Gevaar voor recessie in de VS nog niet geweken
Die conclusie is echter prematuur en onverstandig. De banenmarkt kijkt immers meer terug dan vooruit.
Banencijfers
Verrassend is eigenlijk nog te zwak uitgedrukt. Zo ver boven verwachting waren de Amerikaanse banencijfers. Economen gingen uit van 184.000 nieuwe banen in de VS in december, maar het bleken er 312.000 te zijn. Dat maakte het Bureau of Labor Statistics (BLS) vorige week vrijdag bekend. Veranderingen van 100.000 of meer noemt het BLS ‘statistisch significant’. Dit cijfer doet er dus op het eerste gezicht zeker toe. Het gebeurt ook niet zo vaak dat banencijfers de gemiddelde verwachting met een dergelijke grote marge overtreffen. Bovendien stelde het BLS de banencijfers over de maanden oktober en november opwaarts bij. Er zijn over deze twee maanden 58.000 banen meer gecreëerd dan eerder werd gemeld. En er was meer goed nieuws voor Amerikaanse werknemers. Het gemiddelde uurloon nam in december met 3,2% toe ten opzichte van december 2017.
Hevige reactie
Geen wonder dat de financiële markten hevig op de banencijfers reageerden. Na een flinke koersval vorige week donderdag, veerde de S&P500 Index maar liefst 3,4% op. Hoogstwaarschijnlijk ook geholpen door geruststellende uitspraken van Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell tijdens een economische conferentie in de VS. Ook op de obligatiemarkt dreunden de banencijfers door. Zowel het effectief rendement op tweejarige- als tienjarige Amerikaanse staatsobligaties steeg met 11,5 basispunt. Dat zijn forse bewegingen voor de obligatiemarkt. Voor meerdere beleggingsstrategen waren de opmerkelijk positieve banencijfers reden om de vrees voor duidelijke afname van de economische groei, of zelfs een recessie, opzij te schuiven. ‘Wie uit dit banenrapport nog iets negatiefs weet te halen is spijkers op laag water aan het zoeken’, verklaarde Morgan Stanley-econoom Ellen Zentner in The New York Times.
Kanttekeningen
‘Lachwekkend’, luidde de reactie van Gluskin Sheff-strateeg David Rosenberg op de opmerking van Zentner. Rosenberg hoefde naar eigen zeggen bepaald niet lang te zoeken om zorgwekkende inconsistenties in het banenrapport te vinden. Zo verbaasde Rosenberg zich over de 32.000 nieuwe banen die er in de industriesector bij kwamen. De inkoopmanagersindex van de industriesector daalde in december namelijk van 59,3 tot 54,1. Dat was beduidend slechter dan de 57,5 waar economen op hadden gerekend. Ook vond de strateeg geen bevestiging van een gezonde industriële banengroei in de transportsector, de sector die voor de distributie van goederen zorgt. In de transportsector kwamen er opmerkelijk genoeg nauwelijks banen bij in december. De sectoren waarin de werkgelegenheid wel sterk toenam – zorg, onderwijs en horeca – hebben een relatief lage groei van de arbeidsproductiviteit. Ook enigszins zorgwekkend is het feit dat een groot deel van de banengroei voor rekening van jongeren van 18 en 19 jaar kwam, aldus Rosenberg. Deze jongeren zijn veelal lager opgeleid. Ook dat draagt niet bij aan de groei van de arbeidsproductiviteit.
Onheilspellend
Voor beleggers die over deze kanttekeningen heen stappen, heeft Rosenberg nog een waarschuwing. Want een combinatie van teruglopende arbeidsproductiviteit en verder stijgende lonen is uitermate ongunstig voor de winstmarges van bedrijven. Bovendien zijn banencijfers geen vooruitlopende economische indicator. De arbeidsmarkt kijkt terug, niet vooruit, aldus Rosenberg. Sceptisch is hij ook over de forse koersreactie op het banenrapport. Dergelijk koersreacties komen vaker voor in bearmarkten dan in een gezonde bullmarkt. De jubelende beursreactie van afgelopen vrijdag doet dan ook wat overdreven aan. Een beetje onheilspellend zelfs.