Minder risico door gelijke sectorweging
Passief beleggen via ETF’s is enorm in opkomst, maar levert ook concentratierisico’s op. ETF’s volgen immers hoofdzakelijk marktgewogen indices, waarbij de beurswaarde het gewicht in de index bepaalt. Hierdoor ontstaat al snel een overweging van bepaalde aandelen en sectoren die op dat moment populair zijn bij beleggers. Het is echter stuivertje wisselen tussen de toppers en floppers. Zo had de energiesector in 1980 een topgewicht in de S&P 500 van 28,2%, maar vijf jaar later was dat alweer ruimschoots gehalveerd naar 11,6%. Op het toppunt van de internetzeepbel vertegenwoordigden technologieaandelen 21,2% van de index; in 2005 was dat nog maar 15,3%.
Meeliften
Die enorme schommelingen in prestaties van sectoren leiden tot een slechtere spreiding en een grotere volatiliteit van de portefeuille. De ALPS Equal Sector Weight ETF doet het daarom anders en belegt in de negen SPDR sector-ETF’s, waarbij elke sector een gelijk gewicht heeft van circa 11,1%. Alle aandelen in de S&P 500 zijn in deze sectoren vertegenwoordigd. De spreiding van de ETF is een stuk beter. Waar de drie grootste sectoren in de index een weging hebben van in totaal 53,5%, is dat bij de tracker slechts 33,5%. Beleggers kunnen via deze ETF deels meeliften op een rally van bepaalde sectoren, terwijl ze veel minder kwetsbaar zijn voor een sectorbubbel en een daaropvolgende crash. Elke sector gedraagt zich immers anders in verschillende marktomstandigheden.
Een nadeel zijn de hogere kosten van 0,52% (nu tijdelijk 0,30%), versus slechts 0,10% voor de SPDR op de S&P 500. Daar komen nog extra transactiekosten bij; de ETF wordt elk kwartaal geherbalanceerd. De hogere kosten verklaren waarschijnlijk voor een groot deel het achterblijvende totaalrendement van de ETF sinds de introductie medio 2009 (14,9% per jaar) ten opzichte van de S&P 500 (15,5%). Daarbij lag de volatiliteit van de ETF iets lager. Was de ETF een jaar eerder gelanceerd dan was de prestatie waarschijnlijk een stuk beter geweest, vanwege de lagere weging van financials. De strategie heeft het in zich om op de lange termijn een outperformance te leveren, blijkt ook uit onafhankelijke backtests.