Dividend cruciaal voor Europese beleggers
Het nieuws werd nogal overschaduwd door de rest van de enorme reorganisatie, maar naast het massaontslag en het mammoetverlies maakte Deutsche Bank deze week ook nog een dividendverlaging bekend. De aangeslagen Duitse bank verwacht over zowel 2019 als 2020 geen dividend uit te keren.
Nu is dividend wel zo ongeveer het laatste probleem voor Deutsche Bank-aandeelhouders, maar voor de Europese aandelenmarkt is dividend wel degelijk een van de meer overtuigende koopargumenten. Het dividendrendement van de Europese aandelenmarkt ligt op ruim 3,5%. Als een van de weinige vermogenscategorieën hebben Europese aandelen daarmee een (dividend)rendement dat boven het gemiddelde over afgelopen dertig jaar ligt, berekende UBS.
Dividend van Europese aandelen
Het belang van dividend voor beleggers in Europese aandelen valt niet te onderschatten. Sinds de top in 2007 heeft de MSCI Europe Index geen koerswinst geboekt. Het rendement op Europese aandelen is gemeten vanaf dat jaar voornamelijk te danken aan herbelegd dividend (zie grafiek). Maar na dividendverlagingen van bekende Europese aandelen als Vodafone en BMW stelde UBS in een recent rapport de terechte vraag of het dividend van Europese aandelen wel houdbaar is.
Houdbaarheid
UBS gebruikt verschillende criteria om die houdbaarheid te bepalen. Zo onderzocht de bank de ontwikkeling van winst en dividend tijdens recessies sinds de jaren zeventig. Tijdens recessies daalt het dividend gemiddeld 0,4 keer zo veel als de winst. Dus als de winst met 50% daalt, daalt het dividend met ‘slechts’ 20%, aldus UBS. Maar tijdens de implosie van de technologiebubbel in 2000 en tijdens de kredietcrisis van 2008/09 daalde het dividend harder: zo’n 0,6-0,7 keer de daling van de winst.
Verder onderzocht de bank welk deel van winst en kasstroom als dividend wordt uitgekeerd: de pay-out ratio. Volgens de berekeningen van de bank keren Europese bedrijven 57% van de winst en 72% van de kasstroom als dividend uit. Dat is iets hoger dan gemiddeld, maar niet zorgwekkend, meent de bank. Dat geldt eveneens voor de schuldpositie van Europese bedrijven. Ook die vormt volgens UBS geen bedreiging voor de houdbaarheid van het Europese dividend. De netto-schuldpositie, de schuld verminderd met cash, gedeeld door de ebitda (winst voor rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie van immateriële activa) bedraagt gemiddeld 1,3. Deze ratio zal bovendien dit jaar nog verder dalen, verwacht UBS.
Goede voorspeller
Zoals we in de opleiding Dividendbeleggen van de Beleggers Belangen Academy al lieten zien, is de pay-out ratio echter geen goede voorspeller van de houdbaarheid van het dividend. Schuldpositie en winstgevendheid geven daar wat ons betreft veel betere informatie over.
Niettemin heeft UBS met de houdbaarheid van het dividend wel degelijk een goed thema aangesneden, dat ook cruciaal is voor onze Hoogdividendportefeuille. UBS berekende dat de helft van het dividend van de bedrijven uit de MSCI Europe Index afkomstig is van slechts vijf van de zeventien sectoren van deze index: Banken, Energie, Farma, Verzekeraars en Kapitaalgoederen. Alleen al 14% van het Europese dividendinkomen is afkomstig van de banksector.
In de Hoogdividendportefeuille hebben we geen bankaandelen opgenomen. De financiële hefboom, regelgeving en margedruk in de sector maken het lastig om de houdbaarheid van het dividend voor de komende jaren in te schatten. Dat wil echter niet zeggen dat we helemaal geen zorgen hebben over de houdbaarheid van het dividend van de aandelen uit de Hoogdividendportefeuille. Zeker na de flinke winstwaarschuwing van BASF kijken we met nog meer aandacht naar het dividend van cyclische aandelen als BASF en Randstad. Een hoog dividendinkomen is een fraaie eigenschap van (Europese) aandelen, maar het is zeker niet gegarandeerd.