Bezuinigingsdebat steeds feller
Europa heeft geprobeerd de crisis te bezweren door publieke uitgaven te verminderen en belastingen te verhogen. Nu de recessie zich verdiept en de werkloosheid stijgt, krijgen bezuinigingssceptici meer recht van spreken.
Demonstranten tegen allerlei bezuinigingen grepen de Dag van de Arbeid aan hun pleidooi kracht bij te zetten. De extreem hoge werkloosheid is toch een teken dat de politiek leiders in Europa het verkeerde pad zijn ingeslagen.
Nobel streven
Het op orde brengen van de overheidsfinanciën is op zich natuurlijk een zeer nobel streven. Uiteindelijk gaan staten hierdoor minder rente betalen waardoor er op termijn juist meer geld beschikbaar is voor het doen van uitgaven die de economie kunnen versterken.
Voor de korte termijn zou het zelfs een positief effect kunnen hebben, indien het gezonder maken van de overheidshuishouding burgers meer vertrouwen geeft in de toekomst.
Tenzij te ver doorgevoerd
Bezuinigingen en belastingverhogingen kunnen, indien te ver doorgevoerd, ook een economie verlammen en zelfs structureel schade berokkenen. Tijdelijke werkloosheid kan omslaan in structurele werkloosheid. Burgers kunnen met hun bestedingen flink op de rem gaan staan en hierdoor een mechanisme in gang zetten dat de hele economie langdurig lam legt.
Dit punt lijkt in Europa inmiddels al langer bereikt. De Europese economie krimpt alleen maar en schulden als percentage van het bruto binnenlands product zijn gestegen tot een gemiddeld niveau van 90%. Naar verwachting stijgt dat dit jaar verder naar 95%.
Politiek leiders lijken zich steeds bewuster van deze problematiek. Niet dat zij nu ineens als een blad aan een boom zullen omdraaien, maar steeds meer overheden vragen en krijgen ook uitstel om aan de door Brussel opgelegde begrotingseisen te kunnen voldoen. We spreken hier over Griekenland, Spanje en Portugal. Goede kans dat Frankrijk en ook Nederland daar aan worden toegevoegd. Ierland en Portugal hebben zeven jaar extra de tijd gekregen om hun noodleningen terug te betalen.
Als we de touwtjes wat laten vieren dan zal de verwachte stabilisatie van de overheidsschuld in 2014 waarschijnlijk niet bewaarheid worden.
Barroso
Het was José Manuel Barroso, president van de Europese Commissie, die het bezuinigingsdebat stevig aanzwengelde. Barosso sprak over het bereikt hebben van de grenzen, maar voegde daaraan toe dat de bezuinigingsmaatregelen fundamenteel juist waren. Volgens de Europese leider dienen overheden tegelijk meer de nadruk te leggen op groei.
Dat is altijd makkelijker gezegd dan gedaan, maar dat er geïnvesteerd moet worden en banen gecreëerd lijkt helder.
De nieuwe president van Italië, Enrico Letta, heeft ook al kant gekozen en aangegeven dat het wat rustiger aan moet met die bezuinigingen. Ook hij sprak over groei-initiatieven en wil hiertoe allerlei belastingen verlagen. Vooralsnog lijkt de financiële markt de kant van Letta en andere bezuinigingssceptici te kiezen. Vraag blijft voor hoe lang. Uit het lood geslagen staatsschulden zijn de oorzaak van de eurocrisis.
Demonstranten tegen allerlei bezuinigingen grepen de Dag van de Arbeid aan hun pleidooi kracht bij te zetten. De extreem hoge werkloosheid is toch een teken dat de politiek leiders in Europa het verkeerde pad zijn ingeslagen.
Nobel streven
Het op orde brengen van de overheidsfinanciën is op zich natuurlijk een zeer nobel streven. Uiteindelijk gaan staten hierdoor minder rente betalen waardoor er op termijn juist meer geld beschikbaar is voor het doen van uitgaven die de economie kunnen versterken.
Voor de korte termijn zou het zelfs een positief effect kunnen hebben, indien het gezonder maken van de overheidshuishouding burgers meer vertrouwen geeft in de toekomst.
Tenzij te ver doorgevoerd
Bezuinigingen en belastingverhogingen kunnen, indien te ver doorgevoerd, ook een economie verlammen en zelfs structureel schade berokkenen. Tijdelijke werkloosheid kan omslaan in structurele werkloosheid. Burgers kunnen met hun bestedingen flink op de rem gaan staan en hierdoor een mechanisme in gang zetten dat de hele economie langdurig lam legt.
Dit punt lijkt in Europa inmiddels al langer bereikt. De Europese economie krimpt alleen maar en schulden als percentage van het bruto binnenlands product zijn gestegen tot een gemiddeld niveau van 90%. Naar verwachting stijgt dat dit jaar verder naar 95%.
Politiek leiders lijken zich steeds bewuster van deze problematiek. Niet dat zij nu ineens als een blad aan een boom zullen omdraaien, maar steeds meer overheden vragen en krijgen ook uitstel om aan de door Brussel opgelegde begrotingseisen te kunnen voldoen. We spreken hier over Griekenland, Spanje en Portugal. Goede kans dat Frankrijk en ook Nederland daar aan worden toegevoegd. Ierland en Portugal hebben zeven jaar extra de tijd gekregen om hun noodleningen terug te betalen.
Als we de touwtjes wat laten vieren dan zal de verwachte stabilisatie van de overheidsschuld in 2014 waarschijnlijk niet bewaarheid worden.
Barroso
Het was José Manuel Barroso, president van de Europese Commissie, die het bezuinigingsdebat stevig aanzwengelde. Barosso sprak over het bereikt hebben van de grenzen, maar voegde daaraan toe dat de bezuinigingsmaatregelen fundamenteel juist waren. Volgens de Europese leider dienen overheden tegelijk meer de nadruk te leggen op groei.
Dat is altijd makkelijker gezegd dan gedaan, maar dat er geïnvesteerd moet worden en banen gecreëerd lijkt helder.
De nieuwe president van Italië, Enrico Letta, heeft ook al kant gekozen en aangegeven dat het wat rustiger aan moet met die bezuinigingen. Ook hij sprak over groei-initiatieven en wil hiertoe allerlei belastingen verlagen. Vooralsnog lijkt de financiële markt de kant van Letta en andere bezuinigingssceptici te kiezen. Vraag blijft voor hoe lang. Uit het lood geslagen staatsschulden zijn de oorzaak van de eurocrisis.