Lage rente wordt een perverse prikkel: geen simpele uitweg uit schuldprobleem
In de Amerikaanse hoofdstad Washington zetelt het Institute of International Finance (IFF). Dit is een organisatie van financiële instellingen die in 1983 is opgericht naar aanleiding van de Latijns-Amerikaanse schuldencrisis begin jaren tachtig.
Ieder kwartaal publiceert het instituut zijn ‘Global Debt Monitor’. Hierin worden de schulden van overheden, financiële- en niet-financiële bedrijven en huishoudens voor zeventig landen in kaart gebracht.
Uit data van het IIF blijkt dat de verhouding tussen de totale schuld en het totale bbp van deze landen in twintig jaar tijd is gestegen van 225 tot 319%. Zowel overheden als bedrijven en huishoudens hebben hun schuldpositie sterk zien stijgen. Voor de financiële crisis bedroeg de overheidsschuld $32 bln, nu is dat meer dan verdubbeld tot $67 bln.
Domino-effect
Nog nooit is de verhouding tussen staatsschuld en bbp van ontwikkelde landen buiten oorlogstijd zo hoog geweest, stelde Deutsche Bank afgelopen maand dan ook in een rapport over dit fenomeen.
Volgens de bank zijn er vier methoden waarop overheden in het verleden extreme schuldposities hebben afgebouwd. De eerste twee zijn wanbetaling en het zorgen voor een begrotingsoverschot (voor rentelasten).
De kans dat een van deze twee methoden nu wordt gebruikt is verwaarloosbaar klein, aldus Deutsche Bank. De autoriteiten zouden wanbetaling niet toestaan uit angst dat er – door onrust en paniek gedreven – een domino-effect ontstaat met veel meer wanbetalingen.
Begrotingsoverschotten zijn politiek steeds lastiger te verkopen nu er vooral roep is om meer, in plaats van minder overheidsuitgaven.
Wanbetalingen
Dan blijven er nog twee mogelijkheden over, stelt de bank. Zorgen voor een negatieve reële rente – de rente verminderd met de inflatie – en zorgen dat de nominale rente lager ligt dan de nominale groei.
Deutsche Bank verwacht dat overheden en centrale bankiers dit pad zullen kiezen. Een dergelijke keuze heeft ook gevolgen voor beleggers in bijvoorbeeld risicovolle – high yield – bedrijfsobligaties. Door de extreem lage rente blijft het aantal wanbetalingen structureel laag.
In de jaren tachtig, negentig en het eerste deel van het eerste decennium van deze eeuw bedroeg het percentage wanbetalingen van high yieldleningen met de credit rating ‘B’ zo’n 6%. Dat is de afgelopen vijftien jaar gedaald tot ongeveer 2%, zo berekende Deutsche Bank (HIER DE GRAFIEK).
Retorische vraag
Ook voor de houdbaarheid van de schuldpositie van overheden is een lage rente van cruciaal belang. Het Amerikaanse Congressional Budget Office maakte berekeningen van de toekomstige ontwikkeling van de Amerikaanse staatsschuld.
In het basisscenario stijgt de verhouding tussen de schuld en het bbp in 2049 tot 144%. Maar wanneer over deze tijdsperiode wordt gerekend met een één procentpunt lagere rente, stijgt de schuldratio in 2049 tot ‘slechts’ 109%.
Voor de houdbaarheid van de schuldpositie is een lage rente dus cruciaal. Maar zonder aantrekkende economische groei moeten de autoriteiten de lange rente wel voor een heel lange periode laag houden, met alle negatieve bijwerkingen van dien.
Eeuwigdurende nulrente
Duidelijk is volgens Deutsche Bank dat de lage rente en de wil van centrale banken om staatsobligaties te kopen een uitnodiging is aan overheden om de schulden al maar verder op te laten lopen. Eeuwigdurende obligaties met een rente van 0% zijn dichterbij dan we denken, aldus de bank.
Dat levert de merkwaardige situatie op waarin de uitgevers van schuld zo lang mogelijk de lage rente moeten vastzetten en beleggers deze schuldtitels zo veel mogelijk moeten vermijden. Is dat een houdbaar evenwicht, vraagt Deutsche Bank zich af. Meer retorisch dan dat kan een vraag bijna niet zijn.