Let op de stijgers en dalers
De AEX flirt met zijn jaartop. De DAX nadert de magische grens van 10.000 punten. Vooral buiten de hoofdaandelen vind je flink wat uitschieters. Bij dit sentiment kun je met de grootste stijgers en dalers grote winsten behalen en verliezen vermijden.
De AEX heeft zijn jaarrecord van 408,93 punten in het vizier. De belangrijkste graadmeter van Beursplein 5 moet hiertoe nog 2,12 punten overbruggen. De meerjarige top van september 2008 ligt voor het grijpen; nog een plus van 0,52 procent.
Lijsttrekkers
Zoals de zaken er nu voor liggen, moet die winst vooral komen van Royal Dutch Shell en Unilever. Het koersverloop van beide aandelen, de twee zwaargewichten uit de AEX, is de motor achter de stijging van de index. Dat wil geenszins zeggen dat beide aandelen de lijst van grootste stijgers aanvoeren. Die eer valt te beurt aan KPN, waarvan de koers in 2014 al 16,5 procent hoger noteert dan eind vorig jaar. De koersprestatie van Royal Dutch Shell is goed voor een tweede plaats en het aandeel wordt op de hielen gezet door Corio. Unilever moet genoegen nemen met de vierde plaats en voelt de hete adem van Ahold in zijn nek.
OCI, SBM Offshore en ArcelorMittal sluiten de rangen, terwijl het koersverlies van Philips en ASML de index vijf punten kost. Zonder die koersdaling van 11,3 respectievelijk 7,8 procent zou de AEX nu rond de 412,30 punten noteren.
Als en dan
Om met als en dan te beginnen, in Duitsland had de DAX de barrière van de 10.000 punten al lang gesloopt indien de aandelen van Adidas en SAP dit jaar niet met tweecijferige percentages gedaald zouden zijn. Het puntenverlies (61,1 punten) dat daarmee samenhangt is ruimschoots voldoende om de index over de drempel van 10.000 te tillen.
Bij de Duitse hoofdindex trekken BASF, Daimler en Bayer de kar. Met hun koersprestaties lieten zij de DAX 270 punten aanzwellen, zonder dat ze ook maar in de buurt komen van de top-3. De drie grootste stijgers aldaar zijn ThyssenKrupp, Lufthansa en K+S.
Breedbeeld
In het spoor van Deutsche Börse kwam Euronext aanzetten met de AEX All-Tradable. Een index die de ontwikkelingen volgt van alle aandelen uit de AEX, de AMX en de AScX. In feite is dit het Nederlandse equivalent van de HDAX. Met dit verschil dat de Duitse tegenhanger is opgebouwd uit de indexleden van de DAX, de MDAX en de TecDAX en 110 aandelen telt. De TecDAX weerspiegelt de waardeontwikkeling van de 30 grootste technologiebedrijven van Duitsland die geen deel uitmaken van de DAX of Duitse Midkap-index.
Rechtlijnig
Als je naar de breed samengestelde indices kijkt, dan zie je dat er flinke uitschieters bijzitten. Aperam doet momenteel +78 procent en Imtech -44,7 procent. De gemiddelde winst van de winnaars bedraagt 42,8 procent en indien zij hun winst dit jaar verder kunnen uitbouwen, dan kom je uit op een totale winst van 148,4 procent. Als het sentiment aanhoudt, dan zullen de verliezers eind dit jaar tegen een verlies van 36,3 procent aankijken, tegenover -16,5 procent nu.
In Duitsland is het beeld op zich niet veel anders, wel zijn de koersuitslagen van de uitschieters minder uitgesproken, zowel in positieve als in negatieve zin. Nordex is met een plus van slechts 65,2 procent de grootste stijger en Südzucker met een min van maar 21,6 procent de grootste daler. De top-10 van de HDAX noteert dit jaar al 33,8 procent hoger. De gemiddelde jaarwinst van het tiental zou dus kunnen uitkomen op 108,8 procent, mits zij hun stijging onverminderd doorzetten. De verliespercentages van de tien grootste dalers in Duitsland zijn met -16,3 en 35,3 procent een fractie minder slecht dan die van de Nederlanders.
Het punt is wel dat financiële markten nooit in een rechte lijn omhoog of omlaag gaan. Na een periode van forse koersstijgingen volgen winstnemingen, na een reeks van dalende koersen instapmomenten. Periodes van koerswinst worden afgewisseld met perioden van koersdalingen en vice versa. Zolang de volatiliteit laag blijft, zullen de winnaars hun winst verder uitbouwen en kunnen de verliezers een deel van hun verliezen inlopen. Zodra er volatiliteit in de markten sluipt, jagen de koersschommelingen beleggers naar de uitgang, met als gevolg nog lagere koersen. Let daarom goed op de grootste stijgers en dalers. @ Ivan Snurer
De AEX heeft zijn jaarrecord van 408,93 punten in het vizier. De belangrijkste graadmeter van Beursplein 5 moet hiertoe nog 2,12 punten overbruggen. De meerjarige top van september 2008 ligt voor het grijpen; nog een plus van 0,52 procent.
Lijsttrekkers
Zoals de zaken er nu voor liggen, moet die winst vooral komen van Royal Dutch Shell en Unilever. Het koersverloop van beide aandelen, de twee zwaargewichten uit de AEX, is de motor achter de stijging van de index. Dat wil geenszins zeggen dat beide aandelen de lijst van grootste stijgers aanvoeren. Die eer valt te beurt aan KPN, waarvan de koers in 2014 al 16,5 procent hoger noteert dan eind vorig jaar. De koersprestatie van Royal Dutch Shell is goed voor een tweede plaats en het aandeel wordt op de hielen gezet door Corio. Unilever moet genoegen nemen met de vierde plaats en voelt de hete adem van Ahold in zijn nek.
OCI, SBM Offshore en ArcelorMittal sluiten de rangen, terwijl het koersverlies van Philips en ASML de index vijf punten kost. Zonder die koersdaling van 11,3 respectievelijk 7,8 procent zou de AEX nu rond de 412,30 punten noteren.
Als en dan
Om met als en dan te beginnen, in Duitsland had de DAX de barrière van de 10.000 punten al lang gesloopt indien de aandelen van Adidas en SAP dit jaar niet met tweecijferige percentages gedaald zouden zijn. Het puntenverlies (61,1 punten) dat daarmee samenhangt is ruimschoots voldoende om de index over de drempel van 10.000 te tillen.
Bij de Duitse hoofdindex trekken BASF, Daimler en Bayer de kar. Met hun koersprestaties lieten zij de DAX 270 punten aanzwellen, zonder dat ze ook maar in de buurt komen van de top-3. De drie grootste stijgers aldaar zijn ThyssenKrupp, Lufthansa en K+S.
Breedbeeld
In het spoor van Deutsche Börse kwam Euronext aanzetten met de AEX All-Tradable. Een index die de ontwikkelingen volgt van alle aandelen uit de AEX, de AMX en de AScX. In feite is dit het Nederlandse equivalent van de HDAX. Met dit verschil dat de Duitse tegenhanger is opgebouwd uit de indexleden van de DAX, de MDAX en de TecDAX en 110 aandelen telt. De TecDAX weerspiegelt de waardeontwikkeling van de 30 grootste technologiebedrijven van Duitsland die geen deel uitmaken van de DAX of Duitse Midkap-index.
Rechtlijnig
Als je naar de breed samengestelde indices kijkt, dan zie je dat er flinke uitschieters bijzitten. Aperam doet momenteel +78 procent en Imtech -44,7 procent. De gemiddelde winst van de winnaars bedraagt 42,8 procent en indien zij hun winst dit jaar verder kunnen uitbouwen, dan kom je uit op een totale winst van 148,4 procent. Als het sentiment aanhoudt, dan zullen de verliezers eind dit jaar tegen een verlies van 36,3 procent aankijken, tegenover -16,5 procent nu.
In Duitsland is het beeld op zich niet veel anders, wel zijn de koersuitslagen van de uitschieters minder uitgesproken, zowel in positieve als in negatieve zin. Nordex is met een plus van slechts 65,2 procent de grootste stijger en Südzucker met een min van maar 21,6 procent de grootste daler. De top-10 van de HDAX noteert dit jaar al 33,8 procent hoger. De gemiddelde jaarwinst van het tiental zou dus kunnen uitkomen op 108,8 procent, mits zij hun stijging onverminderd doorzetten. De verliespercentages van de tien grootste dalers in Duitsland zijn met -16,3 en 35,3 procent een fractie minder slecht dan die van de Nederlanders.
Het punt is wel dat financiële markten nooit in een rechte lijn omhoog of omlaag gaan. Na een periode van forse koersstijgingen volgen winstnemingen, na een reeks van dalende koersen instapmomenten. Periodes van koerswinst worden afgewisseld met perioden van koersdalingen en vice versa. Zolang de volatiliteit laag blijft, zullen de winnaars hun winst verder uitbouwen en kunnen de verliezers een deel van hun verliezen inlopen. Zodra er volatiliteit in de markten sluipt, jagen de koersschommelingen beleggers naar de uitgang, met als gevolg nog lagere koersen. Let daarom goed op de grootste stijgers en dalers. @ Ivan Snurer
Ivan Snurer
Ivan Snurer (1965) studeerde in Brussel autotechnieken aan de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst. Bij Volvo Cars was hij als productingenieur en later als kwaliteitsingenieur nauw betrokken bij de ontwikkeling en de assemblage van de Volvo 400-reeks in Born. Via een omweg in de Europese nucleaire industrie kwam hij medio jaren negentig terecht in de financiële wereld, nadat hij aan Nyenrode Business Universiteit zijn MBA-titel had behaald en zich aan de Erasmus Universiteit Rotterdam had verdiept in quantitative finance. Snurer publiceert sinds eind jaren negentig met enige regelmaat in de Belgische en Nederlandse financiële pers en schrijft sinds 2002 voor Beleggers Belangen. Hij is directeur van Quantalytica, een onafhankelijk adviesbureau dat onderzoek verricht naar de efficiëntie van beleggingsstrategieën en selectiemethodieken.