Beurs en Economie | Indices uit het lood geslagen
Albert Edwards, de uitgesproken beleggingsstrateeg bij Société Générale, had niet gedacht dat hij ooit nog zou meemaken dat de Amerikaanse technologiesector opnieuw goed zou zijn voor een derde van de Amerikaanse beurs. Toch was dat volgens hem afgelopen week net als in het jaar 2000 weer het geval. Opmerkelijk is, aldus Edwards, dat deze mijlpaal is bereikt terwijl slechts drie van de zogeheten ‘Magnificent 7’ – Apple, Microsoft en Nvidia – deel uitmaken van de technologiesector. Volgens vermogensbeheerder GMO hebben deze Magnificent 7 – die naast de drie eerder genoemde aandelen wordt gevormd door Alphabet, Amazon, Meta en Tesla – het in de periode 2014-2023 met uitzondering van 2022 ieder jaar beter gedaan dan de S&P500 Index.
Lage waardering
Een van de redenen die GMO noemt voor de sterke prestaties over de afgelopen tien jaar is de opvallend lage waardering in 2013. Apple en Microsoft noteerden destijds tegen bijna niet meer voor te stellen koers-winstverhoudingen van 13 tot 14. De brede beursindex was toen ongeveer 25% hoger gewaardeerd, aldus GMO. De extreem sterke prestatie van de zeven grootste aandelen uit de S&P500 Index heeft ervoor gezorgd dat de weging van deze groep in tien jaar tijd is gestegen van 13 naar 28%.
De vermogensbeheerder dook dieper in de rendementen van de tien grootste aandelen in de S&P500 Index en ging daarvoor helemaal terug naar 1957. GMO vergeleek het rendement van deze top tien met het rendement van de resterende en gelijk gewogen 490 andere aandelen. Opmerkelijk genoeg presteren de tien grootste aandelen in de periode 1957-2023 jaarlijks 2,4%-punt slechter dan de 490 andere, gelijk gewogen, aandelen uit de S&P500 Index.
Scheef getrokken
Vanaf eind 2013 is er echter iets opmerkelijks gaande, vanaf dat jaar presteert de top tien juist jaarlijks gemiddeld 4,9%-punt beter dan de brede index. Daar zijn, naast de toenmalige lage waarderingen, voor de verschillende leden van de Magnificent 7 ook best goede redenen voor. De Magnificent 7 zijn kwalitatief sterk en hebben een ‘diepe slotgracht’ – moat – erkent GMO, maar aan deze kwaliteiten wordt nu wel een erg hoge waardering gehangen.
Indices
ETF- of index-beleggers zitten daarom opgescheept met scheef getrokken indices. Niet alleen de S&P500 Index maar bijvoorbeeld ook verschillende MSCI-indices. Amerikaanse aandelen zijn bijvoorbeeld goed voor meer dan 70% van de marktkapitalisatie van de MSCI World Index. Apple, Microsoft en Nvidia hebben een gezamenlijke weging van bijna 11% in de 2920 aandelen uit ontwikkelde en opkomende landen tellende MSCI All Country Index. En in de 234 aandelen bevattende MSCI USA Growth Index is de weging van de Magnificent 7 zelfs meer dan 53%.
Actieve fondsbeheerders
Zelfs wie niet in de Magnificent 7 of top tien uit de brede beursindices belegt, heeft er nog mee te maken. Veel beleggers – particulieren maar ook fondsbeheerders – zetten hun prestaties immers af tegen deze uit het lood geslagen indices. Dat is volgens GMO een van de redenen waarom actieve fondsbeheerders – waartoe het zelf overigens ook behoort – hun index of benchmark al jarenlang niet meer kunnen bijhouden. Een minder ‘geconcentreerde’ aandelenmarkt zou veel beter zijn, niet alleen voor die actieve beheerders maar zeker ook voor de – misschien niets vermoedende – ‘passieve’ ETF- en index-beleggers.