Wel of niet kopen?
Wie wacht tot alle problemen uit de wereld zijn, vindt nooit een geschikt moment om te kopen. Beleggen doe je voor de lange termijn, maar als je voortijdig je gehele portefeuille moet liquideren, welk rendement mag je dan verwachten?
Beleggers zijn ten opzichte van een jaar eerder duidelijk optimistischer. Nochtans is de eurocrisis nog steeds niet opgelost en kampen de Amerikanen met een begrotingscrisis.
Europa is momenteel stabieler dan de Verenigde Staten, waar er druk wordt onderhandeld tussen de regerende Democraten en Republikeinse oppositie. Er moet worden bezuinigd en het schuldplafond moet opnieuw worden verhoogd. Dezelfde kwestie leidde in de zomer van 2011 al tot grote onenigheid en eind vorig jaar slaagden beide partijen tijdens de begrotingsonderhandelingen er ook al niet in. Het ultimatum hieromtrent werd met twee maanden verdaagd tot eind februari.
Wel of niet kopen? Het is de eeuwige vraag, waar ook strategen zich moeilijk mee doen. Zo ook zijn bijna altijd de meningen verdeeld of aandelen goedkoop of duur zijn. Normaal gesproken, verdienen in een recessie liquiditeiten en staatsobligaties de voorkeur, maar met de historisch lage rentevoeten is dit voor velen nauwelijk een interessant alternatief. Bij de beoordeling of aandelen duur of goedkoop zijn, speelt ook het rentepercentage een rol. Hoe lager de rente, des te hoger de waardering van aandelen mag zijn en hoe aantrekkelijker dividendaandelen worden.
Door de hausse van de laatste maanden zijn de waarderingen flink opgelopen. Qua koers/winstverhouding zijn aandelen duur, maar qua risicopremie zijn ze ronduit aantrekkelijk. Het winstrendement van aandelen is beduidend hoger dan het rendement van tienjarige staatsleningen, net als het dividendrendement. Per saldo zijn aandelen nog altijd interessant, maar beleggen behelst meer dan het kopen van aandelen. Een goedgespreide beleggingsportefeuille telt ook andere activa zoals obligaties en vastgoed. Diversificatie roomt weliswaar het rendement af, maar het dempt wel het risico. Dat laatste is niet onbelangrijk. Het helpt om in tijden van crisis de discipline aan de dag te leggen de gekozen beleggingsstrategie vast te houden. Discipline is net als diversificatie een belangrijke succesfactor bij beleggen.
Wegzetten van geld
Beleggen is eigenlijk het wegzetten van geld dat je niet direct nodig hebt tegen een rendement dat hoger is dan wat op een spaarrekening mogelijk is. Het is iets anders dan de jacht naar de snelle winst. De meesten hebben een beleggingshorizon van tien of twintig jaar voor ogen, omdat ze sparen voor hun kinderen of hun pensioen. Een periode van twee of drie jaar kan ook, maar hoe korter de horizon, des te groter de kans dat je op het einde van rit een negatief rendement zult behalen.
Als je aandelen (S&P 500) koopt met de bedoeling ze tien jaar lang vast te houden, dan mag je rekenen op een gemiddelde winst van zeven procent per jaar, mits er geen financiële crisis opduikt. Een percentage dat aanzwelt tot negen procent als je het dividend herbelegt. Het rendement van obligaties is functie van de couponrente, mits zij tot de vervaldag worden aangehouden. Het gemiddelde rendement sinds de jaren negentig van tienjarige staatspapieren (US Bonds) bedraagt ruim zes procent. Door de jaren heen harkten vastgoedaandelen (US REIT) haast vijf procent winst bijeen, op jaarbasis wel te verstaan. Een percentage dat evenwel ruimschoots verdubbeld als het dividend meegenomen wordt in het eindrendement.
Voor alle duidelijkheid, de percentages zijn op jaarbasis en hebben betrekking op aanhoudperiodes van tien jaar. Maar wat als je na drie jaar voortijdig je volledige beleggingsportefeuille moet liquideren? Al heb je een beleggingshorizon van tien jaar of meer voor ogen, door omstandigheden als echtscheiding, werkloosheid of ziekte kan het gebeuren dat je je aandelen, obligaties en beursgenoteerd vastgoed vervroegd moet verkopen.
Onderstaande grafiek geeft het voortschrijdend gemiddelde jaarrendement na drie jaar van aandelen, obligaties en vastgoedmaatschappijen.
Dat je met aandelen en vastgoed op korte tijd een hoog rendement kunt behalen, is algemeen bekend. Dat zij grote verliezen kunnen produceren, ook. Minder bekend is dat obligaties die voor de vervaldag verkocht worden verlies kunnen produceren. Als je een obligatie voortijdig verkoopt, bestaat de kans dat je de hoofdsom niet volledig terugkrijgt. De koers van obligaties schommelt van dag tot dag afhankelijk van de ontwikkeling van de rente. Als de rente stijgt, dan daalt de koers en vice versa.
Door het kapitaal te spreiden over verschillende vermogenscategorieën te spreiden, kun je vooral als obligatiebelegger een hoger rendement behalen, maar als de beurs hard omlaag gaat, dan lopen de tussentijdse verliezen navenant op.
Bovenstaande grafiek leert echter ook dat bij de combinatie met aandelen de tussentijdse verliezen nauwelijks groter uitvallen dan bij een beleggingsportefeuille die louter uit tienjarige staatspapieren bestaat. Het betreft hierbij weliswaar een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid maar het idee overheerst dat een evenwichtige diversificatie onnodige risico's verwijdert zonder dat je hierbij aan rendement inboet.
Beleggers die voor het hoogste rendement gaan, moeten resoluut voor aandelen kiezen en dan bij voorkeur aandelen van de zogeheten dividendaristocraten. Over een langere periode bieden zij soortgelijke rendementen als genoteerd vastgoed, terwijl de tussentijdse verliezen minder groot zijn dan bij aandelenbeleggingen in de S&P 500.
Beleggers zijn ten opzichte van een jaar eerder duidelijk optimistischer. Nochtans is de eurocrisis nog steeds niet opgelost en kampen de Amerikanen met een begrotingscrisis.
Europa is momenteel stabieler dan de Verenigde Staten, waar er druk wordt onderhandeld tussen de regerende Democraten en Republikeinse oppositie. Er moet worden bezuinigd en het schuldplafond moet opnieuw worden verhoogd. Dezelfde kwestie leidde in de zomer van 2011 al tot grote onenigheid en eind vorig jaar slaagden beide partijen tijdens de begrotingsonderhandelingen er ook al niet in. Het ultimatum hieromtrent werd met twee maanden verdaagd tot eind februari.
Wel of niet kopen? Het is de eeuwige vraag, waar ook strategen zich moeilijk mee doen. Zo ook zijn bijna altijd de meningen verdeeld of aandelen goedkoop of duur zijn. Normaal gesproken, verdienen in een recessie liquiditeiten en staatsobligaties de voorkeur, maar met de historisch lage rentevoeten is dit voor velen nauwelijk een interessant alternatief. Bij de beoordeling of aandelen duur of goedkoop zijn, speelt ook het rentepercentage een rol. Hoe lager de rente, des te hoger de waardering van aandelen mag zijn en hoe aantrekkelijker dividendaandelen worden.
Door de hausse van de laatste maanden zijn de waarderingen flink opgelopen. Qua koers/winstverhouding zijn aandelen duur, maar qua risicopremie zijn ze ronduit aantrekkelijk. Het winstrendement van aandelen is beduidend hoger dan het rendement van tienjarige staatsleningen, net als het dividendrendement. Per saldo zijn aandelen nog altijd interessant, maar beleggen behelst meer dan het kopen van aandelen. Een goedgespreide beleggingsportefeuille telt ook andere activa zoals obligaties en vastgoed. Diversificatie roomt weliswaar het rendement af, maar het dempt wel het risico. Dat laatste is niet onbelangrijk. Het helpt om in tijden van crisis de discipline aan de dag te leggen de gekozen beleggingsstrategie vast te houden. Discipline is net als diversificatie een belangrijke succesfactor bij beleggen.
Wegzetten van geld
Beleggen is eigenlijk het wegzetten van geld dat je niet direct nodig hebt tegen een rendement dat hoger is dan wat op een spaarrekening mogelijk is. Het is iets anders dan de jacht naar de snelle winst. De meesten hebben een beleggingshorizon van tien of twintig jaar voor ogen, omdat ze sparen voor hun kinderen of hun pensioen. Een periode van twee of drie jaar kan ook, maar hoe korter de horizon, des te groter de kans dat je op het einde van rit een negatief rendement zult behalen.
Als je aandelen (S&P 500) koopt met de bedoeling ze tien jaar lang vast te houden, dan mag je rekenen op een gemiddelde winst van zeven procent per jaar, mits er geen financiële crisis opduikt. Een percentage dat aanzwelt tot negen procent als je het dividend herbelegt. Het rendement van obligaties is functie van de couponrente, mits zij tot de vervaldag worden aangehouden. Het gemiddelde rendement sinds de jaren negentig van tienjarige staatspapieren (US Bonds) bedraagt ruim zes procent. Door de jaren heen harkten vastgoedaandelen (US REIT) haast vijf procent winst bijeen, op jaarbasis wel te verstaan. Een percentage dat evenwel ruimschoots verdubbeld als het dividend meegenomen wordt in het eindrendement.
Voor alle duidelijkheid, de percentages zijn op jaarbasis en hebben betrekking op aanhoudperiodes van tien jaar. Maar wat als je na drie jaar voortijdig je volledige beleggingsportefeuille moet liquideren? Al heb je een beleggingshorizon van tien jaar of meer voor ogen, door omstandigheden als echtscheiding, werkloosheid of ziekte kan het gebeuren dat je je aandelen, obligaties en beursgenoteerd vastgoed vervroegd moet verkopen.
Onderstaande grafiek geeft het voortschrijdend gemiddelde jaarrendement na drie jaar van aandelen, obligaties en vastgoedmaatschappijen.
Dat je met aandelen en vastgoed op korte tijd een hoog rendement kunt behalen, is algemeen bekend. Dat zij grote verliezen kunnen produceren, ook. Minder bekend is dat obligaties die voor de vervaldag verkocht worden verlies kunnen produceren. Als je een obligatie voortijdig verkoopt, bestaat de kans dat je de hoofdsom niet volledig terugkrijgt. De koers van obligaties schommelt van dag tot dag afhankelijk van de ontwikkeling van de rente. Als de rente stijgt, dan daalt de koers en vice versa.
Door het kapitaal te spreiden over verschillende vermogenscategorieën te spreiden, kun je vooral als obligatiebelegger een hoger rendement behalen, maar als de beurs hard omlaag gaat, dan lopen de tussentijdse verliezen navenant op.
Bovenstaande grafiek leert echter ook dat bij de combinatie met aandelen de tussentijdse verliezen nauwelijks groter uitvallen dan bij een beleggingsportefeuille die louter uit tienjarige staatspapieren bestaat. Het betreft hierbij weliswaar een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid maar het idee overheerst dat een evenwichtige diversificatie onnodige risico's verwijdert zonder dat je hierbij aan rendement inboet.
Beleggers die voor het hoogste rendement gaan, moeten resoluut voor aandelen kiezen en dan bij voorkeur aandelen van de zogeheten dividendaristocraten. Over een langere periode bieden zij soortgelijke rendementen als genoteerd vastgoed, terwijl de tussentijdse verliezen minder groot zijn dan bij aandelenbeleggingen in de S&P 500.