Waarom de Nederlandse koopkracht in de knel komt
De vraag is hoe lang dit groeitempo nog volgehouden gaat worden. Zo maakte het CBS recent bekend dat het consumentenvertrouwen in augustus met twee punten is gedaald tot 21, het laagste niveau in anderhalf jaar tijd. Daarnaast ondervinden steeds meer bedrijven problemen om geschikt personeel aan te trekken, wat kan leiden tot een stagnerende groei. Je zou denken dat als gevolg hiervan de salarissen sterk stijgen, maar uit onderzoek van de Rabobank blijkt dat dit vooralsnog niet het geval is. De cao-lonen zijn met slechts 1,4% omhoog gegaan, wat net genoeg is om de inflatie van 1,3% te compenseren. In plaats van aan hogere lonen geven bedrijven steeds meer kapitaal uit aan automatisering en digitalisering.
Daarnaast wordt werk steeds vaker uitbesteed, zowel aan landen waar personeel goedkoper is als aan Nederlandse freelancers. Dit is onder meer terug te zien in de stijgende uurtarieven van freelancers. Uit onderzoek van Hoofdkraan.nl op basis van ruim 19.000 uitgebrachte offertes blijkt dat het gemiddelde uurtarief in 2018 op jaarbasis met 7% is opgelopen tot €43. Dat de lonen vooralsnog geen forse stijging laten zien is volgens de Rabobank ook te wijten aan het feit dat werkgevers hiervoor relatief diep in de buidel moeten tasten. De cao-loonstijging van 1,4% leidde tot een loonkostenstijging voor bedrijven van 1,9%. Kabinet-Rutte III moet er daarom volgens de Rabobank rekening mee houden dat de lonen in 2018 en 2019 minder hard stijgen dan eerder werd geraamd. Dit zal ten koste gaan van de koopkracht, iets waar regeringsleiders niet graag mee pronken.
Om de koopkracht te behouden adviseert Rabobank het kabinet de netto loongroei te bevorderen door bijvoorbeeld de belastingdruk op arbeid te verlagen, of bedrijven te stimuleren meer mensen in vaste dienst te nemen. Tijdens Prinsjesdag zal duidelijk worden hoe het kabinet dit zelf denkt aan te pakken, maar feit is dat er meer moet gebeuren om Nederlanders tevreden te houden.