Column | De beste Amerikaanse index
Of liever: een sector-accelleratie, waarin groeiaandelen door het dak gingen. De financiële wereld bleek opvallend snel te beseffen dat technologische ontwikkelingen door de pandemie een enorme sprong voorwaarts zouden maken. Het effect was spectaculair. Tussen 1 januari 2020 en 2 september 2020 presteerde de Nasdaq100 (groei) 47 procentpunt beter dan de Russel2000 (waarde). Daarna kwam echter de omslag. Tussen 2 september 2020 en 12 maart 2021 presteerde de Nasdaq100 29 procentpunt slechter dan de Russell2000. Het besef leek door te breken hoe belachelijk het was dat een bedrijf als Zoom een grotere beurswaarde had dan Exxon Mobil.
De Nasdaq100 presteerde tussen 1 januari 2020 en 12 maart 2021 3,3 procentpunt beter dan de Russell2000. Dit zou betekenen dat het met die enorme technologische sprong voorwaarts wel meeviel. Sinds 12 maart presteert de Nasdaq100 echter weer 15 procentpunt beter dan de Russell2000. Van een eenduidige en langdurige sectorrotatie is dus geen sprake. Het gaat alle kanten uit.
Toen in januari de rotatie van groei- naar waardeaandelen op gang kwam, was de stijgende rente daarbij de belangrijkste oorzaak. Beleggers stonden doodsangsten uit bij de gedachte aan een Amerikaanse tienjaarsrente van 1,6 à 1,7%. De theoretische waarde van de kasstromen (via een discounted cash flow model) donderde het ravijn in en beleggers wilden minder betalen voor technologie-aandelen.
Het rentebeeld is nu niet veel anders. Integendeel: de theoretische waarden van technologie-aandelen zijn sindsdien nog harder gedaald. Maar het lijkt beleggers niet meer uit te maken en dus stappen ze weer volop in techfondsen. Ondanks de rente, die op 1,7% staat. Ondanks de plannen van de regering-Biden voor een minimum belastingniveau wereldwijd, waar de technologiesector hard door zou worden geraakt omdat er momenteel geen sector is die minder belasting betaalt.
Maar het sentiment kan natuurlijk ook zomaar weer omslaan. De belegger die geen zin heeft in zo’n wilde rit, kan ik een belegging in de SPW-index aanraden, een gelijkgewogen variant van de S&P500 waarin elk aandeel een weging heeft van 0,2%. De gemiddelde volatiliteit van de SPW over de afgelopen 90 dagen is 14,6, tegenover 22,6 voor de Nasdaq100 en 25,4 voor de Russell2000. De SPW is dus relatief ongevoelig voor sectorrotatie, en zet in tegenstelling tot de Nasdaq- en Russell-indices de laatste tijd nog regelmatig nieuwe recordstanden neer. Voor mij is de SPW de beste Amerikaanse index.