Cursus optiebeleggen: een kortere looptijd is beter

Er zijn opties die pas over een of twee jaar aflopen, maar daar is vaak vrij weinig handel in, en de ‘spread’, het verschil tussen de bied en laatprijs, is doorgaans tamelijk groot. Dat maakt deze langlopende opties in mijn ogen wat minder aantrekkelijk. Verder wil ik de investering in een willekeurige optiepositie laag houden. De prijzen van langlopende opties zijn in de regel relatief hoog, omdat er nog heel veel verwachtingswaarde in zit. Er zijn dus goede redenen om bij de selectie van een optietip vooral gebruik te maken van opties die niet al te lang lopen.

Vorige maand heb ik al aangegeven dat de kans op een stijgende index groter wordt naarmate de tijdsperiode langer is. Op heel korte termijn is het dus voornamelijk gokken, terwijl op een iets langere termijn je wat meer zekerheid hebt.

Inventarisatie van de optietips: een kortere looptijd is beter

De gemiddelde looptijd van mijn optietips is 119 dagen, grofweg vier maanden. Door het gegeven dat over een langere periode gemeten er een grotere kans op een stijging is, kan misschien gedacht worden dat langer lopende optietips ook succesvoller zijn dan kortlopende optietips. Dat lijkt toch niet het geval te zijn. In de tabel staan vijf tips die lang open hebben gestaan, en vijf korte.

Wat opvalt is dat een aantal kortetermijntips heel succesvol is geweest. Bij de langlopende constructies is het goed zoeken naar een succesje. Een plausibele verklaring is dat in geval van succes er een reden is om te verkopen (winstnemen), waardoor de looptijd eindigt. Als een tip niet werkt, is laten lopen vanwege de mogelijkheid dat het mogelijk toch nog iets wordt vaak geen slechte keuze. Maar de kans op succes is klein, waardoor langer wachten meestal niet beloond wordt.