Rien ne va plus
Het idee om vol in te stappen is voor veel beleggers een brug te ver. Het zal u maar gebeuren dat de aandelenmarkten juist dan hun koers uitzetten richting het zuidoosten. Maar stel u wint of erft een aanzienlijk bedrag, wat is dan wijsheid? Mondjesmaat kopen, wachten op de eerstvolgende correctie of gewoon meteen vol instappen?
Wie zeven jaar geleden precies op de bodem van de S&P500 kocht, kon zich afgelopen week verheugen op een winst van net geen 200%. Een cijfer dat nog indrukwekkender wordt als u het dividend erbij betrekt; per 6 maart 2016 bedroeg de totale winst dan 239,9%. Vertaald naar jaarpercentages: een samengesteld koersrendement van 17,0% c.q. totaalrendement van 19,1%.
De conclusie is helder: wie beetje bij beetje aandelen koopt, loopt rendement mis
Dansen op de vulkaan
Maar ja, wie drie jaar eerder instapte, op maandag 6 maart 2006, danste aanvankelijk vrolijk mee op de vulkaan van de Amerikaanse kredietcrisis, maar kreeg daarna een zinderende berenmarkt over zich heen. Als gevolg van de Grote Recessie kelderden de beurskoersen op Wall Street met 57,7%. Ondanks die bruuske daling blikken beleggers die tien jaar geleden vol instapten terug op een gemiddelde koersreturn van 4,6%, inclusief dividend 6,8%, op jaarbasis wel te verstaan.
Welnu, de belegger die tien jaar geleden (drie jaar voor het dieptepunt van de financiële crisis) tien maanden lang plukjes aandelen kocht, dat wil zeggen elke maand $1.000 investeerde in de S&P500 in plaats van $10.000 dollar in één keer, sprokkelde tussen 6 maart 2006 en 6 maart 2016 op jaarbasis een gemiddelde winst van 4,3% bijeen. Dat is 30 basispunten minder dan diegene die destijds vol was ingestapt. En het verschil wordt nog groter als het dividend erbij betrokken wordt. Een ondermaats rendement van 38 basispunten houdt ook in dat het samengetelde totaalrendement naar 6,4% zakt.
Om te achterhalen of bovenstaande bevinding op toeval berust of structureel van aard is, worden de tienjaarsrendementen van alle berenmarkten vanaf de jaren zeventig opgetekend én vergeleken met de beleggingsresultaten van willekeurige instapmomenten. Nou ja, willekeurig: telkens bij het begin van een nieuw kalenderjaar investeerden we enerzijds $10.000 in de S&P500 en we kochten anderzijds bij elke maandwisseling tot oktober voor $1.000 aandelen. Dat deden we ook voor de bearmarkten, waar we long gingen nadat de index met 20% of meer was gedaald.
Dit deden we niet alleen voor de S&P 500, maar ook voor de Duitse DAX. We hadden ook graag de prestaties van de AEX onder de loep genomen, ware het niet dat de Amsterdamse hoofdindex nog maar 33 jaar jong is. De teruggerekende tijdreeks van de toen nog EOE-index, de oorspronkelijke naam van de AEX, reikt niet verder terug dan maandag 3 januari 1983.
De conclusie is helder: wie beetje bij beetje aandelen koopt, loopt rendement mis. Als u in de gelukkige situatie verkeert, dat u binnenkort over een grote geldsom zult beschikken, dan kunt u het beste meteen vol instappen, mits u een goed gespreide aandelenportefeuille aanhoudt. De staafgrafieken openbaren ook dat u met een gerust hart aandelen mag kopen wanneer richtinggevende beursindices correcties van 20% of meer hebben laten optekenen, maar dat wil geenszins zeggen dat u moet wachten op de eerstvolgende grote correctie.
Niet wachten!
Nog een laatste tip: als kleine of beginnende belegger moet u zeker niet wachten voor u start met beleggen. Tegen de tijd dat u een vermogen bijeen hebt gespaard, is er veel winst aan u voorbijgegaan. Als u elke maand of elk kwartaal voor 100 of 300 euro aandelen koopt, dan bouwt u sneller vermogen op dan iemand die elke drie of vijf jaar voor €3.600 of €6.000 in aandelen investeert. Het spreiden in de tijd is ook geschikt voor beleggers die met grotere bedragen werken.