Wat gebeurt er als de Chinese kredietbubbel barst?
De Amerikaanse president Donald Trump heeft het vuur in de handelsoorlog met China vorige week weer opgestookt. Hij maakte bekend dat er een heffing van 10% wordt ingevoerd op vooralsnog onbelaste Chinese goederen ter waarde van $300 mrd. Hoewel westerse aandelenmarkten dieprood kleurden na het nieuws, lijkt de reactie op de beurs van Shanghai mee te vallen. De SSE Composite-index verloor minder dan 3% na het nieuws. De obligatiemarkt geeft ondertussen een signaal dat beleggers zich voorlopig geen zorgen maken over de financiële positie van de Chinese staat zelf. Het rendement op tienjarige staatsleningen daalde tot 3,07%. Dat is het laagste niveau in tweeënhalf jaar. In januari 2018 lag dit rendement nog rond de 4%.
Instroom van $150 mrd per maand
Een belangrijke factor achter die beweging is dat de rente overal ter wereld onder druk staat. De tienjaarsrente op Duitse staatsobligaties is de afgelopen drie maanden gedaald van net iets meer dan 0 naar -0,49%. Bij Chinese obligaties speelt ook mee dat het land eerder dit jaar de binnenlandse markt heeft opengesteld. Voorheen konden niet-Chinese beleggers alleen in Hongkong uitgegeven Chinese obligaties kopen. Voor indexsamenstellers is dat aanleiding om leningen uit China ook in wereldwijde obligatie-indices op te nemen.
Alleen al de geleidelijke opname in de Bloomberg Barclays Global Aggregate Index brengt een instroom van meer dan $150 mrd per maand op gang. Naarmate andere indices volgen, wordt dat bedrag alleen maar groter. UBS Asset Management voorspelde eerder dit jaar al dat de binnenlandse obligatiemarkt in China een veilige haven kan worden. De verhouding tussen staatsschuld en bruto binnenlands product (bbp) van 48% steekt heel mooi af tegen andere economische grootmachten.
Waarschuwing cijfers
Columbia Threadneedle waarschuwt echter dat beleggers zich niet moeten laten verleiden door dit soort mooie cijfers. Volgens senior beleggingsanalist Paul Smillie dreigt een kredietcrisis roet in het eten te gooien. De Chinese kredietbubbel – oftewel de verhouding tussen bbp en de totale schuldenlast in China (inclusief bedrijven en huishoudens) – is opgeblazen tot circa 300%, afgezet tegen minder dan 150% in 2008.
Die enorme stijging is voornamelijk een gevolg van het stimulerende beleid waarmee de Chinese overheid de economische groei aanwakkert. Dit middel heeft volgens UBS flink aan effectiviteit ingeboet. In 2008 vertaalde elke yuan aan kredietstijging zich in 0,75 yuan aan extra groei. De laatste jaren is die verhouding gedaald naar 0,25. Bovendien roept de schuldgroei bij Smillie een heel nare vergelijking op. In de periode tussen 2000 en de kredietcrisis van 2008, nam in de Verenigde Staten de verhouding tussen bbp en totale schuldenlast nog toe van 80 naar 350%.
Bijspringen bij Chinese kredietbubbel
Als de Chinese kredietbubbel barst, is de kans groot dat de overheid moet bijspringen in de banksector. UBS becijfert dat de staatsschuld in dat scenario stijgt tot circa 70% van het bbp. Daarmee wipt het land in één sprong over bijvoorbeeld Duitsland (64%) en Nederland (57%) heen.
Maar zover is het nog niet. Bovendien is het ook niet de eerste keer dat de alarmbellen over de schuldgroei in China afgaan. Beleggers die het segment veilige obligaties in hun portefeuille niet willen verwaarlozen, kunnen beter dichter bij huis blijven. Er zijn ook Europese staatsleningen waarvan de rente het nulpunt nog niet gepasseerd is. En wie de rentecurve slim bespeelt, kan bovendien zelfs aan zeer kredietwaardige Duitse bonds nog een mooi rendement overhouden.