Verbetering bij Unilever
De goede cijfers doen ons twijfelen, maar bij een k/w van 21,6 is Unilever nog steeds duur vergeleken met Nestlé en Danone, die wij een grotere groeikracht toedichten. Om die reden handhaven wij ons verkoopadvies.
Unilever beleefde in 2015 een goed jaar. In het eerste halfjaar presenteerde het bedrijf een onderliggende omzetgroei van 2,9%. Dat is de groei van de omzet zonder valuta-effecten en bijzondere posten. Vervolgens was er een uitbundige zomer, waarbij vooral de divisie IJs en thee in de VS en Europa excelleerde. De onderliggende groei nam in het kwartaal toe tot 5,7% en kwam over de eerste drie kwartalen uit op 3,8%. Over het vierde kwartaal werd 4,9% groei gerapporteerd, tegenover 2,1% in 2014. Over heel 2015 kwam de onderliggende omzetgroei daardoor uit op 4,1% en dat is aanzienklijk hoger dan de 2,9% van 2014. Het grote verschil zat in de volumegroei die er dit keer wel was (-0,9% in 2014 en +1,9% in 2015). IJs en thee en Persoonlijke en Thuisverzorging droegen daaraan bij; Voeding blijft met een lichte daling in het vierde kwartaal een zorgenkind. De gerapporteerde totaaljaaromzet steeg met 14%, naar €53,3 mrd.
Unilever wist andermaal de onderliggende operationele marge met enkele tienden procentpunten te verbeteren, naar 14,8%; het onderliggende resultaat steeg met 14%. Het gerapporteerde resultaat daalde echtrer met 6%, naar €7,5 mrd, en de nettowinst met 5%, naar €5,3 mrd, ook doordat in 2014 onderdelen zijn verkocht. De verbetering bij Unilever is duidelijk, maar bij een k/w van 21,6 handhaven wij ons verkoopadvies. Wij prefereren de concurrentie.