UBS: aandelen EU winnen bij ECB-besluit
Het kwantitatieve verruimingsprogramma van de ECB wordt in juni van dit jaar verder uitgebreid naar de markt voor Europese bedrijfsobligaties. UBS berekende dat de ECB zo’n €8 mrd per maand aan bedrijfsobligaties zal inkopen. Aangezien de centrale bank niet meer dan 70% van een bepaalde bedrijfsobligatie mag opkopen gaat het volgens de broker om substantiële bedragen. De uitbreiding van QE naar de euro-bedrijfsobligatiemarkt laat zich al voelen. Onder meer bij Europese bedrijven met een credit rating van BBB, die nu kunnen lenen tegen een zeer lage rente van 1,5%. De kwantitatieve verruiming heeft echter niet alleen invloed op de markt voor Europese bedrijfsobligaties, ook Europese aandelen kunnen ervan profiteren. Europese bedrijven zouden, net als Amerikaanse bedrijven dat al geruime tijd doen, de lage rente kunnen gebruiken om leningen uit te geven en de opbrengst daarvan aan te wenden voor de inkoop van eigen aandelen. Volgens UBS zijn Europese bedrijven nog erg voorzichtig met het inkopen van eigen aandelen. Dat heeft volgens de broker te maken met de strengere regelgeving op dit gebied in Europa. Ook lijken Europese bedrijven minder vertrouwen te hebben in de Europese economie waardoor ze minder bereid zijn om meer schulden aan te gaan. Daarnaast is dividend de traditionele manier om kapitaal aan aandeelhouders terug te geven. Maar nu de ECB waarschijnlijk ook dertigjarige bedrijfsobligaties zal opkopen, krijgt het management van Europese bedrijven de optie om langlopende leningen tegen de huidige lage rente uit te geven en dat zet deze bedrijven mogelijk tot een ander gedrag aan, stelt UBS.
Maar zelfs als Europese bedrijven de lage rente niet gebruiken om en masse eigen aandelen in de kopen, dan kan het ECB-beleid Europese aandelen nog steeds helpen. Want door het opkopen van Europese bedrijfsobligaties kan de risico-opslag op deze leningen dalen. Een lagere risico-opslag leidt volgens UBS tot een hogere koers-winstverhouding. De broker stelde een lijst van aandelen samen waarvan het verband tussen risico-opslag en koers-winstverhouding het sterkst is. Op die lijst staan veel banken – onder meer Deutsche Bank, KBC en RBS – en autoconcerns zoals Renault. ING en Randstad zijn de enige twee Nederlandse vertegenwoordigers in deze selectie van UBS.
Lees ook: UBS: ASML