Waarom in beton gegoten EU-regels niet werken
In China beïnvloedt de staat nadrukkelijk veel aspecten van het economisch leven. In de Verenigde Staten, aan de andere kant, faciliteert de overheid slechts zodat de economie zich ‘uit zichzelf’ ontwikkelt. In moeilijke tijden schromen ook de VS echter niet om verstrekkende stimulerende maatregelen te nemen. Denk maar aan de New Deal in de jaren dertig van de twintigste eeuw. De mate van overheidsingrijpen is dus afhankelijk van de omstandigheden en kan dan ook maar beter niet in beton worden gegoten.
Betonnen beleidsregels
Maar juist dat in beton gieten van beleid is waaraan de beleidsmakers in de Europese Unie zich bij herhaling schuldig hebben gemaakt. Dat is bijvoorbeeld gebeurd met de regels voor staatsschuld (maximaal 60% van het nationaal inkomen) en begrotingstekorten (hooguit 3%). Die regels leken logisch omdat vanuit historische ervaring het ene deel van de landen in de Europese Unie bang was dat het andere deel het met de begrotingsdiscipline en het binnen de perken houden van de staatsschuld niet zo nauw zou nemen.
Vroeger konden de lidstaten van de Europese Unie wat dit betreft nog hun eigen gang gaan. Voerden ze een te expansief beleid, dan daalde na verloop van tijd de officiële waarde van de munt van het land in kwestie. Maar met de komst van de Europese eenheidsmunt, de euro, is die ‘ventielwerking’ niet langer van toepassing. Daardoor zou op den duur de eenheidsmunt (opnieuw) onder druk kunnen komen te staan, of zelfs de Europese Unie als geheel. Intern heeft Duitsland nog strengere regels in beton gegoten: er mag helemaal geen begrotingstekort zijn in dat land. Ook in Nederland lijkt inmiddels een begrotingsoverschot van de overheid tot een onofficiële norm te zijn geworden – en een erezaak.
ECB wil regie van lidstaten
Door al deze keiharde beleidsregels waaraan nationale overheden zichzelf ondergeschikt hebben gemaakt, hebben overheden zich voor een deel teruggetrokken van hun regietaak ten aanzien van de economie. Terugdringen van tekorten is de hoofdregel geworden van het economische overheidsbeleid, en de regietaak werd overgelaten aan de ECB. Die heeft echter alleen monetaire instrumenten tot zijn beschikking en is daardoor minder effectief dan een overheid die met extra schuld een economie kan stimuleren. ECB-president Mario Draghi heeft dan ook meerdere malen de eurolanden opgeroepen hun regietaak weer op zich te nemen teneinde economische hervormingen door te voeren die economische groei stimuleren. Gezien de nu afnemende economische groei en de ongelijke verdeling van de vruchten van eerdere groei, lijkt overheidsbeleid weer hard nodig. En er is ruimte zat, zonder de Europese regels met voeten te treden
EU-regels hinderen economische groei
Mede door de huidige financiële onrust belandt de rente op de staatsschuld van steeds meer EU-landen onder nul (zie grafiek). Dat heeft beleggers mooie rendementen opgeleverd, maar pakt slecht uit voor de pensioen- en lijfrentetrekkers. En negatieve rente levert voor de schulduitgevende landen het perspectief op dat zij meer rente toe krijgen als zij meer lenen. Van oudsher was er de economische regel dat de overheid sowieso schuld mag maken, indien de bestedingen een rendement opleveren dat hoger is dan de rente van de schuld. Daarbij ging het om investeringen die de economie op langere termijn zouden doen groeien.
Nu de rente beneden nul is, kost zelfs het niet-maken van schuld geld. Niets lijkt de EU-landen dan ook te beletten om geld te lenen, behalve de in beton gegoten regels dat de staatsschuld niet groter mag zijn dan 60% en het begrotingstekort niet hoger dan 3% van het nationaal inkomen. Zelfs niet als het gaat om leningen die groei-investeringen voor de toekomst mogelijk maken. Weg dus met die betonnen regels, ook al leidt dit tot hogere yields en tot het einde van de bullmarkt voor staatsobligaties.
Grafiek toont de geïndexeerde waarde van de obligaties in de EU die een rente dragen kleiner dan nul procent.