Vijf waarschuwingssignalen die wijzen op naderende crash
‘Bullmarkten worden geboren uit pessimisme, groeien door scepticisme, rijpen door optimisme en sterven in euforie’. Dit is een bekende uitspraak van de vermaarde belegger John Templeton die nog altijd klopt als een bus.
Wie koopt wanneer de paniek het grootst is en verkoopt als de bomen weer tot in de hemel groeien, kan de hoogste rendementen halen. De beurzen zijn echter zo grillig dat omslagpunten vrijwel onmogelijk zijn te voorspellen. Niemand geeft aan wanneer een top of bodem bereikt is. Het heeft dan ook geen zin om te proberen de markt te timen door tijdig in en uit te stappen. Wel is het over het algemeen verstandig om terughoudend te zijn wanneer er sprake is van een jubelstemming en om juist agressiever te werk te gaan als pessimisme hoogtij viert. Een aantal indicatoren helpt om extremen in het sentiment te herkennen.
Tip 1
Let op het consumentenvertrouwen
De ontwikkeling van de economie heeft vanzelfsprekend grote invloed op de kapitaalmarkten. Omdat de beurs de economische verwachtingen verdisconteert, vertellen de financiële markten echter vaak meer over de economie dan andersom. Er bestaat in elk geval nauwelijks een verband tussen economische groeiramingen en winstprognoses en de te verwachten rendementen op de beurs, blijkt uit wetenschappelijke onderzoeken.
Wel is er een sterke correlatie tussen het consumentenvertrouwen en de aandelenmarkten. Een historisch laag consumentenvertrouwen wordt meestal gevolgd door sterke koersstijgingen, terwijl na een piek in het vertrouwen vaak teleurstellende rendementen volgen.
Tip 2
Kijk naar de waarderingen
Voor het toekomstige rendement is de prijs die je betaalt voor de economische groeiverwachtingen veel belangrijker dan de verwachtingen an sich. Beleggers anticiperen immers op economische groei. Zijn ze positief, dan nemen ze meer risico en stijgen de waarderingen (koers-winstverhoudingen) en dalen de rendementsverwachtingen en vice versa.
In feite is de koers-winstverhouding daarmee ook een sentimentsindicator. Ligt die duidelijk boven het historische gemiddelde, dan is dat een waarschuwingssignaal. Markten kunnen echter lang duur of goedkoop blijven, zodat de koers-winstverhouding geen goede timingindicator is. Uit research van Vanguard blijkt overigens dat het niet uitmaakt of je de gemiddelde winst over de afgelopen tien jaar (Shiller k/w) neemt of de winst over het afgelopen jaar. Beide indicatoren hebben een ‘beperkte’ voorspellingswaarde voor een periode van tien jaar.
Tip 3
Hou particulieren in de gaten
Ook sentimentsonderzoeken onder particuliere beleggers zijn een goede contra-indicator. Zijn beleggers zeer positief gestemd, dan is in de regel een top in de maak. Een uiterst negatieve stemming duidt daarentegen vaak op een bodem. Een onderzoek dat beleggers nauwlettend in de gaten houden, is de wekelijkse peiling onder de leden van de American Association of Individual Investors (AAII), de Amerikaanse VEB. Verder is de Comdirect Brokerage Index interessant om te volgen. Die geeft maandelijks de risicobereidheid onder de circa 800.000 particuliere klanten van de Duitse broker weer aan de hand van hun daadwerkelijke aan- en verkopen op de beurs. Om wereldwijd de risicobereidheid van institutionele beleggers te meten, is de State Street Investor Confidence Index geschikt. Ook die is niet gebaseerd op enquêtes onder beleggers, maar op miljoenen aandelentransacties.
Tip 4
Volg de media
Berichten in de media zeggen ook veel over het heersende sentiment. Na periodes van sterk stijgende aandelenkoersen pakken kranten en tijdschriften vaak groot uit met positieve omslagverhalen. Na forse koersdalingen zien we het omgekeerde beeld en is de algemene teneur in de media juist erg negatief. Ook dit is een bruikbare contra-indicator, want in het verleden bleek na dit soort artikelen in bekende tijdschriften vaak het optimisme of pessimisme te hebben gepiekt en was een trendomkeer nabij.
Tip 5
Let op aantal stijgers en dalers
In een gezonde bullmarkt worden koersstijgingen breed gedragen: er zijn veel meer aandelen die stijgen dan dalen. Wanneer er echter steeds minder aandelen participeren in de rally, worden beleggers selectiever. Dat duidt erop dat het sentiment aan het kantelen is. Om de ‘marktbreedte’ te bepalen, kijken technisch analisten vooral naar het aantal stijgers en dalers in een index. Doe-het-zelvers kunnen op stockcharts.com dit soort grafieken aanmaken, maar ook eenvoudigweg het verloop van de S&P500 versus de Russell2000 (smallcaps) in de gaten houden. Doen de kleinere aandelen niet meer mee in de rally, dan geldt dat als een waarschuwingssignaal.
Grote bearmarkten
We kunnen het ons nu bijna niet meer voorstellen, maar in de periode 1929-32 verloor de Dow Jones Industrial maar liefst 90%. Dit was de heftigste bearmarkt ooit en het begin van de Grote Depressie, waarin de werkloosheid in de VS opliep van 3,2 naar bijna 25%. Daarna volgden nog zeven andere grote bearmarkten, waaronder de meest recente tijdens de kredietcrisis. Vanaf de piek in 2007 tot aan het dal in 2009 daalde de Dow Jones met 54%; na de crash tijdens de Grote Depressie de ergste bearmarkt ooit.
Grillige markten
Aandelenkoersen zijn nauwelijks te voorspellen. Veel populaire indicatoren en signalen hebben zelfs een lagere correlatie met toekomstige rendementen over een periode van tien jaar dan met de hoeveelheid neerslag, blijkt uit onderzoek van Vanguard naar de Amerikaanse aandelenmarkt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Amerikaanse tienjaarsrente, trendmatige economische groei en winstmarges. De beste indicatoren zijn nog de Shiller k/w en normale koers-winstverhoudingen, maar ook die hebben slechts een beperkte voorspellende kracht.
Schuld is positief
Beleggers die bang zijn dat de hoge overheidsschulden in het Westen de beurzen op lange termijn negatief zullen beïnvloeden, kunnen opgelucht adem halen. Uit het onderzoek van Vanguard blijkt namelijk onomstotelijk dat de schuldratio van overheden in het verleden een positieve correlatie vertoonde met aandelenrendementen. Oftewel: hogere overheidsschulden vertaalden zich in een hogere return op de aandelenmarkt. Dat is althans sinds 1926 het geval in de Verenigde Staten.
Aantal beursgangen
Tijdens een bullmarkt komen er normaliter veel nieuwe bedrijven naar de beurs. Door de sterke vraag naar aandelen heeft een beursintroductie dan immers een goede kans van slagen en kan er een goede prijs worden bedongen. Zo gingen er op de top van de bullmarkt in 1929 111 nieuwe bedrijven naar Wall Street. Maar in 1932, aan het einde van de sterke koersdalingen, waren dat er slechts twee.
Timing-indicatoren
Beleggers kunnen hun rendement aanzienlijk vergroten wanneer ze in staat zijn om de slechtste beursdagen te ontlopen. In de praktijk is het echter onmogelijk om steeds op het juiste moment in en uit de markt te stappen. Uit onderzoek komt naar voren dat het gebruik van populaire timing-indicatoren, zoals het 200-daags of tienmaands voortschrijdend gemiddelde, de volatiliteit in een aandelenportefeuille weliswaar terugbrengt, maar nauwelijks invloed heeft op het rendement. Daarentegen is het onverstandig om constant vol te zijn belegd. Wie altijd een flinke kaspositie aanhoudt, kan immers profiteren van een bearmarkt en goedkoop de nodige kwaliteitsnamen oppikken.