Beurs & Economie: hoofd boven water
De financiële sector heeft het sinds begin 2016 moeilijk op de beurzen en blijft na een volatiel eerste kwartaal als een van de weinige sectoren ook nog steeds terrein verliezen. Dit terwijl de meeste indices inmiddels weer zijn opgeveerd tot dicht bij hun niveaus van begin dit jaar. De financiële sector heeft weliswaar te maken met veel uitdagingen, maar beleggers lijken bepaalde risico’s te overschatten en het aanpassingsvermogen van de sector, die in het verleden al vaker ten dode werd opgeschreven, juist te onderschatten.
Het is niet de eerste keer in de geschiedenis dat de bancaire sector moet vechten om te overleven
1. In januari waren het Italiaanse banken die als eersten zorgen baarden vanwege hun grote belangen in slechte leningen. De Italiaanse overheid schoot de banken daarop te hulp met de oprichting van het ‘Atlante’-fonds, dat deze slechte leningen zal beheren en de Italiaanse banken zal ondersteunen bij de versterking van hun kapitaalpositie. In februari wakkerde vervolgens een aantal grote investeringsbanken het wantrouwen op de beursvloeren aan door de bekendmaking van aanzienlijke verliezen, waardoor bij beleggers de vrees ontstond dat ze de couponrentes op hun achtergestelde schulden niet konden betalen. De afnemende winstgevendheid van investeringsbanken is echter vooral het gevolg van regelgeving die hun risicovolle activiteiten beperkt en hen dwingt tot het vergroten van het eigen vermogen. Dat is in het algemeen juist positief voor houders van achtergesteld schuldpapier van banken.
2. De daling van de olieprijzen heeft ook bijgedragen aan de bezorgdheid over banken, gezien hun blootstelling aan de energiesector. De lagere olieprijzen hebben geleid tot meer wanbetalingen op obligaties uitgegeven door oliemaatschappijen en verhoogden de angst voor een nieuwe financiële crisis. Uit de jaarverslagen van de zes belangrijkste Amerikaanse banken blijkt echter dat hun blootstelling aan de energiesector beperkt is en dat ze voldoende reserves hebben om mogelijke wanbetalingen op te kunnen vangen, terwijl de olieprijs begonnen lijkt te zijn aan een herstel.
3. De laatste factor die de stemming over financiële aanbieders drukt, is het negatieve rentebeleid van centrale banken. Banken profiteren eigenlijk het meest van dit beleid. Het beperkt de kosten van schulden, waardoor de solvabiliteit van kredietnemers verbetert. Bovendien nemen tegelijkertijd de eigen financieringskosten van banken af. De lage rentes drukken echter wel de winstgevendheid van de sector, omdat de rentemarges van banken op langlopende leningen een vrije val doormaken, iets waarvan zowel bedrijven als particulieren profiteren door hun schulden te herfinancieren. Daarnaast is het om commerciële en/of juridische redenen tot dusver onmogelijk voor banken om de spaarrente aan te passen aan de marktomstandigheden, waardoor ze spaarders in feite subsidiëren.
IJzersterke balans
Hoewel sommige kortetermijnrisico’s voor de financiële sector mogelijk worden overschat, blijft het een feit dat er door de aanhoudende lage rente twijfels ontstaan over het traditionele bedrijfsmodel van banken. Het is echter niet de eerste keer in de geschiedenis dat de bancaire sector moet vechten om te overleven en dankzij de versterkte regulering gaat de sector deze strijd aan met een balans die sterker is dan ooit. De bancaire sector is bovendien een essentiële schakel in onze economieën en hoewel de lage rentes van invloed zijn op de winstgevendheid, zorgen deze ook voor een toenemende behoefte aan provisie-genererende financiële diensten van hun klanten. Deze klanten moeten immers besluiten of ze hun vermogen op een nauwelijks renderende spaarrekening laten staan of dat zij in plaats daarvan gaan beleggen.
De financiële sector blijft dan ook uitstekende beleggingskansen bieden. Achtergestelde bankobligaties bieden vaak couponrentes van 6 tot 10%, terwijl de waardering van de banksector op de aandelenmarkten lager is dan zijn historische gemiddelde én de gemiddelde waardering van andere sectoren. Verder kenmerkt de sector zich in Europa door een aantrekkelijk dividendrendement van 4,6%. De financiële sector heeft dus veel troeven in handen, maar is ook verre van eenvormig. Reden waarom een actieve en selectieve beleggingsaanpak in deze sector nodig is.
Lees ook: Beurs en Economie: Paardenmiddel