UBS heeft weinig vertrouwen in Europese banken
De Europese banksector heeft dit jaar – inclusief dividend – een rendement van slechts 3% opgeleverd. Dat is aanmerkelijk minder dan de 16% die de brede Europese aandelenindex dit jaar heeft behaald. UBS ziet nog geen licht aan het eind van de tunnel voor de Europese bankaandelen. Dat heeft alles te maken met het beleid van de centrale banken, die weer een meer stimulerend monetair beleid willen voeren. Dat betekent renteverlagingen in plaats van renteverhogingen. Een rente die onverwacht lang op laag niveau blijft was eerder al reden voor UBS om de winstverwachting voor de Spaanse Caixabank voor 2020-21 met 15-20% te verlagen.
UBS meent dat meer analisten de winstverwachtingen voor banken om precies deze reden zullen verlagen rond de publicatie van de tweedekwartaalcijfers. Banken kunnen de spaarrente nauwelijks meer verlagen, en verdienen door de dalende rente ook minder op nieuwe kredietverlening. Daardoor daalt de rentemarge. Als de bestaande kredieten tegen de huidige veel lagere rente ‘doorgerold’ worden, dalen de rentebaten van de Europese banken met 11%. Dat levert dan een daling van maar liefst 20% van de winst voor belastingen op, berekende UBS. Door de LTRO – de goedkope kredieten van de ECB aan banken – hebben banken zich bovendien meer op volumegroei dan marge geconcentreerd, waardoor het rendement op kredietverlening toch al wat onder druk stond.
Kapitaalpositie
Een positief effect van de lage rente is een daling van het aantal wanbetalingen. Dat effect was inderdaad zichtbaar in de eerstekwartaalcijfers van de banken. Deze overtroffen de gemiddelde analistenverwachting omdat banken minder kredietverliezen rapporteerden.
Op de beurs werden banken daar echter niet voor beloond. UBS had dan ook meer aandacht voor het feit dat de winstgroei van de banken niet sterk genoeg was om de kapitaalpositie duidelijk te versterken. Dat maakt het voor banken ook lastig om de noodzakelijke investeringen in technologie te doen, met als gevolg dat zij bijvoorbeeld omzet verliezen aan fintech-bedrijven op valutatransacties.
Regelgeving en druk op winstgevendheid blijven de Europese banksector achtervolgen. UBS neemt in dit klimaat liever geen risico en blijft zijn voorkeur uitspreken voor banken die winstgevend genoeg zijn om de kapitaalpositie te versterken en een aantrekkelijk dividend uit te keren. Voorbeelden van dit soort banken zijn het koopwaardige ING, Danske Bank, BNP Paribas, Unicredit en Lloyds Banking Group. HSBC en Handelsbanken krijgen een houdadvies en het Ierse AIB zelfs een verkoopadvies.