Randstad is sinds de beursintroductie van het aandeel in 1990 uitgegroeid tot ’s werelds grootste speler in de HR services industrie. De naamsbekendheid is enorm groot. Hoewel de uitzendsector als zeer cyclisch te boek staat, blijkt het aandeel Randstad door de jaren heen een vrij stabiele belegging waarbij vooral het dividend opvallend veel oplevert
Randstad is in 1960 opgericht door Frits Goldschmeding. Als student economie schreef hij zijn doctoraalscriptie over tijdelijke arbeid met als conclusie dat er in Nederland grote mogelijkheden waren voor een goed geleid en degelijk opererend uitzendbureau. Vanaf zijn studentenkamer werd Uitzendbureau Amstelveen gestart. De nettowinst bedroeg in het eerste jaar ƒ9,08 (€ 4,12).
Het aandeel Randstad krijgt naam
In 1964 werd de naam veranderd in Randstad Uitzendbureau, waarna in 1965 de eerste stap buiten Nederland volgde met Interlabor Interim in België. In 1990 kreeg het aandeel Randstad Holding een notering aan de Amsterdamse beurs. De netto-inkomsten bedroegen in dat jaar meer dan ƒ90 mln (€40 mln). In 2007 volgde de mega-overname van Vedior, waarmee de uitzender in één klap de mondiale nummer twee werd achter Adecco.
Vanaf 2018 mag Randstad zich de grootste speler ter wereld noemen. Over 2020 bedroeg de omzet €20,7 mrd, tegen €19,5 mrd voor het Zwitserse Adecco en $18,0 mrd voor het Amerikaanse Manpower. Qua brutomarge en ebita-marge ontlopen Randstad en Adecco elkaar niet veel. Manpower is minder winstgevend. Over 2020 had Randstad 568.800 mensen aan het werk, verdeeld over 34.680 bedrijven. Randstads grootste markt is de Verenigde Staten goed voor 19% van de omzet, gevolgd door Frankrijk (15%) en Nederland (14%). De nettowinst over 2020 bedroeg €470 mln.
De laatste twee grote acquisities waren SFN Group (het voormalige Spherion) en Monsterboard. SFN Group werd medio 2011 voor $771 mln overgenomen, waarmee Randstad van de zesde naar de derde positie ging in de VS. In de tweede helft van 2016 nam Randstad Monster.com over voor $429 mln. Deze stap dient de digitalisering van Randstad te versnellen.
Naast gebruikelijke uitzenddiensten (‘staffing’ 48% van de omzet) biedt het bedrijf ook een compleet pakket andere diensten. Hieronder consultants op locatie (‘Inhouse Services’, 24% van de omzet), gedetacheerde specialisten (‘Professionals’, 23% van de omzet) en ‘Global Business’, 5% van de omzet).
Beleggen in het aandeel Randstad
Door de jaren heen blijkt Randstad de eigen kostenstructuur en werkkapitaal snel te kunnen aanpassen aan mindere economische tijden. Hierdoor zien we de koers van het aandeel Randstad vaak weer snel herstellen. Door de snelle aanpassing van het werkkapitaal geeft de vrije kasstoom door de jaren heen een veel stabieler patroon dan de nettowinst. Dit biedt ruimte voor aantrekkelijke dividendbetalingen en een sterke balans.
Eind 2020 bedroeg de schuldratio (nettoschuld inclusief IFRS 16/ebitda) slechts 0,3. Het is dan ook niet voor niets dat het concern zelf aangeeft dat het aandeel Randstad het meest volatiele aspect van het bedrijf is. Door de jaren heen blijkt een groot deel van het rendement op het aandeel dan ook afkomstig te zijn van het dividend. Op de lange termijn verwacht het concern dat mondiaal steeds meer mensen met flexibele contracten gaan werken.
Aandeel met aantrekkelijk dividend
Door de sterke kasstroom en de beheersbare schuldenlast biedt het aandeel Randstad beleggers een optie voor een stabiele dividendbelegging. De laatste jaren keert het naast het reguliere dividend, pay-out 40-50% met bodemdividend van €1,62, ook een speciaal dividend uit ingeval de schuldratio einde jaar lager is dan 1. Hierbij wel een voorbehoud gemaakt voor uitzonderlijke gevallen.
Zo werd over 2019 in het geheel geen dividend uitbetaald vanwege de corona-pandemie. Bezien over de afgelopen zeven jaar is in totaal €14,22 aan dividend betaald (inclusief dividendvoorstel 2020). Berekend vanaf de slotkoers 2014 van €40,06 geeft dat een rendement van 35,5%. Het aandeel Randstad noteert anno 2021 50% hoger. Een totaalrendement van 85,5% derhalve. Oftewel ruim 9% per jaar gemiddeld.