Updates

Aandelen Nederland

Heijmans

Advies
kopen
Aandelen Nederland

SIF

Advies
houden
Aandelen Nederland

Alfen

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Allianz

Advies
houden
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
houden
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Ahold Delhaize

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walt Disney

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

AB Inbev

Advies
houden
Aandelen Nederland

Kendrion

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Pfizer

Advies
houden
Aandelen Nederland

Aperam

Advies
kopen
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Apple

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Linde

Advies
houden
Aandelen Nederland

Vopak

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Arcadis

Advies
kopen

Updates

Aandelen Nederland

Heijmans

Advies
kopen
Aandelen Nederland

SIF

Advies
houden
Aandelen Nederland

Alfen

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Allianz

Advies
houden
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
houden
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Ahold Delhaize

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walt Disney

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

AB Inbev

Advies
houden
Aandelen Nederland

Kendrion

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Pfizer

Advies
houden
Aandelen Nederland

Aperam

Advies
kopen
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Apple

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Linde

Advies
houden
Aandelen Nederland

Vopak

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Arcadis

Advies
kopen
Opinie Michiel Pekelharing, 4 dec 2015 11:52

Grote variatie in nieuwkomers op Beursplein 5

0 0 Leestijd ongeveer

De groei van het aantal beursintroducties wordt gedragen door het goede marktklimaat. Voordelen voor beleggers zijn een groeiende keuze en de mogelijkheid om tegen een aantrekkelijke prijs positie te kiezen in de nieuwkomer op de beurs. Een goede start op de eerste handelsdag is een signaal om de aandelen vast te houden of om zelfs bij te kopen.

De succesvolle rentree van ABN Amro op het Damrak is voorlopig de kroon op het beste jaar voor beursintroducties sinds 2000. Maar liefst acht bedrijven kregen het afgelopen jaar een notering. De toename van het aantal beursdebutanten brengt voor beleggers verschillende voordelen met zich mee.

Het is voor het eerst in lange tijd weer dringen voor de ingang van de Amsterdamse beurs. De (her)introductie van ABN Amro op 20 november markeerde de achtste keer dit jaar dat een bedrijf de stap naar Beursplein 5 zette. Daarmee is 2015 het beste jaar voor beursintroducties sinds 2000, toen negen ondernemingen een notering kregen aan Euronext Amsterdam. De tussenliggende periode kenmerkte zich door hooguit vier beursgangen per jaar, terwijl er ook zes jaren waren zonder beursnieuwkomers. De toenemende beursdrang van ondernemingen wordt voor een groot deel gedreven door het gunstige klimaat op de financiële markten, waar aandelenkoersen al enkele jaren worden opgestuwd door een zeer lage rente en hoge winstmarges. Omdat deze ontwikkelingen goeddeels een internationaal fenomeen zijn, is de toename van het aantal nieuwkomers ook geen typisch Nederlands verschijnsel. Wereldwijd is het aantal beursintroducties vorig jaar al met 35% toegenomen ten opzichte van 2013.

Van begin 1997 tot eind 2000 kregen meer dan zestig bedrijven een notering aan het Damrak

Beursklimaat
Omdat het klimaat op de financiële markten een heel grote rol speelt bij de keuze van bedrijven om de stap naar de beurs te zetten – en veranderingen in het beleggingssentiment zich onmogelijk laten voorspellen – is het lastig om aan te geven of de activiteit nog verder gaat toenemen. Verschillende bedrijven ontwikkelen weliswaar plannen om de stap naar de beurs te zetten, zoals ForFarmers en Noxxon. Maar dit soort voornemens zijn geen garantie dat het ook daadwerkelijk tot een beursentree komt. In de Verenigde Staten neemt het aantal bedrijven dat van een introductie afziet dit jaar snel toe. In de eerste tien maanden van het jaar werd 65 keer een beursgang afgeblazen. Dat is ruim de helft meer dan de 43 in dezelfde periode van 2014. Bijna altijd werden ongunstige marktomstandigheden aangewezen als het argument om de introductie niet door te zetten.

17-5-2016 11-48-12Ook het aantal beursgangen dat wel plaatsvindt wijst erop dat de drempel van de beurs de laatste tijd wat hoger komt te liggen. Volgens marktonderzoeker Dealogic werd in het derde kwartaal wereldwijd $20,6 mrd opgehaald met de uitgifte van aandelen door ondernemingen die hun debuut maakten op een aandelenmarkt. Dat was het laagste bedrag sinds het eerste kwartaal van 2012 en over de eerste negen maanden van het jaar liggen de opbrengsten ruim een derde lager dan in dezelfde periode van 2014. Hoewel er verschillende aanwijzingen zijn dat het aantal beursgangers iets afneemt, is het plotseling opdrogen van de stroom nieuwkomers zoals na 2000 gebeurde nu bepaald niet het meest waarschijnlijke scenario.

De rally op de beurs werd indertijd voornamelijk aangewakkerd door de enorme populariteit van alle bedrijven die ook maar iets te maken hadden met de technologie-, telecom- of mediasector. De beursgang van World Online viel vijftien jaar geleden ongeveer samen met het hoogtepunt van de internethype. Door de combinatie van forse koersdalingen op de beurs door het leeglopen van de zeepbel in technologiesector en als gevolg van de zeer slechte ervaringen van beleggers met de introductie van World Online werd het voor bedrijven heel lastig om de stap naar de beurs te zetten. Vanaf begin 1997 en eind 2000 kregen meer dan zestig bedrijven een notering aan het Damrak. In de vier jaar die volgden waren dat er slechts vier. Een dergelijk snelle afname is nu niet aan de orde. Een groot verschil met vijftien jaar geleden is dat de bedrijven die naar de beurs komen tegenwoordig afkomstig zijn uit allerlei sectoren. Aan het eind van de jaren negentig kwamen heel veel lokale IT- bedrijven en grote internetconcerns naar de beurs. Naast World Online waren UPC en KPNQwest indertijd bekende debutanten op het Damrak.

Elke beursgang is anders
Een beursintroductie biedt vaak een goede kans om tegen een aantrekkelijke instapprijs in een onderneming te beleggen. Het uitgangspunt moet dan wel zijn dat het bedrijf goed in de portefeuille past. Een omgekeerde strategie waarbij een portefeuille wordt samengesteld uit beursnieuwkomers is vaak een stuk minder succesvol. Het Renaissance Global IPO belegt in aandelen van bedrijven die naar de beurs gaan of die net hun debuut op een van de grotere beurzen hebben gemaakt. Het fonds bestaat al ruim zestien jaar, maar heeft in die periode geen grote indruk gemaakt. Over de afgelopen tien jaar ligt het rendement gemiddeld ruim 5% onder dat van de S&P500-index. En ondanks het hoge aantal beursgangers staat de teller sinds eind 2014 op -9%, terwijl de S&P500 op ongeveer hetzelfde niveau staat van een jaar eerder. De laatste tijd komen er ook verschillende ETF’s op de markt die proberen in te spelen op bepaalde patronen bij beursintroducties, maar ook in dit opzicht is er geen magische formule voor beleggingssucces. Het blijft dus zaak om elke beursdebutant op zijn eigen mogelijkheden te beoordelen.

Dit jaar is de financiële sector met de introductie van ABN Amro en Flow Traders goed vertegenwoordigd, maar daarnaast zijn er bij de nieuwkomers ook ondernemingen uit de biotechsector (Kiadis en het Duitse Curetis), de drankenindustrie (Lucas Bols), een bottellarij (Refresco Gerber), een optiekketen (GrandVision) en een trustkantoor (Intertrust). Die grote variatie wijst erop dat er deze keer geen luchtbel ontstaat in een bepaald segment van de markt. Daar komt bij dat de aandelenkoersen de laatste jaren weliswaar zijn opgelopen (AEX +60% in de laatste vier jaar), maar dat valt in het niet bij de rally aan het eind van de jaren negentig. Toen schoot de AEX tussen het voorjaar van 1995 en dat van 2000 met maar liefst 250% omhoog.

Open deur
Voor Nederlandse beleggers is het een gunstig vooruitzicht dat de deur naar de beurs voorlopig open blijft staan. Allereerst zorgen de nieuwkomers ervoor dat de keuzemogelijkheden voor beleggers toenemen. Het beleggingsuniversum op Euronext Amsterdam is dankzij beursintroducties de afgelopen twee jaar met ruim tien fondsen toegenomen. Sommige ondernemingen die tussen 2005 en 2010 naar de beurs zijn gekomen zoals SNS Reaal (2006), Fagron (in 2007 naar de beurs gekomen onder de naam Arseus) en Delta Lloyd hebben het de laatste tijd soms wat moeilijk, maar de nieuwkomers van de laatste jaren blijven het beursgemiddelde per saldo iets voor. Dat is er voor een deel aan te danken dat sommige ondernemingen vrij snel na de beursentree werden overgenomen. Nog geen twee jaar na de beursintroductie van Ziggo bracht Liberty Global begin 2014 een bod op het kabelbedrijf uit dat maar liefst 83% boven de introductieprijs lag. Op dat moment was de overname van DE Master Blenders – dat net als Ziggo in 2012 een notering had gekregen aan Euronext Amsterdam – door investeringsgroep JAB zelfs al zo goed als afgerond. Voor de koffiebrander werd een premie van ruim 25% betaald ten opzichte van de introductieprijs.

Het verschil tussen de introductiekoers en de prijs die de markt aan een bedrijf toekent, is afhankelijk van de regio van de beursgang en van het marktklimaat

Een ander groot voordeel is dat beleggers bij beursintroducties vaak de mogelijkheid krijgen om tegen een aantrekkelijke waardering positie te kiezen in een onderneming. Dat is van groot belang, aangezien het rendement op een investering voor een heel groot deel bepaald wordt door de waardering op het moment van aankoop. Het is gebruikelijk dat de prijs waartegen nieuwe aandelen bij een beursintroductie worden uitgegeven lager ligt dan de daadwerkelijke waarde. Dit begrip wordt in de beleggingswereld underpricing genoemd. Er is de zakenbanken die een beursgang begeleiden veel aan gelegen om de introductie tot een succes te maken. Aan de ene kant levert dat ze meer op, aangezien ze vaak voor een deel betaald worden in de aandelen van het bedrijf dat ze naar de beurs brengen. Aan de andere kant zijn de kosten dan ook lager. Het is namelijk gebruikelijk dat begeleidende banken aandelen kopen om te voorkomen dat de koers van een beursnieuweling (te) ver terugvalt. Hierdoor neemt niet alleen de waarde af van het belang dat ze al in het concern hebben, maar het is ook slecht voor het imago. Ondernemingen zullen niet snel in zee gaan met een bank waarbij de beurskoers vlak na introductie vaak meteen onderuit gaat. Hoe groot het verschil is tussen de introductiekoers en de prijs die de markt aan een bedrijf toekent, is onder meer afhankelijk van de regio waar de beursgang plaatsvindt en van het geldende marktklimaat. Met name in markten waarin het marktsentiment zeer positief is, kan de underpricing fors oplopen. Jay Ritter, professor aan de Universiteit van Florida, heeft berekend dat het verschil tussen de uitgifteprijs en de slotkoers op de eerste handelsdag in 1999 en 2000 op meer dan 50% lag op de Amerikaanse beurs. In China lag dat percentage tussen 1990 en 2010 zelfs op ruim 100%. Ogenschijnlijk lijkt dat een gunstige situatie, aangezien beleggers al op de eerste handelsdag een forse winst kunnen boeken. De werkelijkheid is minder mooi. De vraag naar aandelen van de beursdebutanten is in dit soort tijden enorm groot. Zakenbanken plaatsen gebruikelijk alle of bijna alle stukken bij bevriende partijen, zodat er voor particuliere beleggers niets of nauwelijks iets overblijft. Het is de vraag of die beleggers daar rouwig om moeten zijn, aangezien een zeer grote underpricing vaak ook een aanwijzing vormt voor een luchtbel op de aandelenmarkt. In dit opzicht is het een gunstig teken dat het verschil tussen de uitgifteprijs en de slotkoers op de eerste handelsdag bij de Nederlandse beursintroducties van dit jaar relatief heel klein is: 2,5%. Dat is veel minder dan de circa 15% die historisch gebruikelijk is op de Amsterdamse beurs.

Tegenover een relatief laag rendement op de eerste handelsdag staat echter een aantrekkelijke beloning voor beleggers die de aandelen van een beursnieuwkomer langer vasthouden. Het rendement van de acht bedrijven die dit jaar een notering hebben gekregen aan Euronext Amsterdam komt in de periode na de eerste handelsdag op gemiddeld bijna 12%. Dat indrukwekkende percentage is slechts voor een klein deel te danken aan de rugwind van een positief marktsentiment. Als het koersverloop vergeleken wordt met dat van de AEX ligt dat van de beursdebutanten gemiddeld 10,8% hoger. Kiadis Pharma was de enige nieuwkomer waarvan de koers zowel op de eerste handelsdag als in de periode daarna is gedaald. Het aandeel loopt sinds de beursintroductie op 1 juli bovendien 3,1% achter bij de AEX. Daar staat tegenover dat ondernemingen die op de eerste dag juist snel stegen, ook in de periode daarna het beursgemiddelde ruim voorbleven. Voorbeelden zijn Flow Traders, GrandVision en Lucas Bols waarvan het rendement sinds de dag na de beursintroductie 15% tot meer dan 20% boven dat van de AEX ligt. Dit fenomeen is niet alleen iets van de laatste tijd. Onderzoekers Laurie Krigman, Wayne Shaw en Kent Womack beschreven het al ruim vijftien jaar geleden in een studie naar de voorspellende waarde van de mate van underpricing bij een beursintroductie. Een belangrijke uitzondering moet echter gemaakt worden voor ondernemingen waarvan de koers op de eerste dag heel ver stijgt. Een koerssprong van 60% of meer na de introductie is een sterke aanwijzing dat het aandeel in de daaropvolgende twaalf maanden vaak ver achterblijft bij de rest van de beurs.

Statistieken
Voor beleggers zijn de statistieken over beursintroducties een interessant kompas. Als een nieuwkomer in potentie goed in de portefeuille past, loont het absoluut de moeite om in te tekenen op de introductie. Het gemiddelde rendement van 2,5% op de eerste handelsdag ligt dit jaar weliswaar behoorlijk ver onder het langetermijngemiddelde van 15%, maar het is een mooie meevaller in een periode waarin de spaarrente bij veel partijen lager staat dan 1%. Na een goede beursontvangst loont het de moeite om de stukken vast te houden of eventueel bij te kopen, aangezien dat vaak een aanwijzing is voor een bovengemiddeld rendement in de daaropvolgende periode. Dat is overigens niet altijd zo geweest. In zijn studie Insights Into The Performance of Dutch IPO’s komt onderzoeker Dimitrios Gounopoulos tot de conclusie dat beleggers Nederlandse beursintroducties maar beter links kunnen laten liggen. Uit de analyse van de 138 ondernemingen die tussen 1990 en 2009 naar de beurs zijn gekomen, blijkt dat de gemiddelde beursnieuwkomer op de eerste handelsdag met 12,7% steeg ten opzichte van de uitgifteprijs. Achter dat percentage gaan grote verschillen schuil, want de grootste winst bedroeg maar liefst 247,1% terwijl de meest teleurstellende beursgang beleggers een verlies opleverde van 69,9%. Na drie jaar stonden beursdebutanten echter gemiddeld ruim 35% in de min. Dat slechte slaggemiddelde wordt veroorzaakt doordat meer dan de helft van de onderzochte beursintroducties plaatsvond in de aanloop naar het moment dat de technologiebubbel in 2000 begon leeg te lopen. Het goede marktklimaat en de positieve ontvangst van de recente beursgangers wijzen erop dat het aantal beursfondsen op het Damrak de komende tijd verder zal gaan groeien.

Lees ook: Geef acht

Verder lezen?

Blijf dagelijks op de hoogte van het laatste beleggingsnieuws. Ontdek Beleggers Belangen nu vanaf €10,75 per maand. Bent u nieuw en wilt u eerst meer informatie? Klik dan hier! 

 Bekijk onze abonnementen hier!
Meer uitleg over inloggen? Lees de FAQ