Updates

Aandelen Nederland

Wereldhave

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Goldman Sachs

Advies
houden
Aandelen Internationaal

JPMorgan Chase

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Volkswagen

Advies
houden

Updates

Aandelen Nederland

Wereldhave

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Goldman Sachs

Advies
houden
Aandelen Internationaal

JPMorgan Chase

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Volkswagen

Advies
houden
Opinie Harry Geels, 16 mei 2013 15:24

Verkering aandelen en grondstoffen is uit

0 0 Leestijd ongeveer

Jarenlang liepen grondstoffen en aandelen hand in hand, maar door terugvallende economische groei zijn grondstoffen nu uit de gratie geraakt. Maar grondstoffen definitief afschrijven gaat te ver.

De meerjarige bullmarkt in grondstoffen zou weleens voorbij kunnen zijn.

In onderstaande grafiek zien we dat de toppen en bodems van de S&P GSCI steeds lager liggen (dalend trendkanaal) en dat het verloop van het 200-daags Voortschrijdende Gemiddelde, een lange termijn trendvolgende indicator, neerwaarts gericht is.

Beleggers die de trend volgen zouden nu niet in fysieke grondstoffen (al dan niet middels futures) moeten beleggen.

 

Wat verder opvalt is dat grondstoffen en aandelen niet meer gelijk met elkaar opbewegen. Jarenlang liepen ze hand in hand over straat. En dat gold eigenlijk voor alle drie de hoofdonderdelen van de grondstoffenmarkten: energie, metalen en agri. In onderstaande grafiek is de divergentie tussen aandelen (S&P500) en industriële metalen (S&P GSCI Industrial Metals) afgebeeld.

Bron: Thomson Reuters.

Theorie

In theorie horen aandelen, obligaties en grondstoffen hun eigen dynamiek te hebben, waardoor ze iets anders bewegen, afhankelijk van wat er in de economie gebeurt. Grondstoffen horen 1-op-1 mee te bewegen met de economische cyclus: gaat het goed met de economie, dan is er meer vraag naar grondstoffen en zouden grondstofprijzen moeten stijgen. Dalende grondstofprijzen zien we tijdens economische malaise.

Obligatiemarkten zouden in theorie tegen de economische cyclus in moeten gaan. Als het economisch goed gaat, gaan de centrale banken langzaam de rente verhogen, wat tot dalende obligatiekoersen leidt. In slechte economische tijden verlagen de centrale banken de rente en stijgen obligaties. Aandelen lopen zo’n zes tot negen maanden op de cyclus vooruit. Aandelenmarkten anticiperen.

Er zijn bepaalde perioden dat twee van de drie beleggingscategorieën tijdelijk gelijk op bewegen, bijvoorbeeld als aandelen al weer stijgen in anticipatie op betere economische tijden, terwijl de economie nog slecht draait en de rentetarieven dalen. Maar dat beleggingscategorieën lange tijd gelijk op bewegen is (in theorie) niet logisch, zoals grondstoffen en aandelen hebben gedaan over de periode 2007-2012.

Praktijk

De praktijk is dus regelmatig anders, wat kan komen door specifieke omstandigheden. Dat aandelen en grondstoffen zo lange tijd gelijk op bewogen had volgens sommige analisten te maken met de verschillende vormen van Quantitative Easings (QE’s), die een ‘risk on’-omgeving creëerden waarin beleggers overal in gingen beleggen, grondstoffen, aandelen en obligaties.

Maar echt helemaal overtuigend is deze analyse niet, zo blijkt. Dat aandelen nu stijgen heeft namelijk volgens sommige analisten te maken met de diverse vormen van Quantitative Easing (QE) die beleggers uit spaargeld en obligatiemarkten drukt naar aandelen. Maar nu doen grondstoffen niet mee. Dat ze nu niet stijgen zou door de economische groei die overal in de wereld terugvalt (vandaar ook de QE’s) komen.

En er is nog een reden waarom grondstoffen het momenteel ook moeilijk zouden moeten hebben en dat heeft te maken met een andere manier van kijken naar vooral energie, die in de meeste grondstoffenindices, zeker die van de GSCI een belangrijke rol spelen. Tot enige jaren gelden heerste de visie dat de olieprijs op de lange termijn alleen maar kon stijgen. Even  kort door de bocht: de vraag (vooral vanuit China en India) zou alleen maar toenemen, terwijl fossiele brandstoffen uitgeput zouden raken.

Peak oil-theorie nu weer in de ijskast

De ‘Peak Oil’-theorie was jarenlang in zwang: Volgens deze theorie, uit de koker van Marion King Hubbert, een geoloog die werkte voor Shell, zou ergens in het begin van deze eeuw de vraag naar olie de productie ervan structureel overtreffen, met structureel stijgende olieprijzen als gevolg. In een recent researchrapport van Citigroup van de hand van Seth Kleinman, met als titel: ‘Global Oil Demand Growth – The End Is Nigh’ wordt afgerekend met deze theorie.

De ‘boom’ in de Amerikaanse schalie-energie, tezamen met stijgende olieproductie in landen als Irak, Canada en Saoedi-Arabië maakt de theorie dat er een piek in de olieproductie zou komen voorbarig, althans dat zegt Citi. Sterker nog, volgens de Amerikaanse zakenbank ligt een vraagpiek eerder voor de hand. De revolutie in schalie-industrie is zo spectaculair dat zelfs binnen enkele jaren de VS energie-onafhankelijk kunnen worden.

Grondstoffen nog niet definitief afschrijven

Hoe dan ook, welke redenen analisten ook aanvoeren, het is belangrijk te proberen door alle verhalen en tijdelijke (‘this time it is different’) verhalen heen te kijken. Dan weer een Peak Oil-theorie, dan weer niet. Eerst stegen grondstoffen door QE’s, nu weer niet. Onderliggend is er niets mis met de hierboven beschreven theorie dat aandelen, obligaties en grondstoffen een eigen dynamiek hebben, afhankelijk van de economische cyclus.

Als de aandelenmarkten momenteel gelijk hebben, door nu zo flink te stijgen, dan betekent het dat de economie binnen zes tot negen maanden weer moet aantrekken en dan zal overige enige tijd ook de vraag naar grondstoffen weer terugkomen. Het is weliswaar nu niet de tijd in grondstoffen te beleggen, maar we moeten ze nog niet definitief afschrijven. 

Harry Geels is directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM) en partner van de ML Finance Academy (www.mlfa.eu). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.

De meerjarige bullmarkt in grondstoffen zou weleens voorbij kunnen zijn.

In onderstaande grafiek zien we dat de toppen en bodems van de S&P GSCI steeds lager liggen (dalend trendkanaal) en dat het verloop van het 200-daags Voortschrijdende Gemiddelde, een lange termijn trendvolgende indicator, neerwaarts gericht is.

Beleggers die de trend volgen zouden nu niet in fysieke grondstoffen (al dan niet middels futures) moeten beleggen.

 

Wat verder opvalt is dat grondstoffen en aandelen niet meer gelijk met elkaar opbewegen. Jarenlang liepen ze hand in hand over straat. En dat gold eigenlijk voor alle drie de hoofdonderdelen van de grondstoffenmarkten: energie, metalen en agri. In onderstaande grafiek is de divergentie tussen aandelen (S&P500) en industriële metalen (S&P GSCI Industrial Metals) afgebeeld.

Bron: Thomson Reuters.

Theorie

In theorie horen aandelen, obligaties en grondstoffen hun eigen dynamiek te hebben, waardoor ze iets anders bewegen, afhankelijk van wat er in de economie gebeurt. Grondstoffen horen 1-op-1 mee te bewegen met de economische cyclus: gaat het goed met de economie, dan is er meer vraag naar grondstoffen en zouden grondstofprijzen moeten stijgen. Dalende grondstofprijzen zien we tijdens economische malaise.

Obligatiemarkten zouden in theorie tegen de economische cyclus in moeten gaan. Als het economisch goed gaat, gaan de centrale banken langzaam de rente verhogen, wat tot dalende obligatiekoersen leidt. In slechte economische tijden verlagen de centrale banken de rente en stijgen obligaties. Aandelen lopen zo’n zes tot negen maanden op de cyclus vooruit. Aandelenmarkten anticiperen.

Er zijn bepaalde perioden dat twee van de drie beleggingscategorieën tijdelijk gelijk op bewegen, bijvoorbeeld als aandelen al weer stijgen in anticipatie op betere economische tijden, terwijl de economie nog slecht draait en de rentetarieven dalen. Maar dat beleggingscategorieën lange tijd gelijk op bewegen is (in theorie) niet logisch, zoals grondstoffen en aandelen hebben gedaan over de periode 2007-2012.

Praktijk

De praktijk is dus regelmatig anders, wat kan komen door specifieke omstandigheden. Dat aandelen en grondstoffen zo lange tijd gelijk op bewogen had volgens sommige analisten te maken met de verschillende vormen van Quantitative Easings (QE’s), die een ‘risk on’-omgeving creëerden waarin beleggers overal in gingen beleggen, grondstoffen, aandelen en obligaties.

Maar echt helemaal overtuigend is deze analyse niet, zo blijkt. Dat aandelen nu stijgen heeft namelijk volgens sommige analisten te maken met de diverse vormen van Quantitative Easing (QE) die beleggers uit spaargeld en obligatiemarkten drukt naar aandelen. Maar nu doen grondstoffen niet mee. Dat ze nu niet stijgen zou door de economische groei die overal in de wereld terugvalt (vandaar ook de QE’s) komen.

En er is nog een reden waarom grondstoffen het momenteel ook moeilijk zouden moeten hebben en dat heeft te maken met een andere manier van kijken naar vooral energie, die in de meeste grondstoffenindices, zeker die van de GSCI een belangrijke rol spelen. Tot enige jaren gelden heerste de visie dat de olieprijs op de lange termijn alleen maar kon stijgen. Even  kort door de bocht: de vraag (vooral vanuit China en India) zou alleen maar toenemen, terwijl fossiele brandstoffen uitgeput zouden raken.

Peak oil-theorie nu weer in de ijskast

De ‘Peak Oil’-theorie was jarenlang in zwang: Volgens deze theorie, uit de koker van Marion King Hubbert, een geoloog die werkte voor Shell, zou ergens in het begin van deze eeuw de vraag naar olie de productie ervan structureel overtreffen, met structureel stijgende olieprijzen als gevolg. In een recent researchrapport van Citigroup van de hand van Seth Kleinman, met als titel: ‘Global Oil Demand Growth – The End Is Nigh’ wordt afgerekend met deze theorie.

De ‘boom’ in de Amerikaanse schalie-energie, tezamen met stijgende olieproductie in landen als Irak, Canada en Saoedi-Arabië maakt de theorie dat er een piek in de olieproductie zou komen voorbarig, althans dat zegt Citi. Sterker nog, volgens de Amerikaanse zakenbank ligt een vraagpiek eerder voor de hand. De revolutie in schalie-industrie is zo spectaculair dat zelfs binnen enkele jaren de VS energie-onafhankelijk kunnen worden.

Grondstoffen nog niet definitief afschrijven

Hoe dan ook, welke redenen analisten ook aanvoeren, het is belangrijk te proberen door alle verhalen en tijdelijke (‘this time it is different’) verhalen heen te kijken. Dan weer een Peak Oil-theorie, dan weer niet. Eerst stegen grondstoffen door QE’s, nu weer niet. Onderliggend is er niets mis met de hierboven beschreven theorie dat aandelen, obligaties en grondstoffen een eigen dynamiek hebben, afhankelijk van de economische cyclus.

Als de aandelenmarkten momenteel gelijk hebben, door nu zo flink te stijgen, dan betekent het dat de economie binnen zes tot negen maanden weer moet aantrekken en dan zal overige enige tijd ook de vraag naar grondstoffen weer terugkomen. Het is weliswaar nu niet de tijd in grondstoffen te beleggen, maar we moeten ze nog niet definitief afschrijven. 

Harry Geels is directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM) en partner van de ML Finance Academy (www.mlfa.eu). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.