Hoe nieuwe regels de duurzame revolutie ontketenen
Nieuwe regelgeving vormt meestal een sluitstuk van flinke discussies en lange tijd onderhandelen. Dat geldt helemaal wanneer er nieuwe spelregels komen in de financiële wereld. Een goed voorbeeld is het regelpakket Basel IV, dat focust op de kapitaalvereisten voor de banksector. Het heeft jarenlang geduurd om goede afspraken te maken en het wordt pas in – schrik niet – 2027 helemaal definitief. Bij de nieuwe transparantieregels SFDR ligt dat anders. De introductie vormt juist het startpunt voor een lange periode van discussiëren en onderhandelen.
Wat is SFDR?
De SFDR is erop gericht om ervoor te zorgen dat duurzame beleggingen ook echt doen wat ze beloven. De populariteit van deze beleggingsvorm maakt het aantrekkelijk om een duurzame stempel op allerlei fondsen en instrumenten te zetten. Door invoering van deze regels is het niet meer mogelijk om beleggingen duurzamer voor te doen dan ze daadwerkelijk zijn.
Bij het opstellen van de SFDR-regels speelde het tegengaan van ‘greenwashing’ uiteraard een rol. Maar minstens zo belangrijk is dat de Europese Commissie met het oog op het streven om in 2050 klimaatneutraal te worden, duurzaam beleggen wil stimuleren. Die ambitieuze doelstelling maakt het verstandig om zo snel mogelijk regels te introduceren en niet de discussie af te wachten. Want als dat aan de markt wordt overgelaten, kan het nog heel lang duren.
In de onzekere beleggingswereld is het fijn als harde cijfers enig houvast geven. Aan de hand van omzet-, winst- en ebit(da)-cijfers wordt het makkelijk om de waardering van aandelen te vergelijken. En obligatiebeleggers kijken vaak naar de letters van kredietbeoordelaars: van AAA tot C. Zelden zit meer dan een of twee stapjes verschil tussen het oordeel van S&P Global, Moody’s en Fitch. Maar de overeenkomst in hoe ze bedrijven beoordelen op duurzaamheid is ver te zoeken.
Duurzaam beleggen: hoe doe je dat?
De verschillen bij fondshuizen zijn minstens even groot. Schroders heeft bijvoorbeeld een speciaal model ontwikkeld (Sustainex) dat de maatschappelijke impact van alle bedrijven vertaalt naar harde euro’s. Positieve bijdragen, zoals salarissen voor werknemers of geneesmiddelen die farmaciebedrijven ontwikkelen, worden hierbij weggestreept tegen de negatieve impact van bijvoorbeeld CO2-uitstoot of tabaksverkoop.
Andere partijen kijken op een andere wijze naar de duurzame impact. Pictet vertrouwt bijvoorbeeld op een model dat in kaart brengt waar de grenzen van onze planeet liggen wat betreft biodiversiteit, klimaatverandering en nog zeven andere factoren. Bedrijven die deze grenzen overschrijden, worden voor verschillende strategieën als belegging uitgesloten. En zo heeft bijna elke partij zijn eigen aanpak.
Geldstroom op gang
De invoering van SFDR vormt het startschot om uit al die verschillende aanpakken toe te groeien naar een duurzame standaard. De wetgeving zet daarbij in op twee hoofdstromingen. Een strategie die de meest schadelijke bedrijven mijdt, valt onder Artikel 8. Is de stijl gefocust op bedrijven die een bijdrage leveren aan het aanpakken van duurzame uitdagingen? Dan valt het onder Artikel 9.
Terwijl de totale Europese fondsenmarkt in 2020 met 3% groeide, schoot de waarde van het duurzame segment volgens Morningstar met 52% omhoog naar €1,1 bln. De nieuwe regels wakkeren die groei in 2021 verder aan. Het kan geen kwaad om daarop voor te sorteren en wat meer te investeren in sectoren die op basis van de duurzame ontwikkelingsdoelen goed scoren qua maatschappelijke bijdrage, zoals telecombedrijven, verzekeraars en medicijnmakers. Wat dat betreft heeft Artikel 9 beleggers in de toekomst meer te bieden dan Artikel 8.