Column | Wat betekent de hoge rente in de VS voor opkomende markten?
De Amerikaanse obligatierente is onlangs gestegen tot 5%, het hoogste niveau in zestien jaar, en dat terwijl de markt juist een daling verwachtte. Veel economen rekenen namelijk op een recessie in de VS in 2024, gevolgd door renteverlagingen door de centrale bank in 2024 en 2025. De consensusverwachting is ook dat in de VS de kapitaalmarktrente, meer specifiek de tienjaarsrente, van het huidige niveau rond 5% zal dalen naar dichter bij 3%, zo tegen eind 2024. De aanhoudende kracht van de Amerikaanse economie en de positieve verrassingen in de Amerikaanse inflatiecijfers hebben er echter toe geleid dat de marktgesprekken in tegenovergestelde richting zijn gegaan.
Bekijk ook het dossier Dividend Beleggen
Bij het in kaart brengen van de gevolgen van deze situatie is het belangrijk of de stijging van de nominale rendementen te wijten is aan een stijging van de inflatieverwachtingen óf aan de reële rendementen. Hogere inflatieverwachtingen hebben de neiging om het rendement van aandelen in opkomende markten te ondersteunen, terwijl hogere reële rendementen dit meestal niet doen. De recente stijging van de Amerikaanse rente is meer te wijten aan stijgende reële rendementen.
De bevindingen van UBS
Zakenbank UBS heeft veel onderzoek gedaan naar de effecten van stijgende rentetarieven op de prestaties van aandelen in opkomende markten. Zo bouwden ze een reeks van markt- en landneutrale factoren (waaronder de waardering, economische groei, de winstgevendheid en hefboomfactoren) op een universum van meer dan 2600 aandelen in opkomende markten. Dit om te onderzoeken welke van deze factoren het meest gevoelig zijn voor een regime van ‘langer hogere’ rentetarieven. UBS concludeerde dat waardering als factor het meest gevoelig is, terwijl groei-, hefboom- en winstgevendheidsverschillen tussen aandelen er niet veel toe doen. Onder de waarderingsmaatstaven die ze hebben getest, lijken dividendrendementen de regimeverschuiving naar hogere reële tarieven het beste op te vangen. Met andere woorden, hoogdividendaandelen hebben de neiging om meer te profiteren versus aandelen met een laag dividend.
Vanuit historische context beleven aandelen in ontwikkelde markten tijdens perioden van hogere reële rendementen een sterkere verslechtering van het rendement dan aandelen in opkomende markten. Bij aanhoudend hogere rente hebben binnen de opkomende markten bijvoorbeeld China, India en het Midden-Oosten de neiging om zwakkere rendementen te laten zien. Daarentegen presteren landen als Indonesië, Brazilië, Mexico en ook Polen beter ten tijde van langdurige hogere rentetarieven in de VS. Een mogelijke verklaring kan zijn dat de genoemde bestpresterende landen rijk zijn aan grondstoffen. In periodes van hoge rentetarieven is doorgaans sprake van hoge inflatoire druk. Die is waarschijnlijk aangewakkerd door hoge prijzen van grondstoffen. China en India zijn juist landen met een erg grote honger naar grondstoffen waarover ze zelf niet beschikken en presteren onder andere daardoor minder goed in diezelfde periode met hoge grondstoffenprijzen en (als gevolg daarvan) hoge inflatie- en rentetarieven.
Hefboomwerking
Als we kijken naar sectoren zien we dat software en bijbehorende diensten, duurzame consumentengoederen en de geheugenchipsector de neiging hebben om ondermaats te presteren, terwijl gezondheidszorg, de auto-industrie en consumentendienstverlening vaak juist beter presteren in tijden van hoger rentes. Intuïtief zouden bedrijven met een hoge hefboomwerking de pijn van hogere rentetarieven meer moeten voelen dan kasrijke bedrijven. Hefboomwerking als factor blijkt echter weinig invloed te hebben op het rendement in alle renteregimes, mogelijk omdat hogere obligatierendementen zich niet automatisch vertalen in hogere rentelasten voor bedrijven. Interessant is dat als de rendementen hoger blijven als gevolg van hogere inflatieverwachtingen (in plaats van vanwege hogere reële rendementen) hefboomaandelen het meestal beter doen.
Mooi al dat onderzoek, maar de inflatie lijkt inmiddels wereldwijd een dalende trend te hebben ingezet. Na nog een paar kwartalen met hoge rentes is het dus belangrijker om uw portefeuille in te richten op lagere rentetarieven in de komende jaren. De vraag is: houden de correlaties ook in een regime van dalende inflatie en rentes stand? Het blijft onderzoek in de studeerkamer en de praktijk is altijd veel weerbarstiger, zoals we allemaal weten.