Updates

Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aperam

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aalberts

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen

Updates

Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aperam

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aalberts

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen
Opinie Harry Geels, 26 feb 2013 14:47

Het gouden dilemma

0 0 Leestijd ongeveer

Goud heeft het de laatste tijd moeilijk. Enerzijds is de koersbeweging grotendeels gebaseerd op sentiment en daardoor lastig te voorspellen, anderzijds blijkt dat het toevoegen van goud aan een portefeuille waarde kan hebben uit spreidingsoogpunt. Nieuw onderzoek schijnt licht op het goud-dilemma.

De aanhangers van het beleggen in goud bedienen zich van diverse argumenten. Goud zou goed zijn als:

1. inflatiehedge

2. valutahedge (ofwel goud stijgt als de valuta daalt)

3. belegging in een klimaat met lage reële rendementen (zoals nu)

4. veilige haven in tijden van stress

Daarnaast zou goud:

5. aantrekkelijk zijn omdat we weer naar een gouden standaard zouden toegaan (en centrale banken goud moeten kopen)

6. (strategisch) onderwogen zijn in veel beleggingsportefeuilles.

Twee bekende wetenschappers, te weten Claude Erb en Campbell Harvey, hebben deze argumenten in een bijzonder interessante studie nader onderzocht op hun validiteit. Hun studie genaamd ‘The Golden Dilemma’ is wat mij betreft een ‘must read’ voor iedereen die geïnteresseerd is in goud (en zich daarbij wil bedienen van de juiste argumenten).

Liever geen goud

Tegenstanders van goud zijn er ook. Een bekende onder hen is Warren Buffett. Zo zei hij: ‘Wat goudkopers motiveert is hun geloof dat de groep angsthazen zal groeien. In de afgelopen tien jaar bleek dit geloof juist te zijn. Vervolgens heeft de stijgende goudprijs nieuwe enthousiastelingen naar de markt gezogen, waardoor de prijsstijging van de goud als de validatie van het beleggingsthema goud wordt gezien. Als meer beleggers het goudfeestje bezoeken creëren ze hun eigen waarheid…….voor een tijdje’.

Ook ik heb me in het verleden geen voorstander van het beleggen in goud getoond. In een (achteraf goed getimede) column van 23 augustus 2011 schreef ik dat de stijging van goud me aan de Nasdaq-rally van eind jaren negentig deed denken en gaf vijf argumenten waarom je geen goud meer moest kopen.



Meeste pro-goud argumenten zijn gebakken lucht

Erb en Harvey laten weinig heel van de meeste argumenten waarvan de goudadepten zich bedienen, de potentiële inflatiehedge bijvoorbeeld. In onderstaande figuur geeft de blauwe lijn de goudprijs gedeeld door de inflatieindex (Amerikaanse CPI) aan. Als goud min of meer de inflatie zou volgen dan verwacht je een veel constantere lijn. Erb en Harvey concluderen dat goud veel te heftig beweegt om een inflatiehedge te zijn (terzijde, de paper geeft meer onderbouwingen dan dit plaatje). Uit het plaatje blijkt ook dat goud historisch en in reële termen gezien duur is (ver boven het gemiddelde staat).


Bron: The Golden Dilemma (Erb, Harvey, januari 2013)

Dan het argument dat goud een compensatie zou bieden voor dalingen van valuta’s. Stel dat de euro met 10% zou zakken, dan zou goud met 10% moeten stijgen. Ook dit argument is moeilijk hard te maken. Zo zeggen Erb en Harvey dat goudprijzen omgerekend in de lokale valuta’s bijna altijd dezelfde kant opgaan (zie onderstaand plaatje). Goud gaat dus zijn eigen weg, onafhankelijk van de kracht van de verschillende valuta’s.

Bron: The Golden Dilemma (Erb, Harvey, januari 2013)

Vervolgens het argument dat goud het goed zou doen in klimaat van lage reële rente. Onderstaand plaatje lijkt dit inderdaad te suggereren, bij lage of negatieve reële rentes (horizontale as) zien we hoge reële goudprijzen (verticale as). De twee wetenschappers kunnen echter helaas geen van de hypothesen achter deze schijnbare correlatie valideren, waarna hun conclusie luidt dat ook dit argument geen hout snijdt.

Bron: The Golden Dilemma (Erb, Harvey, januari 2013)

Goud blijkt statistisch gezien ook al geen hedge te zijn voor slechte tijden. De twee wetenschappers hebben in allerlei stress-situaties gekeken naar de goudrendementen en daar was geen pijl op te trekken. Onderstaand plaatje plaatst bijvoorbeeld het goudrendement versus het rendement op aandelen (S&P500). De puntenwolk waaiert uit over alle kwadranten. Dus, goud kan het goed doen als de S&P500 het goed doet, maar ook als de S&P500 het slecht doet.


Bron: The Golden Dilemma (Erb, Harvey, januari 2013)

Blijven over de argumenten dat goud interessant is omdat we de facto weer zouden bewegen naar een gouden standaard (hierbij wordt ook gedacht aan het opkopen van goud door de centrale banken, vooral uit de opkomende markten, als backup voor hun valutareserves) en dat goud steeds meer door beleggers gekocht zou worden omdat ze dit gaan toevoegen aan de portefeuille. De twee wetenschappers tonen aan dat bij stijgende vraag goud inderdaad (snel) zou kunnen stijgen (vooral ook omdat de goudmarkt relatief illiquide is – slechts een klein stukje van de goudvoorraad wordt op de financiële markten verhandeld).

Het probleem van deze (vraag- en aanbodgedreven) argumenten is echter, zo zeggen Erb en Harvey terecht, dat ze een nieuwe werkelijkheid impliceren en dus niet met historische gegevens ondersteund kunnen worden. Het dilemma voor een goudbelegger is dus dat op basis van de statistiek weinig pro-goud argumenten te vinden zijn (sterker nog, dat goud eerder historisch gezien duur lijkt te zijn) en dat de pro-argumenten zich nog maar moeten bewijzen.


Harry Geels is directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM) en partner van de ML Finance Academy (www.mlfa.eu). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.

 

De aanhangers van het beleggen in goud bedienen zich van diverse argumenten. Goud zou goed zijn als:

1. inflatiehedge

2. valutahedge (ofwel goud stijgt als de valuta daalt)

3. belegging in een klimaat met lage reële rendementen (zoals nu)

4. veilige haven in tijden van stress

Daarnaast zou goud:

5. aantrekkelijk zijn omdat we weer naar een gouden standaard zouden toegaan (en centrale banken goud moeten kopen)

6. (strategisch) onderwogen zijn in veel beleggingsportefeuilles.

Twee bekende wetenschappers, te weten Claude Erb en Campbell Harvey, hebben deze argumenten in een bijzonder interessante studie nader onderzocht op hun validiteit. Hun studie genaamd ‘The Golden Dilemma’ is wat mij betreft een ‘must read’ voor iedereen die geïnteresseerd is in goud (en zich daarbij wil bedienen van de juiste argumenten).

Liever geen goud

Tegenstanders van goud zijn er ook. Een bekende onder hen is Warren Buffett. Zo zei hij: ‘Wat goudkopers motiveert is hun geloof dat de groep angsthazen zal groeien. In de afgelopen tien jaar bleek dit geloof juist te zijn. Vervolgens heeft de stijgende goudprijs nieuwe enthousiastelingen naar de markt gezogen, waardoor de prijsstijging van de goud als de validatie van het beleggingsthema goud wordt gezien. Als meer beleggers het goudfeestje bezoeken creëren ze hun eigen waarheid…….voor een tijdje’.

Ook ik heb me in het verleden geen voorstander van het beleggen in goud getoond. In een (achteraf goed getimede) column van 23 augustus 2011 schreef ik dat de stijging van goud me aan de Nasdaq-rally van eind jaren negentig deed denken en gaf vijf argumenten waarom je geen goud meer moest kopen.

Meeste pro-goud argumenten zijn gebakken lucht

Erb en Harvey laten weinig heel van de meeste argumenten waarvan de goudadepten zich bedienen, de potentiële inflatiehedge bijvoorbeeld. In onderstaande figuur geeft de blauwe lijn de goudprijs gedeeld door de inflatieindex (Amerikaanse CPI) aan. Als goud min of meer de inflatie zou volgen dan verwacht je een veel constantere lijn. Erb en Harvey concluderen dat goud veel te heftig beweegt om een inflatiehedge te zijn (terzijde, de paper geeft meer onderbouwingen dan dit plaatje). Uit het plaatje blijkt ook dat goud historisch en in reële termen gezien duur is (ver boven het gemiddelde staat).

Bron: The Golden Dilemma (Erb, Harvey, januari 2013)

Dan het argument dat goud een compensatie zou bieden voor dalingen van valuta’s. Stel dat de euro met 10% zou zakken, dan zou goud met 10% moeten stijgen. Ook dit argument is moeilijk hard te maken. Zo zeggen Erb en Harvey dat goudprijzen omgerekend in de lokale valuta’s bijna altijd dezelfde kant opgaan (zie onderstaand plaatje). Goud gaat dus zijn eigen weg, onafhankelijk van de kracht van de verschillende valuta’s.

Bron: The Golden Dilemma (Erb, Harvey, januari 2013)

Vervolgens het argument dat goud het goed zou doen in klimaat van lage reële rente. Onderstaand plaatje lijkt dit inderdaad te suggereren, bij lage of negatieve reële rentes (horizontale as) zien we hoge reële goudprijzen (verticale as). De twee wetenschappers kunnen echter helaas geen van de hypothesen achter deze schijnbare correlatie valideren, waarna hun conclusie luidt dat ook dit argument geen hout snijdt.

Bron: The Golden Dilemma (Erb, Harvey, januari 2013)

Goud blijkt statistisch gezien ook al geen hedge te zijn voor slechte tijden. De twee wetenschappers hebben in allerlei stress-situaties gekeken naar de goudrendementen en daar was geen pijl op te trekken. Onderstaand plaatje plaatst bijvoorbeeld het goudrendement versus het rendement op aandelen (S&P500). De puntenwolk waaiert uit over alle kwadranten. Dus, goud kan het goed doen als de S&P500 het goed doet, maar ook als de S&P500 het slecht doet.

Bron: The Golden Dilemma (Erb, Harvey, januari 2013)

Blijven over de argumenten dat goud interessant is omdat we de facto weer zouden bewegen naar een gouden standaard (hierbij wordt ook gedacht aan het opkopen van goud door de centrale banken, vooral uit de opkomende markten, als backup voor hun valutareserves) en dat goud steeds meer door beleggers gekocht zou worden omdat ze dit gaan toevoegen aan de portefeuille. De twee wetenschappers tonen aan dat bij stijgende vraag goud inderdaad (snel) zou kunnen stijgen (vooral ook omdat de goudmarkt relatief illiquide is – slechts een klein stukje van de goudvoorraad wordt op de financiële markten verhandeld).

Het probleem van deze (vraag- en aanbodgedreven) argumenten is echter, zo zeggen Erb en Harvey terecht, dat ze een nieuwe werkelijkheid impliceren en dus niet met historische gegevens ondersteund kunnen worden. Het dilemma voor een goudbelegger is dus dat op basis van de statistiek weinig pro-goud argumenten te vinden zijn (sterker nog, dat goud eerder historisch gezien duur lijkt te zijn) en dat de pro-argumenten zich nog maar moeten bewijzen.


Harry Geels is directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM) en partner van de ML Finance Academy (www.mlfa.eu). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.