Europese aandelen terecht in trek
Het beleggerssentiment over de Europese markten is sinds het begin van het jaar aanzienlijk verbeterd, dankzij de combinatie van lagere politieke risico’s en versnellende economische groei. Bij sommige beleggers ontstaat nu echter de vrees dat de Europese markten binnenkort in een moeilijkere fase belanden. Vooral als gevolg van de stijging van de euro met 11% ten opzichte van de dollar en de stijging van de MSCI Europe Index met 12,2% sinds het begin van het jaar.
Het is altijd moeilijk om een correctie te voorspellen, maar het is wel mogelijk om te beoordelen of de politieke, economische en marktomgeving daarvoor een vruchtbare voedingsbodem biedt. De politieke risico’s zijn in ieder geval aanzienlijk verminderd. De diverse verkiezingen die dit jaar in Europa zijn gehouden in belangrijke landen als Frankrijk, Nederland en Duitsland, hebben de macht bezorgd aan over het algemeen pro-Europese regeringen, die bereid zijn tot economische hervormingen. Dat zou de komende vier tot vijf jaar moeten zorgen voor relatieve politieke stabiliteit in Europa. De onderhandelingen over de Brexit zijn zeker moeilijk, maar het feit dat de 27 resterende landen nu hun krachten bundelen is een goed voorteken voor de verdediging van de Europese belangen.
Normalisatie
Economisch gezien blijft de situatie verbeteren. Hoewel de inflatie onder het streefcijfer van de ECB blijft, lijken de deflatoire risico’s weg te ebben nu de economische groei versnelt. In het tweede kwartaal van 2017 bedroeg de economische groei in de eurozone 2,2%, het hoogste groeipercentage sinds 2011. De werkloosheid is in september bovendien gedaald tot 9,1%, na een piek van 12,1% in 2013. Ook zijn de indicatoren van de Europese Commissie voor het consumentenvertrouwen gestegen tot het hoogste niveau in tien jaar. De economische situatie in de eurozone is dus eindelijk genormaliseerd.
Het risico van een recessie blijft gering, zelfs als de ECB gedwongen zou zijn om haar monetaire beleid geleidelijk te normaliseren. De conjuncturele verbetering, in combinatie met de afgenomen politieke risico’s en het vooruitzicht van monetaire verkrapping, heeft de euro versterkt. Dat kan in de komende jaren een negatief effect hebben op de inflatie en de groei in de eurozone. Dit risico moet wel worden genuanceerd. De netto-export, het verschil tussen export en import, vertegenwoordigt slechts 5% van het bbp van de eurozone tegen 55% voor de binnenlandse consumptie. Bovendien bleef de export vanuit de eurozone vóór 2008 sterk groeien, terwijl de euro toen sterker steeg dan nu het geval is. Wel is de sterkere euro een potentiële rem op de winstgroei van Europese bedrijven. Maar Europese bedrijven behalen meer dan 50% van hun omzet binnen de Europese Unie. Bovendien kan het economische herstel in Europa de negatieve gevolgen van de sterkere euro beperken. In de jaren van sterke groei vóór 2008, slaagden Europese ondernemingen erin hun winst per aandeel te verdrievoudigen. Dit ondanks een veel sterkere euro dan nu.
De appreciatie van de euro weerspiegelt de toegenomen belangstelling voor de Europese financiële markten, vooral die voor aandelen. De MSCI Europe Index is daardoor uitgekomen op de eerdergenoemde stijging van 12,2% sinds begin dit jaar, waardoor sommige beleggers begrijpelijkerwijs wat hoogtevrees beginnen te krijgen. Deze koersstijging ging echter gepaard met een sterke toename van de winsten én de winstverwachtingen. De koers-winstverhouding van de MSCI Europe Index is nu 14,9, iets hoger dan het 15-jaars gemiddelde van 12,5. De koopjes zijn dus op, maar met een verwachte winstgroei van 10% en een dividendrendement van 3,2% vinden wij de Europese aandelenmarkten nog steeds aantrekkelijk.