Sif | Cyclische groeier niet goedkoop
Bij Sif, bouwer van funderingen voor windmolens op zee, blijft het hollen of stilstaan. Na een productiespurt in 2019 tot 185 kiloton staal werd er vorig jaar slechts 164 kiloton geproduceerd. De corona-uitbraak had in het eerste halfjaar een negatieve impact op de productie. Daarnaast moest het bedrijf leveringen voor nieuwe offshore windparken in Japan en Frankrijk opstarten, ter vervanging van het afgeblazen Vineyard-windproject in de VS.
In de tweede jaarhelft is de productie echter weer duidelijk aangetrokken. Ook werd de productiviteit – waar het de afgelopen jaren nogal eens aan schortte – verbeterd en daardoor kon Sif de ebitda over 2020 alsnog sterk opvoeren naar €31,8 mln (+20%). Dat was beter dan verwacht.
Betere prijzen
Sif profiteerde van de afronding van enkele projecten tegen het einde van het jaar, maar wijst ook op betere prijzen. Zo is de zogeheten ‘contributiemarge’ gestegen van €548 per ton naar €619 per ton. Dit weerspiegelt betere prijzen op de huidige projecten gecorrigeerd voor de volatiele staalprijzen, die Sif doorberekent aan de klanten.
De winst per aandeel steeg met 31,8% naar €0,29. Er wordt een dividend voorgesteld van €0,12 per aandeel. De directie rekent voor dit jaar op een productiestijging met een kleine 13% naar 185 kiloton en een duidelijke toename van de ebitda. Dat wijst op een verdere margeverbetering. Voor 2023 en daarna zit er al 250 kiloton in het orderboek.
Aandeel Sif op ‘houden’
Sif ziet voorlopig een sterke vraag naar zijn funderingen, die bovendien naar verwachting steeds groter en complexer worden. Ofschoon de concurrentie toeneemt, pakt dit waarschijnlijk gunstig uit voor de prijzen. Voor dit jaar mik ik op een winst per aandeel van €1,00. Ik denk echter dat de potentiële piekwinst daar nog wel een stuk boven ligt, gezien de beoogde productie van 240 kiloton. Als cyclische groeier is het aandeel Sif bij een k/w van bijna 18 echter niet goedkoop en daarom blijf ik bij een houdadvies.