De vijf criteria waar een waarderingsmethode aan moet voldoen
Een goede waarderingsmaatstaf moet aan vijf criteria voldoen. Ten eerste moet het meetbaar zijn. Dit klinkt logisch. Je hebt de koers en de winst, maar is het belangrijk om uit te gaan van de operationele winst of de gerapporteerde winst? Ten tweede moet een waarderingsmaatstaf terugkeren naar een langetermijngemiddelde. Bij dit criterium valt het dividendrendement af. Het gemiddelde dividendrendement komt telkens op andere waarden uit. Door die steeds wisselende waarde is het dividendrendement geen bruikbare maatstaf om te bepalen of aandelen duur of goedkoop zijn. Het derde criterium is dat de waarderingsmaatstaf zijn nut in de praktijk moet hebben bewezen. De standaard koers-winstverhouding (k/w) valt hierbij af. In 1929 was de k/w 13 en in 1932 was deze 17. Tussen 1929 en 1932 gingen Amerikaanse aandelen met 85% onderuit, terwijl in 1932 aandelen in ruim een half jaar tijd verdubbelden. Het vierde punt is dat een maatstaf iets moeten zeggen over de toekomst, maar niet teveel. Anders gaan teveel mensen de maatstaf gebruiken en boet deze in aan effectiviteit. De vijfde regel is dat er een stabiel fundament moet zijn. De gemiddelde Shiller-k/w is bijvoorbeeld 16. Kijken we naar de winst-koersverhouding (het omgekeerde van de k/w) dan komt er 6,3% uit. Nagenoeg gelijk aan het gemiddelde aandelenrendement op de Amerikaanse aandelenmarkt sinds 1900 van 6,4%.
Lees ook: Het valutarisico is altijd gedempt
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.