Beurs & Economie | De sectorrotatie draait door

De maand juli werd luid bejubeld in de financiële pers en door beleggingsstrategen. Begrijpelijk, het was immers de beste maand voor de internationale aandelenbeurzen sinds november 2020, toen positieve testresultaten van coronavaccins werden gepubliceerd. Rendementsoverzichten worden vooral gemaakt over mooi afgeronde perioden zoals een maand. Het recente marktherstel startte echter niet keurig op 1 juli maar al op 16 juni. De brede Amerikaanse S&P500 Index liet tussen medio juni en eind juli met een winst van ruim 12,5% het sterkste herstel zien, gevolgd door de MSCI Europe Index (+8,7%) en de Japanse Nikkei225 Index (+5,6%). Op sectorniveau waren de afgelopen zes weken bijna het perfecte spiegelbeeld van de eerste 5,5 maand van het jaar. De grote winnaars tussen medio juni en eind juli waren de S&P500 Consumer Discretionary Index – die wordt gedomineerd door Amazon en Tesla – en de S&P500 Technology Index waarin de superzwaargewichten Apple en Microsoft zijn opgenomen. Consumer Discretionary (-34,7%) en Technology (-29,5%) behoorden in de eerste 5,5 maand van dit jaar juist tot de grootste verliezers in de S&P500 Index.

Rente

In die periode was de Energiesector de enige winnaar met een koerswinst van meer dan 39%. Over de afgelopen zes weken was de S&P Energy Sector echter de hekkensluiter met een winstje van nog geen 2%. De meest recente sectorrotatie op de Amerikaanse beurs valt niet los te zien van de veranderde renteverwachting. Op de Federal Funds futuresmarkt werd medio juni nog een officieel rentetarief van bijna 3,9% in februari 2023 ingeprijsd. In de afgelopen zes weken zijn beleggers echter anders over het beleid van de Federal Reserve gaan denken en nu wordt voor februari 2023 een zestig basispunten lager rentetarief van 3,3% verwacht (zie grafiek). De legendarische belegger Jeremy Grantham, mede-oprichter van vermogensbeheerder GMO, noemde in The Investor’s Podcast Network de recente koersontwikkeling enigszins cynisch een ‘prachtig voorbeeld’ van hoe de aandelenmarkt werkt. Door de hoge energie- en voedselprijzen dreigt een recessie. Maar dat wordt, zo legt Grantham uit, niet meer als slecht maar juist als goed nieuws gezien omdat deze ontwikkeling de Federal Reserve de ruimte geeft om de rente minder sterk te verhogen of in de toekomst zelfs weer te verlagen. Dat was genoeg voor een ommezwaai van de sector Energie naar de sectoren Consumer Discretionary en Technologie waarmee de S&P500 Index weer wat uit het dal werd getrokken.

Energie

Dat de sector Energie de afgelopen zes weken slechts een zeer bescheiden koerswinst boekte is voor de index als geheel minder belangrijk. De weging van de energiesector in de S&P500 Index is ondanks de forse koerswinsten dit jaar gestegen van 2,7% eind vorig jaar tot nog slechts 4,4% nu. Technologie en Consumer Discretionary zijn bij elkaar opgeteld goed voor een weging van ruim 39% en dat zet meer zoden aan de dijk voor de index. Het herstel van de afgelopen zes weken leverde de S&P500 Index een winst op van 463,5 punten. Bijna precies 35% daarvan kwam voor rekening van vijf aandelen: Apple, Amazon, Microsoft, Tesla en Alphabet. Apple alleen was al goed voor een bijdrage van ruim 59 indexpunten. Dat is meer dan Exxon Mobil, Chevron, ConocoPhillips, Occidental Petroleum, EOG Resources, Valero Energy, en Marathon Oil bij elkaar opgeteld tussen eind 2021 en medio juni aan de S&P500 Index bijdroegen. In april schreef ik al dat ondanks de enorme koerswinsten in de energiesector de brede S&P500 Index toch echt afhankelijk is van de technologie- en groeiaandelen. Het recente herstel is daar een bevestiging van en voorlopig zal deze situatie ook niet veranderen.