Updates

Aandelen Internationaal

Allianz

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Novartis

Advies
houden
Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden

Updates

Aandelen Internationaal

Allianz

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Novartis

Advies
houden
Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Opinie Ivan Snurer, 27 mrt 2013 08:05

De paradox van simpel en complex

0 0 Leestijd ongeveer

Waarom makkelijk als het ook moeilijk kan? De mens geeft de voorkeur aan ingewikkelde oplossingen boven eenvoudige antwoorden. Beleggen is op zich niet moeilijk, maar daarom nog niet gemakkelijk.

Zo fronsen professionele beleggers hun wenkbrauwen wanneer simpele beslissingsregels fraaie winsten opleveren. Denk maar aan de Dogs of the Dow-theorie, waarbij beleggers aan het begin van het jaar simpelweg de tien aandelen met het hoogste dividendrendement uit de Dow Jones kopen. Maar ja, dom is niet altijd stom.

Experiment van Bavelas

Dat blijkt ook uit proefopstellingen van professor dr. Alex Bavelas, waarbij telkens twee personen het onderwerp vormen. Jan en Piet zitten achter een projectiescherm zonder dat ze elkaar zien of met elkaar kunnen communiceren. Aan hen wordt de opdracht gegeven om gezonde en zieke cellen te onderscheiden.

Telkens wanneer ze een keuze hebben gemaakt, gloeit de groene of juist de rode lamp op, waardoor ze inzicht krijgen in hun individueel leerproces. Tot zover niets bijzonders, ware het niet dat Jan eerlijke terugkoppeling krijgt en Piet beduveld wordt.

Jan komt uit op een score van 80 procent. Piet wordt echter gevoed met de uitkomsten van Jan. Dat wil zeggen: als Jan een antwoord geeft, krijgt Piet ongeacht of zijn antwoord goed of fout was de uitkomst van Jan te zien.

Na de test worden beide proefpersonen samengebracht om elkaars ervaring uit te wisselen. Jan, die correct werd geïnformeerd, geeft een korte en eenvoudige uiteenzetting hoe je gezonde van zieke cellen kunt onderscheiden. Piet daarentegen beschrijft in een onnodig lang en ingewikkeld verhaal zijn ervaringen. Het is immers geen sinecure om met onlogische en tegenstrijdige antwoorden het leerproces tot een goed einde te brengen.

Het bijzondere is echter dat Jan geenszins denkt dat Piet onzin verkoopt. Erger nog: Jan staat versteld van de kennis en kunde van Piet en krijgt een onbehaaglijk gevoel bij de eenvoud van zijn uiteenzetting. Hoe ingewikkelder het relaas van Piet, des te groter wordt het respect van Jan.

Voordat het experiment wordt voortgezet, wordt hen gevraagd wie de meeste vooruitgang zal boeken. Alle Pieten en nagenoeg alle Jannen vermoeden dat de Pieten de betere leerlingen zijn.

Als puntje bij paaltje komt, blijkt dat de Pieten echter geen enkele vooruitgang boeken en dat de Jannen achteruitboeren. Volgens Bavelas, hoogleraar economie en psychologie, vormen de Jannen nu hun oordeel op basis van de ingewikkelde spelregels die ze van de Pieten leerden.

Scheermes van Ockham

Om het belang van eenvoudige en simpele beslissingsregels te onderstrepen, verwijst James O’Shaughnessy naar de meest spectaculaire financiële rampen in de geschiedenis. De grootste gemene deler is dat het vaak ging om buitengewoon complexe strategieën, die zelfs voor doorgewinterde experts moeilijk te doorgronden waren en die tot overmaat van ramp met vreemd vermogen overgefinancierd waren. Als de wiskunde hoger is dan de algebra, vraag je om problemen, stelt de auteur van What works on Wall Street.

Voor zijn beleggingsstrategieën hanteert hij het scheermes van Ockham. Het is een principe uit de kennistheorie dat het wegscheren van alle onnodige ingewikkeldheden om tot de eenvoudigste verklaring te komen, symboliseert. Wanneer twee concurrerende beleggingstheorieën gepresenteerd worden zonder definitief bewijs van wat beter is, dan geldt hoe eenvoudiger hoe beter.

Sommige beleggers kopen aandelen naar gelang de stand van de maan, een methode die voor hen even succesvol is als vele andere, maar twee concurrerende beleggingstheorieën zijn het geloof in efficiënte markten en marktinefficiënties. De hypothese van de efficiënte markten stelt dat financiële markten correct geprijsd zijn en dat je als belegger op lange termijn de markt niet kunt verslaan. De tweede theorie erkent dat beurskoersen soms wel stelselmatig afwijken van de theoretische waarde, wat inhoudt dat beleggers die de foute prijsvorming blootleggen bovengemiddelde beleggingsresultaten kunnen behalen.

Als je overtuigd bent van de hypothese van de efficiënte markten, dan beleg je voornamelijk in indexfondsen en verdoe je als belegger je tijd niet met het timen van de markt. Als je echter gelooft in marktanomalieën, in structurele marktafwijkingen dan ga je actief op zoek naar goede aandelen en het juiste koopmoment.

In de praktijk blijken beide theorieën relevant: de markt is efficiënt op informatieniveau. Dat wil zeggen dat financiële markten over het algemeen efficiënt geprijsd zijn, maar dat het ook mogelijk is om consequent marktinefficiënties te exploiteren. Goedgeïnformeerde beleggers kunnen hierdoor zeer wel bovengemiddelde resultaten behalen.

Welke beleggingsstrategie moet je nu kiezen? Het scheermesprincipe van Ockham stelt dat bij twee concurrerende theorieën die tot hetzelfde resultaat leiden, degene die het eenvoudigste is, gekozen moet worden. Ceteris paribus geldt dat onervaren beleggers er goed aan doen om te kiezen voor indexfondsen en dat meer ervaren beter kunnen beleggen in individuele aandelen.

Naar de praktijk

Maar ja, dan weet je nog altijd niet waarin? De praktijk van vermogensbeheer leert dat het rendement van aandelen functie is van de risicopremie, bedrijfsgrootte, waardering en momentum. Omdat risicopremies vrijwel nooit op aandelenniveau worden gemeten en het momentum voor de meeste beleggers een ex-post meting is, rest bedrijfsgrootte en waardering. Dit zijn twee marktinefficiënties die vrij gemakkelijk te exploiteren zijn, zowel op indexniveau als bij individuele fondsen.

Kortom, aandelen van kleine bedrijven genieten de voorkeur op grote bedrijven en waarde verdient de voorkeur op groei. Op zich is beleggen niet moeilijk, maar daarom nog niet gemakkelijk. @ Ivan Snurer

Zo fronsen professionele beleggers hun wenkbrauwen wanneer simpele beslissingsregels fraaie winsten opleveren. Denk maar aan de Dogs of the Dow-theorie, waarbij beleggers aan het begin van het jaar simpelweg de tien aandelen met het hoogste dividendrendement uit de Dow Jones kopen. Maar ja, dom is niet altijd stom.

Experiment van Bavelas

Dat blijkt ook uit proefopstellingen van professor dr. Alex Bavelas, waarbij telkens twee personen het onderwerp vormen. Jan en Piet zitten achter een projectiescherm zonder dat ze elkaar zien of met elkaar kunnen communiceren. Aan hen wordt de opdracht gegeven om gezonde en zieke cellen te onderscheiden.

Telkens wanneer ze een keuze hebben gemaakt, gloeit de groene of juist de rode lamp op, waardoor ze inzicht krijgen in hun individueel leerproces. Tot zover niets bijzonders, ware het niet dat Jan eerlijke terugkoppeling krijgt en Piet beduveld wordt.

Jan komt uit op een score van 80 procent. Piet wordt echter gevoed met de uitkomsten van Jan. Dat wil zeggen: als Jan een antwoord geeft, krijgt Piet ongeacht of zijn antwoord goed of fout was de uitkomst van Jan te zien.

Na de test worden beide proefpersonen samengebracht om elkaars ervaring uit te wisselen. Jan, die correct werd geïnformeerd, geeft een korte en eenvoudige uiteenzetting hoe je gezonde van zieke cellen kunt onderscheiden. Piet daarentegen beschrijft in een onnodig lang en ingewikkeld verhaal zijn ervaringen. Het is immers geen sinecure om met onlogische en tegenstrijdige antwoorden het leerproces tot een goed einde te brengen.

Het bijzondere is echter dat Jan geenszins denkt dat Piet onzin verkoopt. Erger nog: Jan staat versteld van de kennis en kunde van Piet en krijgt een onbehaaglijk gevoel bij de eenvoud van zijn uiteenzetting. Hoe ingewikkelder het relaas van Piet, des te groter wordt het respect van Jan.

Voordat het experiment wordt voortgezet, wordt hen gevraagd wie de meeste vooruitgang zal boeken. Alle Pieten en nagenoeg alle Jannen vermoeden dat de Pieten de betere leerlingen zijn.

Als puntje bij paaltje komt, blijkt dat de Pieten echter geen enkele vooruitgang boeken en dat de Jannen achteruitboeren. Volgens Bavelas, hoogleraar economie en psychologie, vormen de Jannen nu hun oordeel op basis van de ingewikkelde spelregels die ze van de Pieten leerden.

Scheermes van Ockham

Om het belang van eenvoudige en simpele beslissingsregels te onderstrepen, verwijst James O’Shaughnessy naar de meest spectaculaire financiële rampen in de geschiedenis. De grootste gemene deler is dat het vaak ging om buitengewoon complexe strategieën, die zelfs voor doorgewinterde experts moeilijk te doorgronden waren en die tot overmaat van ramp met vreemd vermogen overgefinancierd waren. Als de wiskunde hoger is dan de algebra, vraag je om problemen, stelt de auteur van What works on Wall Street.

Voor zijn beleggingsstrategieën hanteert hij het scheermes van Ockham. Het is een principe uit de kennistheorie dat het wegscheren van alle onnodige ingewikkeldheden om tot de eenvoudigste verklaring te komen, symboliseert. Wanneer twee concurrerende beleggingstheorieën gepresenteerd worden zonder definitief bewijs van wat beter is, dan geldt hoe eenvoudiger hoe beter.

Sommige beleggers kopen aandelen naar gelang de stand van de maan, een methode die voor hen even succesvol is als vele andere, maar twee concurrerende beleggingstheorieën zijn het geloof in efficiënte markten en marktinefficiënties. De hypothese van de efficiënte markten stelt dat financiële markten correct geprijsd zijn en dat je als belegger op lange termijn de markt niet kunt verslaan. De tweede theorie erkent dat beurskoersen soms wel stelselmatig afwijken van de theoretische waarde, wat inhoudt dat beleggers die de foute prijsvorming blootleggen bovengemiddelde beleggingsresultaten kunnen behalen.

Als je overtuigd bent van de hypothese van de efficiënte markten, dan beleg je voornamelijk in indexfondsen en verdoe je als belegger je tijd niet met het timen van de markt. Als je echter gelooft in marktanomalieën, in structurele marktafwijkingen dan ga je actief op zoek naar goede aandelen en het juiste koopmoment.

In de praktijk blijken beide theorieën relevant: de markt is efficiënt op informatieniveau. Dat wil zeggen dat financiële markten over het algemeen efficiënt geprijsd zijn, maar dat het ook mogelijk is om consequent marktinefficiënties te exploiteren. Goedgeïnformeerde beleggers kunnen hierdoor zeer wel bovengemiddelde resultaten behalen.

Welke beleggingsstrategie moet je nu kiezen? Het scheermesprincipe van Ockham stelt dat bij twee concurrerende theorieën die tot hetzelfde resultaat leiden, degene die het eenvoudigste is, gekozen moet worden. Ceteris paribus geldt dat onervaren beleggers er goed aan doen om te kiezen voor indexfondsen en dat meer ervaren beter kunnen beleggen in individuele aandelen.

Naar de praktijk

Maar ja, dan weet je nog altijd niet waarin? De praktijk van vermogensbeheer leert dat het rendement van aandelen functie is van de risicopremie, bedrijfsgrootte, waardering en momentum. Omdat risicopremies vrijwel nooit op aandelenniveau worden gemeten en het momentum voor de meeste beleggers een ex-post meting is, rest bedrijfsgrootte en waardering. Dit zijn twee marktinefficiënties die vrij gemakkelijk te exploiteren zijn, zowel op indexniveau als bij individuele fondsen.

Kortom, aandelen van kleine bedrijven genieten de voorkeur op grote bedrijven en waarde verdient de voorkeur op groei. Op zich is beleggen niet moeilijk, maar daarom nog niet gemakkelijk. @ Ivan Snurer