Aandelen en geen obligaties
De beleggers moeten aandelen kopen en geen obligaties om zich tegen inflatie te beschermen, aldus William de Vijlder van BNP Paribas.
In zijn column voor de Belgische krant De Tijd bepleit William de Vijlder (chief investment officer bij BNP Paribas Investment Partners) dat langetermijnbeleggers aandelen in plaats van obligaties kopen ter bescherming tegen inflatie.
De huidige risico-afkeer van veel beleggers brengt hen er echter zelfs toe om genoegen te nemen met een negatieve reële rente op 'veilige' obligaties. Wie op de korte termijn belegt, kan ook niet om het feit heen dat het neerwaarts risico van aandelen groter is dan dat op vastrentende waarden.
Onder de huidige omstandigheden is het ook zoeken naar katalysatoren die de beurzen een impuls zouden kunnen geven, schrijft hij. Op de langere termijn is het echter een ander verhaal. De Vijlder doet een rekensom. Wie €100 te beleggen heeft, kan bijvoorbeeld kiezen uit een 10-jaars staatslening met een coupon van 1,5% of een goed gespreid Europees aandelenmandje, waarop het dividendrendement 3,5% bedraagt.
De couponrente wordt niet aangepast aan de inflatie (2%), de coupon wordt wel herbelegd. Na tien jaar levert dit een eindbedrag van €95 op. Er is dus 5% koopkrachtverlies. Het dividend uit het aandelenmandje wordt herbelegd en normaal gesproken wordt het dividend verhoogd met het inflatiepercentage.
In een economie waar zowel de kosten als de opbrengsten de inflatie volgen, zullen de winsten en de dividenden dit immers ook doen. In die situatie is het eindkapitaal €115. Is er ook nog 1,5% reële dividendgroei, dan is de uitkomst €118, zijnde bijna 25% méér dan het eindresultaat op de obligaties. Dit alles is onder de aanname dat de aandelenkoersen gelijk blijven.
Dalingen met 25% zijn natuurlijk mogelijk, aldus De Vijlder, die gezien de lange beleggingshorizon en de huidige waarderingen zo'n scenario niet waarschijnlijk acht. 'Neem een perspectief op langere termijn en ga voor beleggingen die risicopremies bieden tegenover "risicovrije" obligaties.
Dan wordt uiteindelijk een positief reëel rendement behaald en doe je het dus beter dan de verwachte inflatie', aldus De Vijlder.
In zijn column voor de Belgische krant De Tijd bepleit William de Vijlder (chief investment officer bij BNP Paribas Investment Partners) dat langetermijnbeleggers aandelen in plaats van obligaties kopen ter bescherming tegen inflatie.
De huidige risico-afkeer van veel beleggers brengt hen er echter zelfs toe om genoegen te nemen met een negatieve reële rente op 'veilige' obligaties. Wie op de korte termijn belegt, kan ook niet om het feit heen dat het neerwaarts risico van aandelen groter is dan dat op vastrentende waarden.
Onder de huidige omstandigheden is het ook zoeken naar katalysatoren die de beurzen een impuls zouden kunnen geven, schrijft hij. Op de langere termijn is het echter een ander verhaal. De Vijlder doet een rekensom. Wie €100 te beleggen heeft, kan bijvoorbeeld kiezen uit een 10-jaars staatslening met een coupon van 1,5% of een goed gespreid Europees aandelenmandje, waarop het dividendrendement 3,5% bedraagt.
De couponrente wordt niet aangepast aan de inflatie (2%), de coupon wordt wel herbelegd. Na tien jaar levert dit een eindbedrag van €95 op. Er is dus 5% koopkrachtverlies. Het dividend uit het aandelenmandje wordt herbelegd en normaal gesproken wordt het dividend verhoogd met het inflatiepercentage.
In een economie waar zowel de kosten als de opbrengsten de inflatie volgen, zullen de winsten en de dividenden dit immers ook doen. In die situatie is het eindkapitaal €115. Is er ook nog 1,5% reële dividendgroei, dan is de uitkomst €118, zijnde bijna 25% méér dan het eindresultaat op de obligaties. Dit alles is onder de aanname dat de aandelenkoersen gelijk blijven.
Dalingen met 25% zijn natuurlijk mogelijk, aldus De Vijlder, die gezien de lange beleggingshorizon en de huidige waarderingen zo'n scenario niet waarschijnlijk acht. 'Neem een perspectief op langere termijn en ga voor beleggingen die risicopremies bieden tegenover "risicovrije" obligaties.
Dan wordt uiteindelijk een positief reëel rendement behaald en doe je het dus beter dan de verwachte inflatie', aldus De Vijlder.