Gevaar nog niet geweken
Nog maar drie maanden geleden maakten beleggers zich vooral zorgen. Over het Amerikaans-Chinese handelsconflict, de winstontwikkeling van bedrijven en de kans op een recessie. Van die zorgen is weinig meer terug te vinden als we het maandelijkse onderzoek van Bank of America Merrill Lynch (BofAML) onder fondsbeheerders mogen geloven. BofAML ondervroeg 230 fondsbeheerders, die goed zijn voor een gezamenlijk beheerd vermogen van $700 mrd, over verschillende thema’s.
Opvallend is dat de fondsbeheerders steeds minder cash aanhouden. Het percentage cash in de door hen beheerde beleggingsfondsen ligt op het laagste niveau sinds juni 2013. Dat is een afspiegeling van het toenemende optimisme van deze fondsbeheerders over de wereldwijde economische groei. Dat groei-optimisme is in twintig jaar tijd niet zo hard gestegen, aldus de bank. Ook zijn de verwachtingen voor een steilere rentecurve op het hoogste niveau sinds november 2016.
Waarschuwing inverse rentecurve ingetrokken
Daarmee is de vrees voor een inverse rentecurve naar de achtergrond verdwenen. De rentecurve is invers wanneer de korte rente – de rente voor drie maanden of twee jaar – hoger is dan de lange rente, doorgaans de tienjaarsrente. Begin september lag de driemaandsrente in de VS een half procentpunt boven de tienjaarsrente. Een ongebruikelijke situatie. Normaal gesproken ligt de korte rente juist onder de lange rente. Wie zijn geld voor een langere periode uitleent wil immers worden beloond voor het extra risico dat zij daarmee loopt. Maar toch was de rentecurve begin september invers.
Zo’n inverse rentecurve wordt als een belangrijk waarschuwingssignaal voor een recessie gezien. Die waarschuwing is inmiddels ingetrokken laat de grafiek zien. Sinds begin september is de Amerikaanse tienjaarsrente namelijk met liefst een half procentpunt opgelopen. De tienjaarsrente in de VS bedraagt nu 1,94% en dat is hoger dan de huidige driemaandsrente die op 1,55% ligt. Ook de aandelenmarkten zijn sinds eind augustus weer flink opgelopen.
Het zomerdipje van de S&P500-index
Deze ontwikkelingen lijken het optimisme van de door BofAML ondervraagde fondsbeheerders over de economische groei en de groei van de bedrijfswinsten te rechtvaardigen. Maar niet voor David Rosenberg, strateeg van de Canadese vermogensbeheerder Gluskin Sheff. Het verloop van de rentecurve wordt namelijk altijd vanzelf weer steiler als de centrale bank de korte rente verlaagt. Dat was in 2007 niet anders, waarschuwt Rosenberg. In september van dat jaar startte de Federal Reserve een reeks renteverlagingen waardoor de inverse rentecurve weer steiler werd. Daarmee werd het zomerdipje van de S&P500-index van 2007 hersteld, de beurs liep tussen medio augustus en medio oktober van dat jaar met 11% op.
Een recessie werd daar niet mee voorkomen. In december 2007 eindigde de expansie en een maand later bevond de Amerikaanse economie zich in een recessie. Toen die recessie begon lag de tienjaarsrente volgens de strateeg 0,65 procentpunt boven de driemaandsrente en was de rentecurve al niet meer invers.
Gevaar voor een recessie is nog niet volledig geweken
Misschien gaat de vergelijking van Rosenberg met de grote recessie tijdens de kredietcrisis wat ver. Maar de strateeg maakt het terechte punt dat ook als de rentecurve van invers naar ‘normaal’ is gedraaid, het recessiegevaar niet altijd is geweken. Het uitblijven van zo’n recessie is uiteraard belangrijk voor de winstontwikkeling van bedrijven.
Weliswaar worden de verwachtingen voor de winst per aandeel voor de S&P500-index voor volgend jaar al maar neerwaarts aangepast, deze liggen desondanks nog steeds wel ruim 11% boven de verwachtingen voor 2019. Alsof er bijna geen recessierisico meer bestaat. Alsof er bijna geen recessierisico meer bestaat.