Assetallocatie: Staatsobligaties
Voorspellen blijft moeilijk. Als gekeken wordt naar de ontwikkeling van de tienjaarsstaatsrente van de VS van de laatste maand, dan is dat rentetarief sinds de geldmarktrenteverhoging door de Fed gedaald van 2,27 naar 2,14%. Het Fed-besluit van een verhoging van 25 basispunten (naar 0,25%) heeft kennelijk geen effect gehad in de kapitaalmarkten (schuld langer dan twee jaar), terwijl analisten toch een verhoging van de kapitaalmarkttarieven verwachten onder invloed van het Fed-beleid van stapsgewijze geldmarktrenteverhogingen (schuld korter dan twee jaar).
Deze conclusie van ‘geen effect’ is echter om enkele redenen te kort door de bocht. In de eerste plaats was die rentestap van de Fed al eerder verwacht en stond de tienjaarsrente in oktober zelfs even onder 2%. Dat is dan inderdaad bijna 0,25 procentpunt onder de huidige 2,14%. Bovendien, en in de tweede plaats, zijn er nog andere factoren die de rentestand beïnvloeden. De economische onrust in de wereld veroorzaakt traditioneel de ‘vlucht’ van beleggers naar veilige havens. De Verenigde Staten is daarvan de belangrijkste. Een grote vraag naar dollars of naar schuld luidend in dollars zal de koers van die schuld verhogen, wat leidt tot rentedaling.
Normaliter is Duitsland ook een veilige haven. In het begin van deze kalenderweek steeg de Duitse tienjaarsrente echter. De oorzaak lag onder meer in een emissie van nieuwe staatsschuld. Het hogere aanbod deed de koersen dalen, wat tot hogere rentetarieven leidde. Doordat de emissie vooral tienjaarsstaatsschuld betrof, steeg vooral de tienjaarsrente, wat tot een steilere rentermijncurve leidde.
Er is overigens aanleiding om te veronderstellen dat de Fed haar beleid van renteverhogingen blijft voortzetten – zij het in een gematigd tempo – omdat daar economische aanleiding voor is. Uit de decembercijfers over nieuwe werkgelegenheid (+292.00000) en de positieve aanpassingen ervan voor oktober en november (+50.000) blijkt dat de Amerikaanse economie steeds meer toegroeit naar het moment waarop spanning op de arbeidsmarkt via hogere lonen tot inflatie (lees: goederenprijsstijging) leidt. Inflatievrees is voor centrale bankiers de meest legitieme reden om de rente verder te verhogen. <