloed wordt betaald door zijn werkgever. Telkens als u aandelen of andere vermogenstitels koopt of verkoopt, rinkelt de kassa en strijken zij omzet op waaruit het salaris wordt betaald. En dan hebben we het nog niet over beheersvergoedingen, bewaarkosten et cetera. Maar ja, dat geldt ook voor de robotadviseur. Hij werd ontwikkeld door of beter gezegd in opdracht van de bank of van de vermogensbeheerder om omzet te genereren, met andere woorden: om voor hen winst te maken.
Absolute winst
Maar hoe zit dat met uw winst? Als belegger wilt u rendement maken. Beleggen is immers een productieproces met als einddoel absolute winst; geen relatief rendement. Want al doet u het 10 procentpunt beter dan het beursgemiddelde, als de index met 30 procent onderuit gaat, dan staat u per saldo op 20 procent verlies. Er zijn beleggingsprogramma’s voorhanden die aansturen op absolute winst, maar die liggen niet aan de basis van computerprogramma’s van robotadviseurs; vaak zijn dat indexstrategieën die gebruikmaken van smartbèta’s. Het voordeel hiervan is dat men met gemak bij kleine bedragen een brede spreiding kan aanbrengen.
Oktober 1987
Of de robotadviseur de betere belegger is, zal bij de eerstvolgende grote correctie blijken. Niet elke computer is zo geprogrammeerd dat het rendement gemaximaliseerd moet worden; sommige richten zich op de beheersing van het risico. De eerste beurskrach waaraan ingewikkelde computermodellen ten grondslag lagen was Black Monday. Het begon eigenlijk al op vrijdag 16 oktober 1987, maar in die tijd was het gebruikelijk dat banken in het weekend hun posities onder de loep namen en zo nodig bij de volgende opening aandelen verkochten. Het rekenwerk dat hieraan te pas kwam was immens en dankzij de opkomst van de computer werd niet alleen de implementatie van complexe risicotechnieken een stuk efficiënter, ook de bijbehorende aandelentransacties konden worden geautomatiseerd en sneller uitgevoerd. De combinatie van geavanceerde portefeuilleverzekering en automatische orderuitvoering leidde op maandag 19 oktober tot de crash der crashes, de grootste beurskrach ooit.
Lees ook: Snurer blikt vooruit: Aprilse grillen
Wilt u op de hoogte blijven van alle actuele adviezen voor dit aandeel? U kunt u als abonnee aanmelden voor de alerts. Vink onderaan dit artikel het fonds aan of ga voor het volledige overzicht naar de alertspagina op onze website.