Rust terug op de beurs
De aandelenmarkten zijn al weer grotendeels hersteld van de onrust sinds medio januari. Door de buy-the-dip-mentaliteit is de enorme overwaardering op de Amerikaanse beurs (nog) niet gecorrigeerd.
De bescheiden koersdalingen op de westerse beurzen naar aanleiding van de onrust in verschillende opkomende markten leidde tot de publicatie van een groot aantal brokerrapporten. De teneur van deze werkjes was ‘buy-the-dip’, ofwel koop bij als de koersen dalen. Met name voor de Amerikaanse markt is dit echter een buitengewoon twijfelachtig advies. Nog steeds is de S&P500-index zwaar overgewaardeerd. Dat is op zichzelf al erg genoeg, maar de combinatie met de historisch hoge marges en een historisch hoog aandeel van bedrijfswinsten in het Amerikaanse bbp maakt het allemaal nog veel erger.
Helaas is ook de waardering van veel andere beleggingscategorieën op dit moment niet heel aantrekkelijk. James Montier, lid van het assetallocatie-team van vermogensbeheerder GMO, kan geen ‘margin of safety’ vinden in welke vermogenscategorie dan ook, zo verklaarde hij in een interview met Advisor Perspectives. Hij spreekt van een ‘foie gras-markt’ waar beleggers gedwongen worden risicovolle activa op te slokken.
Stiller k/w
Een van de meer risicovolle activa is wat ons betreft de Amerikaanse aandelenmarkt. De Shiller k/w – een koers-winstverhouding op basis van de gemiddelde, reële, winst per aandeel over perioden van tien jaar – voor de S&P500-index ligt op 25. Dat is liefst 52% boven het historisch gemiddelde en aangezien waardering op moment van aankoop een van de belangrijkste factoren is voor het rendement, voorspelt deze overwaardering weinig goeds. De enige manier waarop beleggers vanaf dit punt nog een gemiddeld – of zelfs bovengemiddeld – rendement kunnen maken, is bij een verdere stijging van de waardering tot ‘een irrationele bubbel’, meent Ed Easterling, oprichter van vermogensbeheerder en researchbureau Crestmont Holdings. Beleggen in de hoop op een dergelijke bubbel is uiteraard geen prudente strategie, aldus Easterling.
Dat zijn wij van harte met hem eens. Wij houden dan ook een grote cashpositie (32%) om later tegen veel aantrekkelijker waarderingen in te kunnen stappen.
De bescheiden koersdalingen op de westerse beurzen naar aanleiding van de onrust in verschillende opkomende markten leidde tot de publicatie van een groot aantal brokerrapporten. De teneur van deze werkjes was ‘buy-the-dip’, ofwel koop bij als de koersen dalen. Met name voor de Amerikaanse markt is dit echter een buitengewoon twijfelachtig advies. Nog steeds is de S&P500-index zwaar overgewaardeerd. Dat is op zichzelf al erg genoeg, maar de combinatie met de historisch hoge marges en een historisch hoog aandeel van bedrijfswinsten in het Amerikaanse bbp maakt het allemaal nog veel erger.
Helaas is ook de waardering van veel andere beleggingscategorieën op dit moment niet heel aantrekkelijk. James Montier, lid van het assetallocatie-team van vermogensbeheerder GMO, kan geen ‘margin of safety’ vinden in welke vermogenscategorie dan ook, zo verklaarde hij in een interview met Advisor Perspectives. Hij spreekt van een ‘foie gras-markt’ waar beleggers gedwongen worden risicovolle activa op te slokken.
Stiller k/w
Een van de meer risicovolle activa is wat ons betreft de Amerikaanse aandelenmarkt. De Shiller k/w – een koers-winstverhouding op basis van de gemiddelde, reële, winst per aandeel over perioden van tien jaar – voor de S&P500-index ligt op 25. Dat is liefst 52% boven het historisch gemiddelde en aangezien waardering op moment van aankoop een van de belangrijkste factoren is voor het rendement, voorspelt deze overwaardering weinig goeds. De enige manier waarop beleggers vanaf dit punt nog een gemiddeld – of zelfs bovengemiddeld – rendement kunnen maken, is bij een verdere stijging van de waardering tot ‘een irrationele bubbel’, meent Ed Easterling, oprichter van vermogensbeheerder en researchbureau Crestmont Holdings. Beleggen in de hoop op een dergelijke bubbel is uiteraard geen prudente strategie, aldus Easterling.
Dat zijn wij van harte met hem eens. Wij houden dan ook een grote cashpositie (32%) om later tegen veel aantrekkelijker waarderingen in te kunnen stappen.