Britse schuldquote hoog maar niet onoverkomelijk
Het Verenigd Koninkrijk (VK) is momenteel niet te benijden. Het land kampt niet alleen met de grote uitdagingen van de coronapandemie en de effecten van de brexit, het is ook deels geïsoleerd van de rest van de wereld vanwege de besmettelijkere coronavariant.
Corona hakt er genadeloos in aan de andere kant van de Noordzee. In 2020 kromp de Britse economie naar verwachting met circa 11%. Het IMF denkt dat de economie dit en volgend jaar flink kan groeien (5,7% in 2021 en 4,5% in 2022), maar zelfs dan zal de omvang van de Britse economie in 2025 volgens het IMF nog altijd circa 5% kleiner zijn dan eind 2019.
Duidelijk is dat in deze crisis de overheidsuitgaven aanzienlijk groter zijn dan de inkomsten. Eind 2020 voorzag het IMF dan ook dat het Britse begrotingstekort flink zou oplopen, tot ruim 19% in 2020. Ook voor dit jaar becijferen de IMF-economen nog een flink tekort (-8%). Van de ontwikkelde economieën zien ze alleen voor de VS (-18,7%) en Canada (-19,9%) vergelijkbare cijfers. In oktober schatten ze voor de eurozonelanden over 2020 een gemiddeld tekort in van 10,1%.
Hoge schuldquote
Een begrotingstekort moet gefinancierd worden. Dit doet een land door extra geld te lenen op de obligatiemarkt. De schuldquote van een land, die de verhouding tussen de overheidsschuld en de omvang van de economie (bruto binnenlands product) weergeeft, neemt dan ook toe. De schuldquote van het Verenigd Koninkrijk was eind 2019 met 85% ongeveer gelijk aan dat van de eurozone (84%), maar loopt volgens het IMF door het hoge begrotingstekort op richting 110% over 2020. De schuldquote van de eurozone stijgt met een verwachte 101% veel minder snel.
Bovendien stijgt de Britse schuldquote nog door tot circa 120% in 2025, aldus het IMF. Daarmee ligt hij ruimschoots boven 90%, het niveau waarboven volgens economen de schuldpositie doorgaans een rem zet op de groei. Hierdoor kan een land in een negatieve spiraal belanden, met nog hogere schuldquotes en een drukkend effect op de economische groei. Het risico op wanbetaling neemt dan toe.
Historie
Het nu voorspelde schuldniveau is echter zeker niet uitzonderlijk, zo zien we in de grafiek met de ontwikkeling van de Britse schuldquote over ruim 300 jaar. Begin 19e eeuw lag de schuldquote al heel hoog en net na de Tweede Wereldoorlog (WOII) was deze zelfs 250%. Volgens het IMF ligt de verwachte schuldquote voor alle ontwikkelde landen in de wereld in 2021 gemiddeld op ongeveer hetzelfde niveau als net na WOII (ca 120%). De Britse schuldquote komt dit jaar waarschijnlijk net onder dit gemiddelde uit. Dit is hoog, maar niet onoverkomelijk en nog altijd veel lager dan na WOII.
Ondanks de periodes van omvangrijke schulden, slaagde de Britse overheid er altijd in om aan haar rente- en aflossingsverplichtingen te voldoen, dankzij het feit dat een groot deel van de obligaties in Britse handen was en er veel politieke wil was om de verplichtingen na te komen. Bovendien was er sprake van een uitzonderlijke situatie. Het hoge schuldniveau na WOII was niet van structurele aard en bovendien groeide de Britse economie. Als het begrotingstekort onder controle is en de economie sterker groeit dan de rentelasten, neemt de schuldquote af.
Verzekeringspremie
De huidige periode vertoont financiële gelijkenissen met die rond WOII. Zo is het tekort ook nu uitzonderlijk, en is dit het gevolg van een onverwachte crisissituatie. Ook zijn veel obligaties nu in Britse handen, mede omdat de Bank of England hiervan een groot deel in bezit heeft. Verder is het besef bij de centrale bank groot dat ze moet zorgen voor uitzonderlijk lage rentes om de schuldenlast betaalbaar te houden.
Beleggers hebben er vertrouwen in dat het VK ook deze keer de problemen de baas kan. Dit blijkt uit de ontwikkeling van de zogenaamde tienjaars credit default swap. De premie die beleggers betalen om zich te verzekeren tegen een faillissement van het VK bedraagt slechts 35 basispunten (0,35 procentpunt). Dit is vergelijkbaar met begin 2018, en het laagste niveau sinds 2008.
Tijdens de kredietcrisis betaalden beleggers de hoogste premie van de laatste vijftien jaar: ruim 150 basispunten. Beleggers maken zich nu dus weinig zorgen. Ze schatten het risico op Britse wanbetaling momenteel zeer laag in, ondanks alle problemen en de oplopende schuldquote.