Zware periode voor de banksector, met desondanks koopkansen
De fusieplannen eerder dit jaar van Deutsche Bank en Commerzbank riepen bij veel marktvolgers de vergelijking op met de Japanse bankellende uit de jaren negentig. Maar volgens Michiel Pekelharing van Beleggers Belangen is het te kort door de bocht om die vergelijking te maken. Weliswaar kampen Europese banken met een aantal grote uitdagingen, zoals een zeer lage rente. Desondanks kan de beleggingsexpert vier koopwaardige banken aanbevelen.
In Japan groeide de omvang van de pakketten probleemleningen vanaf 1990 tot ruim €500 mrd nog geen tien jaar later. Tegelijkertijd stonden de operationele winsten enorm onder druk door de lage rente. Een serie grote fusies – zoals Deutsche Bank en Commerzbank dit voorjaar ook in Duitsland probeerden – loste in Japan echter niets op. Het leidde er alleen toe dat de probleembanken nog groter werden.
Er is echter volgens Pekelharing een belangrijk verschil tussen de Japanse banken toen en de Europese banken nu. Dat verschil is dat een groot deel van de Europese banksector wel degelijke gezonde kredietportefeuilles en stevige kapitaalbuffers heeft. Het management handelt veel slagvaardiger dan twintig jaar terug in Japan, waar belangenverstrengeling en vriendjespolitiek de norm waren .
Een zware periode voor de banksector
Bovendien is Europa een veel minder homogene markt dan Japan. De onderlinge verschillen zijn enorm. Twee jaar terug vormden slechte leningen nog ruim 10% van de kredietportefeuille in Italië, Ierland en Portugal. In Frankrijk, Duitsland en Nederland was dat maar 3% of minder. Zo kan een zware periode voor de banksector in Europa volgens het Verhaal van de Week van Beleggers Belangen wel degelijk tot koopkansen leiden.
Lees ook de column over dit onderwerp van Karel Mercx van deze week: Koopmoment voor Europese bankaandelen