Advieswijziging | Omslagpunt voor Amerikaanse banken
De Amerikaanse banken hebben een ijzersterke periode achter de rug. Het aandeel van JPMorgan Chase (JPM) is de afgelopen acht maanden met 50% gestegen en het aandeel Goldman Sachs (GS) schoot zelfs met meer dan 75% omhoog. Laatstgenoemde onderneming profiteert relatief sterk van het goede beursklimaat.
In het eerste kwartaal was 43% van de concernomzet van $17,7 mrd afkomstig uit de handel in aandelen en obligaties. In het huidige marktklimaat is dat een lucratieve aangelegenheid. De divisie Investment Banking (21% van de kwartaalomzet) profiteerde van het grote aantal bedrijven dat de stap naar de beurs zette of nieuwe obligaties uitschreef.
Dalende handelsinkomsten
Langzaam maar zeker wordt echter duidelijk dat deze motor achter de omzet- en winstgroei gaat stilvallen. Topman Jamie Dimon van JPMorgan Chase vertelde medio juni op een conferentie dat zijn bedrijf in het lopende kwartaal ongeveer $6 mrd verdient aan de handel in aandelen en obligaties. Anderhalf jaar geleden was dat bijna een nieuw record geweest.
Nu steekt het bedrag echter wat mager af vergeleken bij de $9,7 mrd die JPMorgan Chase in het tweede kwartaal verdiende met deze activiteiten. Ook financieel topman Mark Mason van Citigroup voorspelde dat zijn bank te maken krijgt met een terugval van ongeveer 30%.
Meer risico
De dalende inkomsten vallen samen met een toename van het risico. Goldman Sachs en JPMorgan zijn de twee grootste spelers op de CLO-markt. Zakenbanken verstrekken krediet aan bedrijven en durfinvesteerders voor overnames en andere transacties. Die leningen worden vervolgens gebundeld en in delen doorverkocht, zodat een investeerder minder risico loopt dan wanneer hij slechts met één tegenpartij zaken doet.
De concurrentie op deze $780 mrd grote markt neemt echter snel toe. Volgens financiële nieuwsdienst Bloomberg is het marktaandeel van Goldman Sachs dit jaar met 6,2% gedaald en van JPMorgan Chase met 4,6%. Om de concurrentiepositie te versterken, eisen deze partijen niet langer dat een tegenpartij bijstort zodra de marktwaarde van een lening onder de boekwaarde duikt. Als een kredietnemer in de problemen komt voor een lening is doorverkocht, komt de klap bij de banken hierdoor harder aan.
Groeikansen over de grens
Op de korte termijn is dit gevaar echter niet heel groot. De Amerikaanse economie laat een krachtig herstel zien door het terugdraaien van lockdownmaatregelen en het beurssentiment is goed. Bovendien zijn beide banken hard bezig om de afhankelijkheid van de thuismarkt te verkleinen. Ze adviseren in India bijvoorbeeld Paytm bij wat mogelijk de grootste beursintroductie in de geschiedenis van het land wordt.
Ook richten de ondernemingen zich meer op de Britse markt. Daar betaalde JPMorgan Chase naar verluidt $1 mrd voor de digitale vermogensbeheerder Nutmeg. En Goldman Sachs maakte op maandag 21 juni bekend dat het zijn betaaldienstplatform ook in het Verenigd Koninkrijk gaat uitrollen.
Aandelen JPMorgan Chase en Goldman Sachs naar ‘houden’
Voorlopig wegen de afvlakkende inkomsten uit aandelen- en obligatiehandel en het toenemende risico op de Amerikaanse markt echter aanzienlijk zwaarder dan de groei over de grens. Goldman Sachs wordt verhandeld voor 7,1 maal de verwachte winst en voor JPMorgan Chase is die waardering 10,1. Die waarderingen zijn alleszins redelijk.
Maar het vooruitzicht van een groeivertraging in de tweede helft van het jaar in combinatie met een rente die mogelijk pas na 2022 weer gaat oplopen – zodat de rente-inkomsten de komende kwartalen nog geen impuls krijgen – vormt aanleiding het advies voor zowel het aandeel JPMorgan Chase als het aandeel Goldman Sachs bij te stellen naar ‘houden’. Nederlandse bankaandelen zijn voorlopig betere beleggingen dan Amerikaanse.